Bleek- en ontsmettingsmiddelen Allesreinigers Schoon sanitair TIPS AH, kan het wollen pak of ander gevoelig tëytiel, chloorvrij worden gereinigd. Het psdc van Jan Pronk was een succesvol proefkonijn bij het nieuwe procédé. Een met chloor gereinigd aanrecht, vloer of stoep geeft menigeen het idee dat er ouderwets goed schoongemaakt is. Maar hét is totaal overbodig. Ontsmettingenmiddelen zijn onontbeer lijk in een ziekenhuis en vooral in de ope ratiekamer, maar in een gewoon huis zón- dér besmettelijke zieken is het niet nodig <*1 alle bacteriën uit te roeien. Het helpt o#k niet, want lang voor de volgende schoonmaakbeurt zijn de nieuwe bacte riën, zowel de onschuldige als eventuele ziekteverwekkende, al weer neergestre ken. Daarbij komt dat bleekmiddelen niet ontvetten en ook niet ontkalken, voor het élhte vuil verwijderen heb je er weinig aan. Bacteriën komen vooral op vuil af, cnis als dat een beetje in de hand wordt gehouden krijgen bacteriën weinig kans ojn een besmetting te veroorzaken. Efcht ongezond wordt het wanneer er in dp toiletpot een schoonmaakmiddel met cfiloor is achtergebleven. Vermenging met urine levert chloordampen op waarvan je Bijna van je stokje kan gaan. Ook is het vooral met dergelijke middelen in huis zaak dat kinderen ze niet te pakken krij gen ■at desinfectie- en bleekmiddelen bacte riën doden is nuttig als het om ziektever- Wekkers gaat, maar ze kunnen ook nuttige bacteriën te lijf gaan, en daarmee b.v. de Werking van septic tanks verstoren. Qok de bacteriën die rioolwaterzuiverings installaties aan de gang houden worden (foor chloor om zeep gebracht. Chloor is gpor, kortom. Verder komen er uit de medische hoek tegenwoordig (zij het niet onomstreden) geluiden dat in een al te steriele omgeving en bij een te fanatieke persoonlijke hygië ne ons immuunsysteem te weinig wordt Ontwikkeld en allergieën daardoor meer kans krijgen. Schoon is mooi, maar het moet niet overdreven worden. Beze pretentieuze naam wordt gebruikt voor middelen waarmee harde oppervlak ten worden schoongemaakt: toilet, dou- ®rte, oven, ramen enzovoort. De Consumentenbond heeft allesreinigers voor specifieke doeleinden getest, en con cludeerde dat een gewone allesreiniger in de meeste gevallen genoeg is. Alleen bij kalkaanslag is een zure allesreiniger nodig, of huishoudazijn. Dat scheelt weer wat ruimte in het aanrechtkastje. Allesreinigers bestaan voor ruim 3/4 deel uit water, en verder uit goed afbreekbare wasactieve stoffen, oplosmiddelen (die bij dragen aan smogvorming wanneer ze ver dampen, maar hier verdwijnt het grootste deel in het riool, waar het geen schade aanricht), de al eerder genoemde onthar ders en dan nog 0,5 conserveermidde len, parfums en kleurstoffen, waar sommi ge mensen allergisch voor zijn. De milieu belasting van dit alles is aanvaardbaar. Naast de keuken zijn toilet en badkamer de plaatsen waar het er wat reinheid betreft het meest op aan komt. Daar is van alles op gevonden: toilet-, sanitair- en allesreiniger, bleekwater, vloeibaar schuur middel, en dan ook nog de wc-eenden en luchtverfrissers. Het is niet allemaal nodig: met een gewo ne allesreiniger (en ook met zeepsop of alleen maar met water) zijn de tegels goed schoon te houden. Aan het verwijderen van kalkaanslag en urinesteen (bevorderd door zuinig doorspoelen, dilemma voor de milieu-spaarder) moet een zure reini ger of huishoudazijn te pas komen. WC-blokjes en luchtverfrissers bevatten naast parfums en andere stoffen soms ook paradichloorbenzeen, slecht bekend van de mottcnballen. Deze stof kan bij inade ming duizeligheid, zwakte of bloedarmoe de veroorzaken. Dan is het middel al gauw erger dan de kwaal. De meeste milieuwinst bij schoonmaken en (af)wassen wordt behaald door het voorkomen van overdosering. Vooral van reinigingsmiddelen wordt vaak teveel gebruikt, zeker bij extra geconcentreerde middelen is de kans op overdosering groot. Voorspoelen is bij een afwasmachine onnodig, wanneer de grote etensresten al verwijderd zijn. De 'halve-capaciteit-optie' bij sommige afwasmachines levert een nauwelijks lager energie- en waterverbruik, en een minder schone afwas. Er is minder allesreiniger nodig als die de tijd heeft om in te werken, en bij goed boenen. Vloeibare gootsteenontstopper is slecht voor het milieu. Voorkom een verstopte afvoer door geen vaste stoffen weg te spoelen en ook geen (tijdelijk) vloeibaar vet, wat verderop in de afvoer gaat stol len. Als de zaak toch verstopt is kan dat behalve met de welbekende plopper ook worden verholpen met een afvoerreini- gingsveer, een flexibele stalen slang met aan het ene eind een zwengel, aan de andere kant een soort kurkentrekker, waar door de veer de bochten in de afvoer kan volgen. Als er al chloorbleekmiddelen worden gebruikt, dan nooit in combinatie met andere schoonmaakmiddelen. Er kan dan het ongezonde chloorgas ontstaan. Gebruik voor het verwijderen van kalk aanslag geen sterke zuren als zoutzuur of accuzuur. Deze zijn slecht voor het glazuur van het sanitair, de gezondheid en het milieu. Hardnekkige kalkaanslag is te ver wijderen door er een paar uur een in zuur b.v. huishoudazijn) gedrenkte lap op te leggen. Zeep en azijn gaan eikaars werking tegen, hetzelfde geldt voor zeep en soda. Te veel wasmiddel geeft te veel schuim, waardoor het wasgoed gaat zweven en de waswerking minder wordt. Vooral bij een compact wasmiddel is het zaak nauwkeu rig te doseren. Met een microvezeldoek gaat het schoonmaken makkelijker dan met een werkdoek, ook zonder schoonmaakmiddel. Wie er lang mee werkt kan, om huidirrita tie te voorkomen, beter handschoenen aandoen. De wind kan voor wasverzachter spelen, en de zon voor bleekmiddel.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2002 | | pagina 13