Hoe Canisvliet (tweemaal) gered werd Dankzij dwarsdrijverij vogelaars Franklin L.L. Tombeur Zeeuws-Vlaanderen is het land van de kreken. Ze vormen een steevast onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur, de ruggengraat van de natuur. Dit is wel eens anders geweest. Canisvliet is het j mis kan gaan, maar toch nog goed ki voorbeeld hoe het Canisvliet is een deel van een laat- 1 middeleeuws krekenstelsel, ontstaan door de zee, nabij Sas van Gent. Hier lag driehonderd hectare "waarde loos" open water, laag drassig grasland, rietkragen, sloten en moerassige stukjes. Die werden van 1962 tot 1964 onderge- spoten met slib afkomstig van de kanaal verruiming Gent - Terneuzen. "Het waren gouden tijden," zei men. De visie van de bestuurders werd geprezen en men had het over "grootse realisaties". Al is het veertig jaar geleden, de "golden sixties" van de vorige eeuw laten nog steeds hun sporen na. U kent ze wel, de vele v's: verlies van habitat, verdroging, vermesting, verzuring, versnippering, ver ruiging, enzovoorts. Dankzij nieuwe bestrijdingsmiddelen, kunstmest, mecha nisatie en betere ontwatering kon de agra rische sector aan schaalvergroting en (over)productie beginnen. Daarbij gehol pen door enorme ruil- en herverkavelin gen konden "waterzieke" gronden omge zet worden in vruchtbare landbouwgron den. De welvaart lag binnen handbereik Zeeuwse vogelrijkdom De rijkdom aan fauna, flora en landschap die toen in Canisvliet verloren ging, was immens. Zelf kan ik er nog wat beelden van oproepen maar het is vooral Johan van den Steen, lokaal vogelaar, die ons gegevens uit die tijd heeft nagelaten. Zijn vogelaantekeningen uit de jaren vijftig jaren getuigen nog van pure Zeeuwse vogelrijkdom broedvogels als woudaap je, zwarte stern, paapje en geelgors spre Vis uitzetten in de kreek van de seizoenen, in Canisvliet bezorgde het Johan slapeloze nachten want het ging de verkeerde kant op met de vogels (vogels kijken heette het toen nog: veelal met een toneelkijkertje en een gids met wat zwart/wit plaatjes). De biologische verscheidenheid in het reservaat(je) ging jaarlijks achteruit de specialisten verdwenen en de generalisten kwamen in de plaats. De banalisering nam enorm toe, maar weinigen voelden zich betrokken, ook de beheerders niet. Men had toch zegge en schrijve 40 ha gered Riolering Begin jaren zeventig manifesteerde zich een nieuw ongewenst effect van de voor uitgang in de aangrenzende Belgische Karnemelkpolder waren de huizen niet aangesloten op de riolering. Huishoudelijk afvalwater stroomde via Banalisering De ongemeen grote productieverhoging, gelinkt aan een omkering van de natuur lijke waterhuishouding, - van hoog naar laag in de winter en van laag naar hoog in de zomer -, had zo zijn gevolgen. Had de boer zich nu onttrokken aan de grillen ken tot de verbeelding. Geen drukte, kleinschaligheid alom en dus behoorlijk wat biologische verscheidenheid. Johan ging destijds samen met andere Zeeuwse vogelaars van het eerste uur (F.Haak, G.Sponslee, H.Enkelaar en T.Lebret bij voorbeeld) dwarsliggen tegen het geheel onderspuiten van het krekenstelsel. Toen heeft Staatsbosbeheer de kreek en een streepje smal oeverland aangekocht. Op zich merkwaardig dat er in die tijd geld voor gevonden werd. Wie lag er immers wakker van vogels? 12 WANTIJ september '02

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2002 | | pagina 16