mm 1'jeu van Mierlo is coördinator van de Zeeuwse Milieufederatie. heeft opgesteld, viel er in de PZC enkel te lezen dat de ZMF de natuurcompensatie voldoende vindt. Ze zou zelfs 'blij' zijn met het opofferen van de Kaloot. Een onbeschaamde berichtgeving! De milieufe deratie stelt zich op het standpunt dat de natuur per saldo behouden moeten blij ven. Zo niet dan is er een conflict met de compensatiebeginselen van de Vogel- en Habitatrichtlijn en met het Structuursche ma Groene Ruimte. De Vogel- en Habitat richtlijn beschermt met name het ondiepe water en de slikken. Het compensatiepro gramma dat nu is gepresenteerd, maakt dat verlies niet goed, noch in kwaliteit, noch in omvang. Er ontbreken in de MER zelfs belangrijke gegevens over de waarde van de natuur in het gebied. De Zeeuwse Milieufederatie zegt nu dus NEE tegen een container- terminal langs de Westerschelde. Of de plannen voor de terminal definitief tussen wal en schip belanden, zal wat de ZMF betreft afhangen van de reactie van de provincie op de bedenkingen maximale ruimtebesparing. Dat kan een milieuvriendelijker alternatief opleveren. En wat te denken van samenwerking en verdeling van containerverladingen tussen de havens in Noordwest-Europa? Dat blijft een onbesproken alternatief. Losse studies De huidige MER daarentegen is een optel som van losse studies over afzonderlijke maatschappelijke effecten. Dat betekent dat ieder voor zich een eigen saldoreke ning moet maken van alle losse bouwste nen. Dat is niet te doen. Men kan zelf het voordeel van extra werkgelegenheid onmogelijk wegen ten opzichte van de toenemende geluidshinder en forse toena me van de C02-uitstoot. Ook is het voor de Zeeuwse Milieufederatie onmogelijk gewicht toe te kennen aan het verlies van de 90 hectare intergetijde gebied. De extra informatie uit een MKBA is als aan vulling op de MER hard nodig om tot een afweging en tot een verantwoorde politie ke besluitvorming te komen. Het draag vlak voor die laatste stap blijkt groot. Kade De ZMF heeft nog meer zaken uit de MER van commentaar voorzien. Zo is er het voornemen om aan de buitenkant van het Sloegebied een kade aan te leggen met een lengte van ruim 2600 meter. Ook een kadelengte van 1800 meter zou passen bij het streven om een haven voor de groot ste zeeschepen te bouwen. Waarom wordt er nu een maximale claim op de ruimte gelegd, als we weten dat echt niet alleen de allergrootste schepen afmeren? Een gefaseerde aanleg van de kade dwingt tot Spoor en water Verder wordt bij de WCT de keuze om goederen over de weg, het spoor of het water af te wikkelen, aan de markt overge laten. De ZMF heeft aangedrongen op een maximale inzet op spoor en water als milieuvriendelijke vervoerswijzen. Dat vraagt niet alleen om een hoge ambitie waarbij nog hooguit 15 tot 20% van de goederen over de weg wordt vervoerd, maar ook om een sturing door de over heid. Verder moet er meer duidelijkheid komen over de effecten van de opeenstapeling van verschillende geluidssoorten, zoals lawaai van industrie, weg- en spoorver keer. Ook moeten er in de bebouwde omgeving afdoende maatregelen worden genomen tegen de verhoogde geluidsbe lasting. Ten slotte heeft de ZMF zich kritisch uitge laten over de enorme verhoging van de C02-belasting en de vermindering van de externe veiligheid. De zogenaamde risico contour schuift tot 180 meter verder land inwaarts. Ook het ministerie van VROM heeft aangegeven dat een ruimere contour niet acceptabel is. Onbeschaamd Hoewel de ZMF een zeer brede reactie 5 WANTIJ december '01

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2001 | | pagina 5