Waterschap nog steeds conservatief bolwerk Groene waterschappers niet tevreden Anton van Haperen Gerard Heerebout Ferry Kramer Willem de Weert In maart 2002 vinder er weer verkiezingen voor het waterschap plaats. Vier jaar geleden werd in waterschap Zeeuwse Éilanden een aantal groene kandidaten' geko zen. We vroegen per e-mail Anton van Haperen, Gerard Heerebout en Ferry Kramer naar hun ervaringen. Sinds wanneer bent n in het water schap gekozen? AvH: Sinds 1994, dit is mijn tweede perio de. GH: Ik zat al in het waterschap van Noord en Zuid-Beveland eind jaren tachtig. FK: Met de verkiezingen van 4 maart 1998. Welke contacten heeft u met de natuur- en milieubeweging? AvH: Ik werk bij Staatsbosbeheer en ben bestuurslid van de ZMF. Verder ben ik al sinds mijn middelbare schooltijd actief in natuurverenigingen. GH: Voor elke vergadering vindt er met de ZMF overleg plaats. Daarnaast bestaan er incidentele contacten: Zeeland is maar klein en we kennen elkaar. Ik was vanaf het begin al betrokken bij het werk van de Vereniging Milieuhygiëne Zeeland, een voorloper van de ZMF. FK: Lid van de verenigingsraad en dis trictscommissie Zeeland van Natuurmonumenten. Welke contacten heeft u met andere groene waterschappers? AvH: Diverse, zowel beroepsmatig (Staatsbosbeheer) als in mijn vrije tijd (waterschapsbestuurder) GH: Zoals gezegd, voor elke vergadering is er overleg met de groene fractieleden en de ZMF. We e-mailen met elkaar, maar te weinig. Met groenen uit andere water schappen heb ik eigenlijk geen contact. FK: In het vooroverleg voor de commissie vergaderingen. Een overleg dat mijns inziens te weinig plaatsvindt. Hoe onderscheidt u zich als 'groene' van de andere waterschappers? AvH: Er is geen strikt onderscheid; ook bij andere waterschapbestuurders kom ik soms mensen tegen met een knap groen imago, terwijl ikzelf met een brede bril naar de bestuursvragen probeer te kijken. Ik zit daar immers met een bredere ver antwoordelijkheid dan alleen voor natuur en milieu. Ik beschouw groene water schapsbestuurders als een noodzakelijk kwaad. Eigenlijk zouden alle andere waterschapsbestuurders voldoende oog moeten hebben voor groene en andere belangen. Dat is helaas niet zo. Dat heeft te maken met wijze waarop de water schappen bestuurlijk georganiseerd zijn. Dat moet wij mij betreft veranderen. GH: De landbouwfractie in het waterschap is numeriek heel sterk. Door hun stelling- name komen we vaak in de positie terecht dat we reageren op hun voorstellen, waar door we als fractie, ongewild, een anti- landbouw positie krijgen. Ik denk dat wij, ondanks ons beperkte aantal leden, inhoudelijk aardig ons partijtje meebla- zen. Opvattingen veranderen, ook in het waterschap, maar eerder bij het dagelijks bestuur en de ambtenaren dan bij de alge mene vergadering. Dat is wel eens jam mer, maar we proberen zo goed mogelijk veranderingen die goed zijn voor natuur en milieu te stimuleren. FK: Ik ben niet als 'groene' gekozen. Ik ben op eigen kracht binnengekomen en heb me bij de groenen aangesloten omdat dat de enige niet-politieke en niet-agrari- sche club was. Ik onderscheid me dus niet specifiek als 'groen'. Ik kies voor wat in mijn ogen de beste oplossing is, los van eventuele 'groene punten'. Wat heeft u als groene waterschap per bereikt? AvH: Dat we op het niveau van het dage lijks bestuur meepraten. Daarnaast wor den door ons regelmatig groene onder werpen aan de orde gesteld, het resultaat van deze discussies is niet altijd direct zichtbaar. Onze invloed is echter veel gro ter dan je in eerste instantie zou denken. Het feit alleen al, dat je als groene bestuurders meedoet en een stevig geluid laat horen is al van invloed op de discus sie en de besluitvorming. GH: Het waterschap kent een wonderlijk financieringsstelsel. Officieel moeten de 16 WANTIJ december'01

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2001 | | pagina 20