Is Nederland
een gedoogland?
Lex Kattenwinkel
Nederland is zuinig op het milieu. Via wetten, regels en
allerlei overeenkomsten hebben we met elkaar afgespro
ken dat we zo min mogelijk verontreinigende stoffen in
het milieu brengen. Op naleving van al die wetten vindt
controle plaats en zonodig worden doeltreffende sancties
getroffen. Zo zou het in ieder geval moeten, maar gebeurt
dat ook daadiverkelijk? Vindt in alle gevallen voldoende
controle plaats, worden overtredingen wel altijd aange
pakt, of worden harde maatregelen ook wel eens
geschuwd. Er zijn immers vaak grote financiële belangen
in het spel. Hoe kijkt u daar tegenaan, lezer van Wantij?
Wordt er in Nederland te veel gedoogd?
Adrie Raas, Lewedorp:
"Regels worden niet altijd voldoende
gecontroleerdwant controle kost geld.
Dat leidt ertoe dat milieuvoorschriften
niet in alle gevallen nageleefd worden,
want voor de bedrijven speelt het kosten
aspect eveneens een belangrijke rol. Soms
zijn de regels veel te coulant. Dat zie je in
het groot, zoals in Amerika, maar ook in
het klein. Meestal komt dat door de grote
financiële belangen, of is er sprake van
een verstrengeling van persoonlijke en
zakelijke belangen. Het al dan niet gedo
gen is volgens mij niet iets wat bij een
bepaalde kleur regering op politieke par
tij hoort. Ik zou me wel voor kunnen stel
len dat de opkomst van lokale partijen
een stringenter gemeentelijk milieubeleid
meebrengt. Bestuurders zonder landelijke
bindingen kunnen veel vrijer en objectie
ver beslissingen nemen.
Louis Minneboo, Terneuzen:
"Iedere oudere zal zeggen: ik wil dat mijn
kinderen en kleinkinderen ook in een
gezonde wereld kunnen leven. Ik zeg dat
ook. Daarom sta ik er helemaal achter
dat niet alleen naar economische belan
gen wordt gekeken maar ook naar de
effecten op het milieu. Bestuurders en
bedrijven vinden dat zelf gelukkig ook.
Volgens mij wordt er dan ook niet te veel
gedoogd. Naar mijn gevoel schiet de
milieuwetgeving zelfs wel eens door, in
die zin dat een maatregel wel theoretisch
onderbouwd is maar niet praktisch uit
voerbaar. Beide aspecten zijn belangrijk.
Een praktische aanpak maakt een maat
regel voor een leek ook veel eerder aan
vaardbaar. Wat ik praktisch vind is bij
voorbeeld het verlenen van een vergun
ning voor de productie van vlamvertra-
gers aan Broomchemie in Terneuzen. Een
verbod haalt niets uit, want dan worden
de stoffen uit het buitenland gehaald.
Minister Pronk is te streng. Nederland is
maar een klein landje: we kunnen wel
voorop willen lopen, maar er wordt niet
altijd naar ons geluisterd.
Jan Koole, Vlissingen:
"Natuurlijk zal het gebeuren dat hier en
daar een overheid bij de handhaving
tekort schiet. Ik heb daar eigenlijk niet
zo 'n zicht op. Dat is de reden dat ik
bepaalde organisaties steun die dat wel
kunnen, zoals de ZMF en Greenpeace. Die
vervullen een soort waakhondfunctie en
houden daardoor de overheid scherp.
Daarom heb ik ook op groene water
schapskandidaten gestemd. De boeren en
andere belangengroepen zorgen zelf wel
dat ze goed vertegenwoordigd zijn, het
milieu moet ook een spreekbuis krijgen.
Jan Moens, Middelburg:
"Er is in Nederland een soort brede maat
schappelijke gedoogcultuur ontstaan,
waaruit zich volgens mij ook weer een
tegenbeweging ontwikkelt. Op het gebied
van milieu zijn de mensen niet zo
geneigd om veel te gedogen, omdat het
hun eigen woonomgeving betreft. Daar
voelt men zich sterk bij betrokken. Ook
de politiek neemt het milieu serieus. Ik
ken geen enkele Zeeuwse politieke partij
die er lichtvaardig mee omgaat.
Gemeenten beoordelen gegadigden die
zich op een industrieterrein willen vesti
gen niet alleen op de arbeidsplaatsen
maar ook op de milieueffecten.
Belangrijke beslissingen worden niet
meer tijdens een etentje met het bedrijfs
leven genomen maar volgens afgesproken
spelregels. Iedereen is er wel van door
drongen dat er ook nog een generatie na
ons komt die gezond moet kunnen leven.
Piet Everaert, Walsoorden:
"Bedrijven doen veel meer moeite het
goed te doen dan vroeger. Ze houden zich
aan de voorschriften. Er heeft tnaatschap-
pijbreed een bewustwordingsproces
plaatsgevonden op het gebied van milieu,
dat zie je ook bij alle politieke partijen.
De betonfabriek, waar ik vlak achter
woon, veroorzaakte tien, twintig jaar
geleden nog een enorme geluidsoverlast.
Nu hoor je niks meer. Evenzo veroorzaken
bedrijven veel minder milieuvervuiling.
Nou ja, er vindt natuurlijk nog steeds ver
vuiling plaats. Elke activiteit is vervui
lend, ook als je thuis de CV aanzet. De
vervuiling waar ik me het meest aan
stoor zijn de zakken huisvuil die de men
sen zo maar overal in de berm gooien.
Als fervent fietser en wandelaar kom ik
die vaak tegen en ik erger me er groen en
geel aan. Het kost geen enkele moeite er
op een nette manier af te komen. Die
mensen hebben dat bewustwordingspro
ces kennelijk langs zich heen laten
gaan.
Lex Kattenwinkel is medewerker van de Wantijredactie.
12 WANTIJ april'02