Groene stroom steeds grijzer™^ i
-V
Ilse Pama
De energiebedrijven hebben de grootste moeite om te kun
nen voldoen aan de enorme vraag naar duurzame, groe
ne energie. Als oplossing hiervoor zullen de kolengestook-
te centrales in Nederland, waaronder N. V
Elektriciteitsmaatschappij Zuid-Nederland (EPZ) in
Borsele, in de toekomst steeds meer biomassa gaan sto
ken. De Zeeuwse Milieufederatie vindt dat het verbran
den van biomassa lang niet altijd groene stroom oplevert.
Waarom is het verbranden van
W biomassa nu 20 populair? Dat
komt doordat er voor de ener
giecentrales meerdere voorde
len te behalen 2ijn. In de eerste plaats
brengt de productie van groene stroom
aanzienlijke fiscale en dus financiële voor
delen met zich mee. De marge op het bij-
stoken van biomassa in kolencentrales ligt
hoger dan op stroom die niet als groen
wordt aangemerkt. Bovendien is veel bio
massa zelfs goedkoper dan kolen. In de
derde plaats is er in het kader van het kli
maatbeleid een discussie geweest om de
kolencentrales te sluiten. Nu wordt in een
convenant afgesproken dat de kolencen
trales de plicht op zich nemen een bepaal
de hoeveelheid biomassa te verstoken. De
kolencentrales mogen dan open blijven.
Gevolgen
Wie vraagt naar de gevolgen van de bio
massaverbranding voor het milieu, krijgt
steevast te horen dat de verbranding van
biomassa 'kooldioxide (COf) neutraal' of
'klimaatneutraal' is. Kortom goed voor het
milieu. Dit is niet juist. Afvalverbranding,
want daar gaat het om, levert geen groene
of duurzame stroom op en spaart geen
CO2 uit. Iedere vorm van verbranding
levert kooldioxide op en zorgt voor een
toename van het broeikaseffect.
Bovendien is de uitstoot van kooldioxide
niet het enige milieuprobleem. Biomassa
kan van alles zijn, van cacaodoppen en
houtsnippers tot diermeel (zie Wantij jrg.
18, nr. 4), kippenmest en rioolslib. Het
verstoken van deze biomassa zorgt voor
vervuiling. De uitstoot bestaat uit kleine
deeltjes fijn stof, zoutzuur, fluoriden,
kwik, stikstofverbindingen en zwaveloxi-
den. Fijn stof is in Nederland een belang
rijke oorzaak van longklachten. De neer
slag van stoffen als zoutzuur, ammoniak,
stikstof- en zwaveloxiden zorgt voor verzu
ring. De toename van deze vervuiling is
onacceptabel want volgens de Wet milieu
beheer mag de luchtkwaliteit in een
gebied door een verandering in de
bedrijfsvoering niet verslechteren. De
kolencentrales zijn niet gebouwd om afval
te verbranden. De installaties moeten
sterk verbeterd worden zodat de uitstoot
van luchtverontreinigende stoffen wordt
beperkt en het milieu in de omgeving niet
verslechtert.
Keurmerk
Wat moet er gebeuren om stroom ook
echt groen te laten zijn? De milieuorgani
saties praten al een aantal jaren met ener
giebedrijven over eisen aan dan wel een
keurmerk voor groene stroom. Een essen
tieel onderdeel van het keurmerk houdt
in dat er beperkingen zijn in de bijstook
in kolencentrales: geen diermeel, zuive
ringsslib en kippenmest bijvoorbeeld. De
ZMF vindt dat stroom pas groen is als er
geen afval geproduceerd wordt.
Voorbeelden zijn energie opgewekt met
wind, zon en het getij. De electriciteits-
producenten vonden deze voorwaarden
gezien de beoogde groei in de afzet te
knellend.
De ZMF vindt dat de maatschap
pijen minstens aan de klant dui
delijk moeten maken waaruit de
groene stroom daadwerkelijk
bestaat. Dan kan de klant name
lijk zelf bepalen of zij de geboden
stroom wel groen genoeg vindt
Ilse Pama is stafmedewerkster Milieu en economie en
Integraal waterbeheer bij de ZMP.
16 WANTIJ juli'02