Antitankmuur Foto: Jan Moekotte de Trekdijk (waar we net overheen kwa men). Die polder zou dan, als compensa tie voor de WCT, aan de zee kunnen wor den terug gegeven. Daar zou dan weer een buitendijks gebied ontstaan waar eb en vloed slikken en schorren kunnen vor men. Daarvoor zou zelfs een deel van de Ritthemsestraat worden opgebroken. Toch is dat plan nu al omstreden, want bij hoog water zal de zee dan aan de teen van de antitankmuur kietelen. Cultuurbeschermers komen daartegen geheid in het geweer. Iets voorbij Fort Rammekens zien we waar in 1944 de Geallieerden de zeedijk bom bardeerden in een poging om de Duitsers te verdrijven. "Twee maal per etmaal zwalpten twintig miljoen kubieke meter zout water door de bressen naar binnen, tot aan Middelburg toe, schreef A. den Doolaard in "Het verjaagde water" (3). In dat boek beschrijft hij gedetailleerd hoe de watertovenaars" Walcheren na hels geploeter weer droog kregen. Daarbij kwam een nieuwe zeedijk wat meer land inwaarts te liggen. Voor die nieuwe dijk stoven duintjes op en werd in 1999 gecompenseerd wat aan natuur verloren ging door de laatste verdieping van de Westerschelde. Een paar keer per jaar stroomt het zeewater hier door de bressen in de zeereep naar binnen. Tureluur, kluut en strandplevier vinden hier weer een plaats om te broeden. Zeeschepen We gaan het bos van Rammekens door, muisstil is het hier, we gaan het bos weer uit, door een weitje langs de kreek. Weer gaat het doek op voor een aangenaam panorama. De wandelaar die afwisseling wil komt hier aan zijn trekken. We gaan de zeedijk over. Grote zeeschepen komen op vijftig meter uit de kust voorbij. We zien hoe loodsen van boord gehaald wor den. Achter de dijk ligt een waterzuive ringsinstallatie die het rioolwater van heel Walcheren zuivert en via een spuikom bij laagwater op zee loost. Twee houten schuifdeuren, zo groot als middeleeuwse stadspoorten klapperen in de geleiders. Kunnen kraaien plezier maken? Ja, ze laten zich, komend vanuit de luwte achter de dijk, verrassen door de wind uit zee en herhalen die capriolen keer op keer. 4.Vlissingen Het laatste uur lopen we door een deso laat gebied, een van Walcherens zere plek ken. Rechts de "bidonville" van Vlissingen; een verzameling Romneyloodsen waar vooral autohandel huist, links het trainingscentrum van de Vlissingse brandweer (goed te zien en te ruiken), boven ons hoofd knetterende hoogspanningskabels (die binnenkort onder de grond worden weggewerkt), daarna tien, twintig olieopslagtanks, waar van er ooit een leegliep. Het is een terrein waar je een lijk verwacht. Els: We probe- 14 WANTIJ december'04 ren de wandelaar tijdens die laatste lood jes nog wat op te beuren." Langs de Westerhavenweg staat een prachtige ruig tevegetatie, met o.a. wouw (leverde vroe ger gele verfstof)pastinaak (was voor de komst van de aardappel een belangrijk volksvoedsel), kompassla, vlasbekje en gele morgenster. We stoppen bij het kopstation van Vlissingen. Het rondje Walcheren is compleet. Vier trajecten van elk ongeveer 15 kilometer met vier verschillende gidsen. De klok is rond, de taart is op Horeca onderweg Cafe De Rode Leeuw in Nieuw- en St Joosland. Voetnoten 1www.walchersewandelingen. nl 2. J.C. van Schagen, Welzinge uit Domburgse Cahiers XVII 1970 (ook opgenomen in "Ik doe niet meer mee"; de Prom, 1986) 3. A. Den Doolaard, Het verjaagde Water, 1947, Querido Amsterdam. Dit boek, in antiquariaten nog voor 5 euro te vinden, is in 2001 heruitge geven (42 euro): Jan Moekotte is lid van de Wantijredactie.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2004 | | pagina 14