het Schelde-estuarium van meet af aan als belangrijk inhoudelijk thema werd meege nomen. Naast economie en natuur was veiligheid het derde thema, maar dat speelt meer in Vlaanderen dan in Zeeland. Uiteraard heeft de ZMF het risico inge schat in het pak genaaid te worden en onbedoeld medeplichtig te worden aan de teloorgang van het Schelde-estuarium. Formeel was die kans erg klein, omdat we ons op voorhand nergens aan bonden. Meedoen betekende dus niet dat we later in de inspraakfase buitenspel zouden staan. Onze collega's in de Randstad had den bovendien net goede ervaringen opgedaan met de plannenmakerij rond de Tweede Maasvlakte en ProSes zou op dezelfde leest geschoeid worden. Qua beeldvorming was het risico groter, want de buitenwacht verlangt nou eenmaal oppositie van de natuurbeweging tegen welke ingreep in het Schelde-estuarium dan ook. ffoe reëel de kans op imagoscha de ook was, op inhoudelijke gronden heb ben we de uitnodiging aanvaard. Lijst gedeelde inzichten Een sleutelbegrip in de hele aanpak van ProSes was Joint Fact Finding: een term voor het inventariseren van inzichten waarover geen verschil van mening bestaat. Uit bestuurskundige studies blijkt dat partijen vaak van begin tot eind van een proces tegenover elkaar blijven staan, omdat ze het over feitelijkheden oneens zijn. Het is dan meer een geloofskwestie dan een rationeel verschil van mening. Ter toelichting een voorbeeld. Je kunt met elkaar van mening verschillen of appels lekker zijn of dat 1.50 per kilo een acceptabele prijs is. Maar dat appels bepaalde vitaminen bevatten en daarmee nuttig kunnen zijn voor de gezondheid, daarover moet je het eens kunnen wor den. Als vervolgens vitaminegebrek onder de bevolking aan de orde is, hoef je niet meer te discussiëren over de vraag of appels gezond zijn, maar kun je meteen over naar de vraag of appelverstrekking een efficiënte maatregel zou kunnen zijn. Welnu, voor ProSes geldt feitelijk een ver gelijkbaar verhaal: als je niet meer hoeft te discussiëren over de (on)schadelijkheid of winstgevendheid van verder verruimen of over de ecologische wenselijkheid van natuurontwikkeling, dan kun je je concen treren op de overblijvende discussiepun ten. Meedoen aan zo'n traject van Joint Fact Finding vereist weliswaar deskundig heid op verschillende terreinen, maar omdat we als Vlaams-Nederlandse natuur beweging goed georganiseerd zijn en ver schillende deskundigen in ons midden hebben, was de keus niet moeilijk. Een bijkomend voordeel van onze intensieve betrokkenheid bij het onderzoek was dat we goed op de hoogte bleven van de nieuwste inzichten. Ontpoldering Het ProSes-onderzoek leverde in de zomer van 2004 drie cruciale Joint Facts op: (1) de morfologische modellen voorspel Hedwigepolder: nieuwe getijdenatuur kan alleen door ontpoldering Foto: Jaap Wolterbeek len geringe schade voor de Westerschelde bij verdere verruiming, (2) de economische prognoses van de ver ruiming zijn zeer positief, waarbij onge veer een derde van de baten in Nederland zal terechtkomen, (3) de natuurkwaliteit van het estuarium schiet tekort, vooral omdat de ruimte ont breekt voor de kenmerkende estuariene processen, zoals het wandelen van geulen en schorvorming. Zoals gesteld, over deze inzichten bestond overeenstemming. De consequentie ervan was -je kunt er niet omheen- dat die ver ruiming moeilijk op inhoudelijke gronden viel te bestrijden. Omgekeerd kon het natuurprobleem niet (langer) worden gebagatelliseerd. En dus was het raam werk van de Ontwikkelingsschets 2010 meteen duidelijk: het zou bestaan uit de voorgestelde verruiming èn uit natuuront wikkeling door ontpoldering. De vraag was alleen nog: hoeveel natuurontwikke ling? Zeeuwse bestuurders in lastig parket Het opmerkelijke van de ontstane situatie was dat de Antwerpse havenwereld en de natuurbeweging, vaak eikaars tegenpolen, zich prima konden vinden in dit pakket, maar dat de bestuurlijke Zeeuwse verte genwoordiging zich plotseling in een las tig parket bevond. Die verruiming was 8 WANTIJ Oktober '05

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2005 | | pagina 8