Algen doodsteek voor Volkerak-
Zoommeer
ZMF wil zoute getij terug
"Zout en zoet
water moeten
elkaar weer
ontmoeten"
Wantij van eind 2000 bevatte een alarmerend verhaal
over de verkeerde ontwikkelingen in het Volkerak-
Zoommeer. Blatiwalgen verstikten en vergiftigden het
meer en noopten tot het nemen van drastische maatrege
len. Het verhaal veroorzaakte de nodige commotie.
Inmiddels zijn er twee en een half jaar verstreken en ligt
het voor de hand te bezien hoe de situatie nu is.
hHoe zat het ook weer met dat
Volkerak-Zoommeer? Het zoete
meer ontstond in 1987 na voltooi
ing van de Oesterdam en de
Philipsdam. De dammen dienden het
getijverschil in de Oosterschelde op
niveau te houden. Bijkomend voordeel
was dat de landbouw in de regio een lang
gekoesterde wens in vervulling zag gaan
en een stilstaand zoetwaterreservoir in de
achtertuin kreeg in plaats van zout getijde
water. De Zeeuwse boeren droomden
eind jaren vijftig nog van een scala aan
nieuwe zoete meren (Grevelingen, Veerse
Meer en Oosterschelde), maar in de loop
der tijd waren die dromen stuk voor stuk
niet uitgekomen. De druk vanuit de land
bouwsector om achter in de
Oosterschelde een zoet bekken te creë
ren, was begrijpelijkerwijs groot.
Zwemverbod
Na een aanvankelijk zeer positieve ecolo
gische ontwikkeling in het Volkerak-
Zoommeer zette vanaf de beginjaren
negentig geleidelijk een negatieve trend in
die nog steeds niet is omgebogen. Het
probleem manifesteert zich door de groei
van blauwalgen. Deze algen drijven sinds
1994 in de nazomer in dikke lagen op het
water waardoor het wateroppervlak wordt
afgesloten van licht en lucht. De blauwal
gen scheiden bovendien giftige stoffen af.
Om die reden geldt gedurende de explo
sieve groei van de algen een zwemverbod
voor recreanten. De oorzaak van de plaag
is de hoge concentratie meststoffen die via
de riviertjes Mark en Vliet worden aange-
voerd vanuit het Brabantse en Vlaamse
achterland. De meststoffen stimuleren de
groei van plankton, terwijl de natuurlijke
vijand van de algen (de watervlo) veel ter
rein heeft verloren vanwege een uitdijen
de witvispopulatie. Pogingen om via actief
biologisch beheer de negatieve spiraal om
te buigen zijn tot dusver niet succesvol
De poging behelsde het uitzetten en ver
beteren van de leefomstandigheden van
roofvis om de witvispopulatie te beperken
en aldus de watervlooien te stimuleren
om zodoende uiteindelijk de consumptie
van de algen te vergroten.
Dood
Sinds de Zeeuwse Milieufederatie de
noodklok luidde, zijn de problemen met
de blauwalgen slechts in omvang toegeno
men. In 2002 heeft de blauwalg zo goed
als zeker geleid tot de dood van zo'n 5000
watervogels in het meer (waaronder 4000
wintertalingen, 1 procent van de wereld
Vorige zomer stierven vierduizend wintertalingen en will
er een zwemverbod als gevolg van giftige blauwalgen.
Foto's: Jaap Wolterbeek
populatie). De noodzaak om drastische
maatregelen te nemen is er dus niet min
der op geworden. Integendeel: de vraag is
welke maatregelen volstaan. In 2000
beschreven we twee haalbare opties: een
zoetwatermeer zonder aanvoer van mest
stoffen of een zout getijdegebied door
aantakking op de Oosterschelde of even
tueel de Westerschelde.
Zoute getij terug
De regionale natuurbeschermingsorgani
saties hebben deze opties in de afgelopen
periode doorgelicht en zijn tot de conclu
sie gekomen dat een zoute getijvariant
(via Oosterschelde) voor de waterkwaliteit
en de natuur het meeste perspectief biedt.
De situatie van vóór 1987 zou er gedeelte
lijk mee kunnen worden hersteld, al zal
het getijverschil beneden de toenmalige 3
meter uitkomen. Een getijverschil van
goed 1 meter lijkt echter voldoende om
de dynamiek in het bekken en langs de
boorden ervan terug te krijgen. Als ook
nog zoet water vanuit het Hollandsch
Diep zou worden ingelaten kan zelfs de
situatie van voor 1969, met een geleidelij
ke overgang tussen zoet en zout, voor een
deel worden hersteld. De blauwalgen
overleven de zoute omstandigheden niet,
6 WANTIJ juli '03