>ssier Schelde-
stuarium
Westerschelde-trein rolt
iigzaam voort. In maart werd
fet Memorandum van
lissingen getekend waarin
laanderen en Nederland
bepaalden dat er aanvullend
onderzoek uitgevoerd zou gaan
«orden naar de mogelijkheden
(1) de vaargeul verder te
brdiepen, (2) de natuurwaar-
Lii van het gebied te verster-
tn en (3) de veiligheid te ver-
fcgen door de aanleg van de
©verschelde. Het onderzoek
«net in ongeveer twee jaar
Morden afgerond en leiden tot
etn keuze voor een ontwikke
ling voor de middellange ter
mijn, zeg maar tot 2010.
Methode
Bi vervolg op het Memorandum
S besloten om de methode te
kopiëren die in Rotterdam is
gebruikt voor de besluitvor
ming rond de Tweede Maas
vlakte. In dit z.g. "Projectont
wikkeling Mainport Rotterdam"
(?MR) is in voortdurend over-
leg met alle betrokken partijen
stapje voor stapje toegewerkt
aar een pakket aan beslissin-
n waar iedereen tevreden
jhee kon zijn en waar de poli
tiek zich vervolgens ook achter
durfde te stellen. Als naam
Beeft men gekozen voor
Projectontwikkeling Schelde-
estuarium, afgekort als ProSes.
Voortvarend heeft men de pro
jectdirectie van PMR, van wie
de rol in Rotterdam is uitge
speeld nu daar een akkoord is
bereikt, aangesteld voor ProSes.
Verder moeten Vlaamse en
Nederlandse ambtenaren die
betrokken waren bij de
langetermijnvisie Schelde-estu-
arium, het ambtelijk apparaat
Completeren. Ten slotte is er
nog een belangrijke taak weg
gelegd voor twee onafhankelij
ke gezaghebbende personen,
die alle partijen aan de tafel
moeten zien te houden. Zij vor
men in feite de smeerolie voor
de procesmachine. De Vlaamse
afgezant is de heer Baldewijns
(oud-minister in België) en
voor Nederland is de heer
jHendrikx uit de bus gekomen
(oud-Commissaris van de
Koningin in Overijssel).
Momenteel is het ambtenaren
apparaat nog niet op sterkte,
w aardoor het feitelijke werk
nog niet begonnen is.
Uitdaging
Het feit dat in Rotterdam partij
en die mijlenver van elkaar
afstonden, elkaar toch hebben
gevonden geeft aan dat de pro
jectdirectie voor haar taak bere
kend is. Toch lijkt de situatie
rond het Schelde-estuarium een
uitdaging van een nog grotere
orde. Ten eerste omdat er twee
landen bij betrokken zijn, waar
bij het economisch belang com
pleet aan Vlaamse zijde ligt.
Bovendien is het natuurlijk sys
teem van het Schelde-estuarium
unieker dan het stuk zee dat
wordt opgeofferd voor de
Tweede Maasvlakte. Je hoeft al
met al geen profeet te zijn om
te voorzien dat het een moeilij
ke klus zal worden voor pro
jectdirecteur Huub van Zwam.
De leden van de Werkgroep
Schelde-estuarium, waaronder
de ZMF, hebben aangegeven
graag nauw betrokken te wor
den bij de plannenmakerij.
Uitgangspunt voor ons is dat de
dynamiek die het estuarium nu
kenmerkt, behouden moet blij
ven of versterkt moet worden.
Een intact meergeulenstelsel is
daarvoor een vereiste. Het
wachten is voorlopig op de eer
ste stappen van de projectdirec
tie.
(VK.)
Integrale Visie
Deltawateren
Op 13 juni vond in Yerseke een
belangrijk debat plaats over de
integrale visie op de
Deltawateren, het project Delta
In Zicht, waarover u in de vori
ge Wantij heeft kunnen lezen
onder de titel: "De terugkeer
van het getij". Het debat in
Yerseke was van belang, omdat
er na anderhalf jaar ideeënvor
ming, een keuze gemaakt
moest worden voor één van de
ontwikkelingsrichtingen. Zoals
al duidelijk was geworden tij
dens de regionale debatten, die
in april waren gehouden, ging
de algemene voorkeur uit naar
een versterking van de estuarie-
ne waarden (overgang zoet-
zout) in de Delta en dan vooral
in het Volkerak-Zoommeer.
Door de vele dammen in de
Delta zijn er nu meerdere
meren met nagenoeg stilstaand
water. Voor de afvoer van grote
hoeveelheden rivierwater in de
winter zijn die dammen echter
problematisch. Bovendien is de
ecologie van de meren in veel
gevallen, vooral 's zomers, uit
het lood. Gedeeltelijke terug
keer van het zout getij zal de
ecologie versterken.
Steun ZMF
De uitslag van Yerseke betekent
dat nu een principiële keuze
gemaakt is voor de richting
waarin verder gezocht wordt
naar een aanvaardbare aanpas
sing van de Delta. Dat er nog
problemen te overwinnen zijn
staat echter vast. Tijdens het
debat was de zoetwatervoorzie
ning voor de landbouw een
belangrijk item, maar ook voor
de binnenvaart zijn er belangen
in het geding.
De ZMF kan zich vinden in de
keuze die nu gemaakt is. Dat de
nadruk wat eenzijdig op het
Volkerak-Zoommeer ligt, lijkt in
eerste instantie jammer. Echter,
gezien de beperkte hoeveelheid
zoet water die in de zomer van
uit het Hollands Diep naar het
Volkerak zal stromen, is het
onrealistisch extra stabiele zoet-
zout overgangen na te streven
in de Delta. Vandaar dat de
ZMF de keuze voor estuariene
dynamiek ondersteunt.
Hopelijk kan er nu gericht en
snel worden doorgewerkt,
zodat de visie eind dit jaar door
de Staten van Brabant, Zeeland
en Zuid-Holland kan worden
geloodst en er 50 jaar na de
ramp een bijdetijdse herziening
van het Deltaplan bestaat.
(VK.)
Balanceren tussen stad
en land
Het werkveld van een land
schapsarchitect ligt op het plat
teland en gaat tot aan het bord
je 'bebouwde kom'. Het werk
veld van de stadsontwikkelaars
ligt juist binnen de bebouwde
kom. Wie werkt er aan de rela
tie tussen de bebouwde gebie
den en het omliggende platte
land. Niemand? Toch heeft dit
gebied vele functies waaronder
uitbreidingsruimte voor wonen
en bedrijven, recreatie voor de
bewoners, plaats voor agrari
sche activiteiten en ook mane
ges en tuincentra vinden er een
plek. Planologisch is het op de
grens van stad en land vaak een
rommeltje; de kwaliteit van de
groene ruimte is slecht. Het
verleden leert dat de ontwikke
ling van bebouwde en onbe
bouwde omgeving niet gelijk
waardig plaatsvindt.
Lagenbenadering
Stichting Natuur en Milieu
(SNM) en vier milieufederaties
waaronder de ZMF, werkten
mee aan een project dat de
naam droeg 'Balanceren tussen
stad en land'. Ze brachten een
brochure uit onder de titel
"Grijp die Kans'. Provincie en
gemeenten krijgen van SNM en
de milieufederaties zes aanbe
velingen mee om de kwaliteit
van het groen rond de stad te
verbeteren. Onder andere
wordt gewezen op de 'lagenbe
nadering'. Dat houdt in dat de
meest kwetsbare onderste laag
van natuur, water en bodem
sturend is voor de situering van
andere functies, die minder
plaatsgebonden zijn, zoals
wonen en bedrijvigheid. Een
voorbeeld van die lagenbenade
ring staat in de visie van de
BMF en ZMF voor het grensge
bied van Zeeland en Brabant
waarover in de vorige Wantij
een artikel stond (ZeeBra wil
geen strepen meer). Een ander
advies betreft fasering. Per
besluit- en uitvoeringsfase moet
sprake zijn van een evenwichtig
pakket van 'rode'en 'groene'
onderdelen.
De brochure "Grijp die Kans" is
op te vragen bij de ZMF, bij
Geertje van der Krogt, mede
werkster planologie. Tel.
0113230075 gvdkrogt@zmf.nl
(GvdK)
Bijgaande foto ontvingen we
van Wantij-lezer Willem Mol als
reactie op het artikel over de
samenwerking tussen de BMF,
de ZMF en milieuvereniging
Benegora in de vorige Wantij
onder de kop: ZeeBra wil geen
strepen meer. Waarvoor dank!
(WdW)
ZMF en de WCT-adver-
tentie
Op 12 juni heeft de ZMF
gebiuik gemaakt van een grote
advertentie in de PZC om haar
mening over de WCT uiteen te
zetten. Daar is bewust voor
gekozen. De WCT is een van de
meest ingrijpende projecten in
het naoorlogse Zeeland. Omdat
9 WANTIJ juli '02