Het wordt natter en warmer Het klimaat verandert. Wat betekent dat voor Zeeland, voor de natuur, voor de landbouw, voor de veiligheid achter onze duinen en dijken? Wordt u er warm of koud van? Kunnen we er wat aan doen? Op deze vragen proberen we in deze Wantij een antwoord te geven. Ook Zeeuwse klimaat verandert Het klimaat verandert veel sneller dan we dachten/ Jos Broeke Het klimaat is de laatste jaren volop in het nieuws, het is letterlijk en figuurlijk een 'hot item'. Het klimaat zou warmer worden met allerlei daarbij passende doemsce nario 's. Wat hangt ons wereldwijd en speciaal in Zeeland boven het hoofd? We moeten eerst afspreken wat Wwe onder het klimaat verstaan. Klimaat is het gemiddelde weer van een plaats of gebied. In Nederland gebruiken we daarvoor nu de gegevens uit de periode 1971-2000. Bij het begin van een nieuw decennium ver schuift deze periode 10 jaar. We kunnen natuurlijk ook verder in de tijd terugkijken: na de laatste Ijstijd begon zo n 18.000 jaar geleden een snelle opwarming naar de warmere periode waarin we nu leven. Maar ook in de afgelopen duizend jaar varieerde de temperatuur: in de Middeleeuwen heerste in Noordwest- Europa een mild klimaat met zachte win ters en warme zomers. In de periode 1500-1800 werd het veel kouder, er kwa men veel strenge winters voor. In de tweede helft van de 19e eeuw en de 20e eeuw is het weer warmer geworden. Kijken we naar de vorige eeuw, dan valt op dat de periode 1900-1940 veel zachte winters opleverde. Tussen 1940 en 1965 kwam een aantal strenge winters voor, na 1965 waren er juist weer veel zachte win ters. De zomers van 1900 tot 1930 waren overwegend koel. Daarna werden de zomers warmer, maar het tijdvak 1950- 1975 bracht weer veel koele zomers. Warmste zomer Sinds 1975 is het 's zomers warmer geworden met als record in 2003 de warmste zomer sinds het begin van de WNF Panda, december 2004 metingen in Nederland. Kijken we naar de gemiddelde jaartemperatuur dan is een plotselinge sprong opgetreden in 1988: het gemiddelde ging met 0.8 graad omhoog. In de toptien van warmste jaren staan uitsluitend jaren na 1988. De warm ste jaren waren: 1990, 1999 en 2000. Alleen in 1996 lag de gemiddelde jaartem peratuur onder normaal. In de toptien van koudste jaren is 1963 het laatste jaar dat we tegenkomen. De hogere tempera turen gaan gepaard met meer neerslag. Alle winters met een neerslag van meer dan 500 mm kwamen na I960 voor. Waarnemingen Nederland beschikt over een unieke reeks van bijna 300 jaar instrumentele metin gen. Waterbouwkundige Cruquius begon in 1706 in Delft met weerkundige waarne mingen. De langste meetreeks is echter die van huize Swanenburgh bij Halfweg, waar tussen 1735 en 1861 metingen wer den verricht. Voor gegevens van voor 1700 zijn we aangewezen op oude documen ten, jaarringen van bomen en boringen in gletsjers, ijskappen en diepzeesedimen ten. Uit de archieven van de maatschappij die een trekschuit liet varen tussen Leiden, Haarlem en Amsterdam kon men de gemiddelde wintertemperatuur aflei den. Uit de kwaliteit en de kwantiteit van de wijn kon iets gezegd worden over de zomertemperatuur. Ook uit geschriften van schippers en uit schilderijen en gravu res konden conclusies over het weer en klimaat worden getrokken. Zeeland Ook in Zeeland werden meteorologische waarnemingen uitgevoerd, onder andere door Abraham Muller in Vlissingen (1768- 1773) en Job Baster in Zierikzee (1752- 1775). Wellicht de bekendste reeks is die van Johan Adriaen van de Perre (1780- 1788 in Middelburg en Oostkapelle). De reeksen in Zeeland zijn echter vrij kort, bovendien is veel historisch materiaal ver loren gegaan bij de grote branden na de beschietingen van Middelburg op 17 mei 1940. In Vlissingen werd op 1 december 1854 een weerstation opgericht. Pas na de Tweede Wereldoorlog kwamen elders in Zeeland ook weerstations en toen bleek dat de waarnemingen van het kuststation Vlissingen niet representatief zijn voor Zeeland. In onze provincie treden grote verschillen op in gemiddelde maximum- en minimumtemperaturen tussen de kust en meer landinwaarts gelegen gebieden. Ook de grondsoort speelt een rol. Zo blijkt het zuidoosten van Zeeuws- Vlaanderen in de zomermaanden één van de warmste gebieden van ons land te zijn. De nachtelijke temperaturen liggen daar en ook in het duingebied van Schouwen- Duiveland aanzienlijk lager dan vlak aan Klimaatverandering De oorzaken van klimaatverandering zijn voor een deel natuurlijk: verschuivingen van continenten en zeestromen, inslagen op aarde van kometen of meteorieten, verhoogde vulkanische activiteit, variaties in de aardbaan, veranderende zonneactivi- 3 WANTIJ April '05

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2005 | | pagina 3