Foto: Kristiaan Dated
zondige leven. Of zoals het toen op de
voorpagina van 'Eilandennieuws' (Goeree)
stond: 'Gods stem is in de watervloeden
en in het loeien van de wind. Het is God
de Here die de stormvloed en de wateren
heeft gezonden. Een oordeel Gods is over
ons volk gekomen.'
Het water dus als instrument in de han
den van een wrekende God. En zoals de
voormannen spraken en schreven, zo
dachten veel volgelingen. Een onderzoek
van de socioloog Ellemers in 1953 leerde
dat 33% de ramp zag als de straf van God.
Zwemmen
Er was nóg een manier waarop het zware
geloof de angst voor het water bevorder
de, en wel door het zwemmen af te wij
zen. Nu weet ik wel dat er in heel ons
waterrijke land lange tijd geen echte
zwemcultuur heeft bestaan, maar hier
werd zwemmen tot ver in de 20ste eeuw
door gereformeerde voorgangers verbo
den. De Zierikzeese visser Jacob Schot
(die als redder in '53 ervoer wat de gevol
gen waren van het niet kunnen zwemmen
van veel mensen) vertelde mij van een
dominee op Duiveland die ver na de oor
log kinderen verbood om te leren zwem
men met de woorden: 'Water is voor de
vissen en niet voor de mensen'. De ware
reden was dat zwemmen betekent: je uit
kleden en een badpak aantrekken. En dat
was taboe.
Maar wie niet kan zwemmen heeft vanzelf
sprekend angst voor het water. En van iets
waar je bang voor bent zul je niet vlug
genieten. En als bovendien dat genieten
ook nog tot verdachte bezigheid wordt
bestempeld, geef je je er zeker niet aan
over.
Ziedaar een mogelijk antwoord op de
vraag waarom veel Zeeuwen eeuwenlang
met de rug naar het water leefden.
Vissers
Natuurlijk waren er uitzonderingen. Visser
Richard Bleijenberg uit Nieuw Namen, die
met open ogen de schoonheid van de
toenmalige Westerschelde in zich opzoog,
zei het een keer zo tegen me: 'Dolfijnen
zag ik en bruinvissen. Ze tuimelden in het
schuim van de boeggolf van de mailboten.
Als je dat zag... dat was de schepping!' Is
het toevallig dat het vooral vissers zijn die
zulke jeugdherinneringen hebben? Ik
denk het niet. Zij leefden een vrijer leven
dan de boerenarbeiders en ze gedroegen
zich ook minder onderdanig.
Dat bleek wel toen in de jaren '70 steeds
duidelijker werd dat de veiligheid die het
Deltaplan bood, betaald moest worden
met het verlies van het landschap met zijn
dynamiek van eb en vloed. Toen waren
het de inwoners van vissersplaatsen, die
in opstand kwamen. Het begon in Veere
en Zierikzee en het concentreerde zich
uiteindelijk in Yerseke. Niet alleen de vis
sers begonnen overigens dat verzet (bij
hen speelde het dreigend verlies van hun
broodwinning ook mee), maar er deden
ook veel andere 'Zeeuwen van de zeekant'
Verzet
Ik heb ze leren kennen (want ik was er
zélf bij), mensen die gewend waren op de
schorren te zwerven om er lamsoor en
zeekraal te snijden, die bij eb onderaan de
dijk krukels, mossels en oesters zochten,
die in een zanderige hoek van een dijk
zichzelf hadden leren zwemmen, die aan
de zeedijk hadden liggen genieten van het
altijd wisselende panorama. Mensen ook
die met een zeilbootje over de
Deltawatefen zwierven en zagen wat er
met het Haringvliet was gebeurd na de
afdamming. Zij roken de stank van verrot
ting die opsteeg uit de nét afgesloten
Grevelingen. Zij schrokken en zij kwamen
in verzet tegen het al te rigide Deltaplan.
En toen bleek dat de groep mensen die
wél oog had voor de dynamiek van het
Deltalandschap veel groter was dan kort
daarvoor nog voor mogelijk was gehou
den. De actiegroep Oosterschelde Open
kreeg honderden aanhangers en duizen
den donateurs.
Het optreden van die groep betekende
een mijlpaal in de geschiedenis van de
Delta. Voor het eerst in die geschiedenis
kwam een deel van de bevolking in verzet
tegen de dreigende ondergang van het
landschap. En het waren toen helaas juist
de lokale en regionale overheden, inclu
sief Rijkswaterstaat en de polderbesturen,
die de angst voor het water weer probeer
den aan te wakkeren.
Maar het verzet bleef groeien. Een peiling
onder de bevolking van de eilanden rond
de Oosterschelde leerde in 1974 dat twee
derde vóór behoud van eb en vloed achter
verhoogde Deltadijken was. En dat was
het impliciete bewijs dat in de jaren '70
de angst voor het water onder de mensen
kleiner werd en de waardering voor het
water juist groter.
8 WANTIJ december '02