immers vooral goed voor Antwerpen, ter wijl de ontpoldering -niet bepaald een hartenwens van bestuurlijk Zeeland- in deze provincie moest plaatsvinden. Afzwakken Ook de Nederlandse overheid is zich waarschijnlijk rot geschrokken, want daar ging men er altijd vanuit dat Vlaanderen de kosten voor de natuurontwikkeling op basis van de Vogel- en Habitatrichtlijn zou moeten betalen. Nu echter niet zozeer de verdere verruiming schade leek te gaan aanrichten, maar de verplichting tot natuurontwikkeling werd herleid naar alle ingrepen uit het verleden, moest Nederland zelf gaan meebetalen aan natuurontwikkeling. Probleem voor het Rijk en de Provincie was bovendien dat zij niet, zoals het Antwerpse havenbedrijf en de natuurbeweging, hadden geïnvesteerd in het onderzoekstraject. Men had niet meegedaan aan de Joint Fact Finding, gedeelde inzichten net op tijd de status van feit hadden verkregen, waardoor de politiek er niet aan voorbij kon gaan. De schets bevatte niet alleen een verbeterde natuurparagraaf, maar legde ook de onlos makelijke koppeling tussen de verruiming en de natuurontwikkeling: zonder natuur ontwikkeling geen verruiming. Na zijn vol tooiing werd de schets direct door de Vlaamse regering goedgekeurd. In Nederland duurde dat vier maanden lan ger, maar daar waren de meningen dan ook meer verdeeld. In maart 2005 ging de Nederlandse regering akkoord en werd de Provincie Zeeland gevraagd de regie over een natuurontwikkelingsplan van mini maal 600 ha te voeren. Zeeuwse politiek nog niet overtuigd Die laatste vraag heeft Zeeland nog niet beantwoord (Provinciale Staten besluit hierover op 7 oktober. Het dagelijks Uitgekleed Ogenblikkelijk veranderde de sfeer van openheid, die het proces tot dan toe had gekenmerkt. Zonder argumentatie werd de natuurparagraaf in achtereenvolgende concepten van de schets uitgekleed. Juist toen het er op leek dat de politiek een niet onderbouwde schets zou doordruk ken en wij onze messen al gingen slijpen voor een juridische procedure, leidde een cruciale risicoanalyse van ProSes er toe dat de natuurparagraaf flink werd opge waardeerd tot 620-790 ha estuariene natuur. Je zou kunnen zeggen dat de bestuur van de provincie heeft inmiddels een onderbouwing ontvangen van minis ter Veerman voor de 600 ha estuariene natuur en naar aanleiding daarvan een positief advies aan Provinciale Staten geformuleerd). Weliswaar bereidt men zich voorzichtig voor op de regierol, maar de Zeeuwse politiek is nog niet overtuigd. Die eist eerst een onderbouwing voor de onvermijdelijkheid van minimaal 600 ha nieuwe estuariene natuur. Een teleurstel lende gang van zaken, omdat binnen ProSes al lang als een gedeeld inzicht was erkend dat 600 ha natuurontwikkeling slechts een beginstap kon zijn. De 600 ha is dan ook al lang en breed vastgesteld, maar had er plotseling wel alle belang bij dat de onderzoeksconclusies werden afge zwakt. Vooral de noodzaak tot natuuront wikkeling kwam onder vuur. Land van Saeftinghe was vroeger ook polder Foto: Jaap Wolterbeek niet als wetenschappelijk voorstel, maar als politiek compromis. Het benodigde geld voor de inrichting en voor daarbij passend landbouwbeleid is zelfs al toege zegd, samen 200 miljoen euro. Rituele waarde De eis van de Zeeuwse politiek heeft daar om meer rituele waarde dan reëel politie ke. De keus gaat namelijk niet tussen wel of geen 600 ha natuurontwikkeling, maar tussen wel of niet zelf die natuurontwik keling regisseren en die proberen in een groter pakket aan gebiedsgerichte maatre gelen te verpakken. Als de Provincie de regierol afwijst, richt het Rijk zelf mini maal 600 ha nieuwe estuariene natuur in. En dat kan dan wel eens zonder fluwelen handschoen gaan. De ZMF hoopt dat de Provincie wel de regierol zal aanvaarden en is in dat geval bereid constructief mee te zoeken naar een breed gedragen pakket van maatrege len. Dat biedt meer perspectief op een voor de betrokkenen acceptabele realisa tie van de natuurontwikkeling dan wan neer het Rijk op eigen houtje aan de slag gaat. Voorwaarde voor de medewerking van de ZMF is wel dat de betreffende besluiten uit de Ontwikkelingsschets 2010 gere specteerd worden. Dat lijkt een open deur, maar het kan geen kwaad dit nog eens te herhalen Standpunt ZMF over besluiten Ontwikkelingsschets 2010 het minimum van 600 ha natuurontwik keling staat niet ter discussie; estuariene natuur is natuur die werkelijk deel uitmaakt van het estuarium. In de praktijk betekent dat ontpolderen en niet gepruts met binnendijkse natuur aan een pijpje of jachthavennatuur. De visie De Schelde Natuurlijk! (www.descheldena- tuurlijk.nl) bevat concrete voorstellen waar volgens de natuurbeweging wélke natuur zou kunnen worden aangelegd; de inrichting moet uiterlijk in 2010 in uitvoering zijn; het beschikbare geld is bedoeld voor natuurontwikkeling en daarbij passend landbouwbeleid en niet voor andersoorti ge zaken, zoals het aanleggen van een strandje of een fietspad. Dergelijke zaken passen best in een gebiedsgericht beleid, maar horen uit andere potten betaald te worden. Vincent Klap is coördinator Werkgroep Schelde-estuari- um en Delta-overleg bij de Zeeuwse Milieufederatie. 9 WANTIJ Oktober '05

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2005 | | pagina 9