Laat die nieuwe schorren maar voor de vogels Geworteld in het Zeeuwse (reactie) pKSPsiPi I Marten Postma Ik ben niet, zoals de vier schrijvers uit de vorige Wantij, geworteld in de Delta, maar ik woon nu toch ook al bijna twintig jaar onder dezelfde grijze, witte en blauwe wol kenluchten van Zeeland. Ook ik sta af en toe op de dijk en kijk over het water. Van hieruit zie je dan een overzij- Vde met een kerncentrale en indus trieën. Ver daarachter, als je goed zoekt, staat ergens tussen de kra nen en de schoorstenen de Lange Jan. Er zit iets sinisters in dat beeld, de merk waardige spanning tussen het geschreeuw van vogels en het lage gedreun van scheepsdieselmotoren. Je kunt ook een andere kant opkijken, maar eerlijk is eer lijk: het beeld verandert niet principieel. De lucht blijft grijs en wit en blauw en eronder is overal menselijke activiteit. Wat zou Slauerhoff in gedachten hebben gehad met die zinsnede 'slechts het azuur als gezag'? Het klinkt aansprekend, vooral dat azuur met zijn dubbele uu en zijn ein deloze blauwigheid. Ook is azuuren gezag zoiets totaal anders dan 'meer blauw op straat'. Slauerhoff was echter gemakkelijk depressief. Hij bracht een belangrijk deel van zijn leven op verre oceanen door, als scheepsarts met water onder en lucht boven hem. Een permanente vreemdeling. De meesten van ons zijn zo niet en zijn daar ook gelukkig(er) mee. Staande op de dijk met je kop in de wind gaan we toch weer terug naar het land daar beneden en zoeken de mensen op. Er zijn dan ook dichters geweest die schreven dat 'het volk een schoner zee is dan water' en daarmee bedoelden dat de menselijke bestemming niet in grauwe eenzaamheid ligt. -- tZT :-r. '.-V v F vv-"j - - - Houding Wat hebben die haveninstallaties met het azuren Zeeland te maken? Het gemeen schappelijke zit 'm in onze houding ten opzichte van de natuur. Natuur is om iets mee te doen, zal de een zeggen en bag gert de Schelde dieper uit; de ander zal iets heel anders zeggen, bijvoorbeeld dat hij moet kunnen voelen dat hij ergens geworteld is... Hij doet geen vlieg kwaad, behalve dat de scholekster boven zijn hoofd zich natuurlijk kapot ergert aan die menselijke aanwezigheid. In de beide gevallen is natuur iets wat op de een of andere manier de moeite waard is om onze aandacht aan te geven. Onze hou ding ten opzichte van natuur is een door de tijden heen een ingewikkelde geweest. Terecht merkt Commissaris van de Koningin Van Gelder op dat we met onze rug naar het water leven, het water dat in dit Zeeuwse geval min of meer identiek aan natuur is. Natuur was geen pretje, eeuwenlang. Integendeel. Weliswaar komen we er uit voort en hebben er van leren eten, maar altijd ten koste van gevaar en verlies van levens. De vis werd duur betaald. Natuur is ook altijd onbe trouwbaar gebleken: daar komt dat water weer aanspoelen en soms een beetje te heftig. Binnen de eerste vijf letters van het alfabet al 22 dorpen weggespoeld. Dat was natuurlijk overal zo, natuur was altijd en overal soms een beetje te heftig voor ons. Hier het water, daar de bergen, weer elders de koude of de hitte, of de tijgers. Want de natuur is niet de mens ter wille, om maar weer eens met de dichters te spreken. Grondstof Het is echter een bekend gegeven dat onze attitude ten opzichte van de natuur aan het eind van de 18e eeuw drastisch veranderd is: met het vergroten van zijn technologische armslag vergroot de mens zijn bestaanszekerheid en verkleint tegelij kertijd zijn angst voor het vreemde: natuur wordt op een aangename wijze spannend. Waar we tevoren nog slechts de zogenaamde tuinlandschappen op schilde rijen zagen, verschijnen nu woeste zeeën en bergen. Waar donder en bliksem ooit vrijwel alle volkeren inspireerden tot beel den van een boze godheid, staan nu wetenschappers buiten met een vlieger aan een metalen draad om dat eens fijn tjes uit te zoeken. We weten ondertussen hoeveel meer macht en hoeveel meer armslag ons die kennis heeft opgeleverd: natuur is tot een grondstof geworden, soms tot een aardigheidje en zelfs nog maar amper meer aangenaam spannend. Je kunt het ondertussen op de meest diverse manieren exploiteren en (oh samenhang!) natuur werd iets waar je je ter recreatie in kunt vermeien. Zo blijkt dat er wel degelijk een culturele samen hang is tussen de vogelaar en de vliegma chine, tussen de Prestige en de milieube schermer. Ze zijn beiden een product van een mensheid die met een vuistbijl in de hand zijn angst overwon voor het oer woud en daar toen een erts vond en zich een ijzeren bijl smeedde. Toen de bijl een geweer was geworden, voelde die mens zich ook veilig genoeg om genoegen te 12 WANTIJ april '03

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2003 | | pagina 12