an doemdenken naar
doendenken
deThijs
Kramerlezing
MmmismvtTtirMdï
Lex Kattenwinkel
Wantij vroeg vers van de pers luisteraars naar de Thijs
Kramerlezing naar hun reactie. Voldeed de lezing aan
hun verwachtingDeed men inspiratie op?
Erwin Verhage, Zierikzee:
"De lezingen hebben me wat extra kijk
egeven op de processen hoe om te gaan
net de Deltawerken in de 21e eeuw.
Vooral de tweede spreker, Sijmons, heeft
Indruk op mij gemaakt. Hij gaf met aller-
'ei voorbeelden aan welke kant het op
kan gaan. Volgens mij heeft verbetering
van de waterkwaliteit de hoogste priori
teit. Het tegengaan van verzilting en een
oplossing vinden voor de blauwalgproble-
matiek, daar gaat het in de eerste plaats
om. In de Oosterschelde,
Krammer [Volkerak en Grevelingen zijn
m deze problemen zo urgent dat beslissin-
yen geen uitstel verdragen. Problemen
•net waterkwantiteit zijn veel minder
urgent. Dat kunnen we wel aan. Ik weet
ook niet of de zeespiegelstijging nu wel
zo 'n groot probleem wordt. Door de kli
maatverandering zullen er wel hogere
J pieken komen, waartegen bescherming
Mnodig is. Je kunt dat doen door het creë
ren van schorren en slikken vóór de
harde zeewering. En misschien moeten
we overstromingsgebieden aanleggen ach
ter de zeeweringen, net als langs de grote
rivieren. We moeten niet alleen maar
denken in harde elementen. Dat werkt
niet, want water is toch sterk.
Adriana van Haperen,
Koudekerke:
'De lezingen van Sijmons en Van
Schuppen spraken mij het meest aan.
Vooral vanwege hun uitgangspunt dat je
de moed moet hebben om prioriteiten te
stellen. We zijn gewend dat als we de
natuur 15 procent geven dat we dan de
landbouw ook 15 procent geven. Of even
veel voor de recreatie als voor de visserij.
Het gevaar is dat het dan een beleid van
niks wordt. Je moet kiezen, pas dan kan
er iets nieuws ontstaan. Zonder een sec
tor uit het oog te verliezen natuurlijk. We
moeten af van die evenredige bedeling.
En we moeten ook niet bang zijn af en
toe wat in te leveren. Zoals we nu leven
het kan best wat minder. Wat de toe
komst van de delta betreft, vind ik dat
we meer gebruik moeten maken van wat
de zee ons geeft. We kunnen de Voordelta
vergroten door zeëstromingen en daar
mee het zandtransport beïnvloeden. Met
één dam op de juiste plaats kun je al heel
veel doen om het zand op de juiste plaats
te krijgen. We kunnen ook de vorming
van slikken en schorren stimuleren.
Daarnaast moeten we Zeeland als groen
gebied op de kaart zetten. En als lande
lijk woongebieddankzij internet hoeven
veel mensen niet meer dicht bij bun werk
te wonen. Dat pessimisme van 'het wordt
een provincie met allemaal bejaardenis
nergens voor nodig.
Veronica Frenks, Vlissingen:
"Van Schuppen heeft me zeer aangespro
ken met zijn vergelijking tussen het apol-
linische en het dionysische. Dat komt bij
Nietschze vandaan. De apollinische mens
wil met zijn denken alles beheersen: de
rede, techniek, rechtlijnigheid. De eerste
spreker, Schotting, zat op deze apollini
sche toer. Aan de andere kant heb je het
dionysische: speelsheid, het creatieve en
ongebreidelde. Het aardige is nu juist dat
je ze allebei nodig hebt. Ze vullen elkaar
aan. Van de tweede spreker, Sijmons, had
ik meer verwacht. Hij komt vaak met
revolutionaire oplossingen, maar dit keer
bleven die uit. Wel leuk is zijn stelling ten
aanzien van het klimaatprobleem: niet
doemdenken maar doendenken. Je moet
doen en al doende kom je tot oplossin
gen. Hij had het ook over de paardeneco-
nomie en pleitte in dit verband voor heg
gen als afscheiding van paardenweitjes,
in plaats van al die lelijke witte hekken.
Nou, ik moet er niet aan denken dat
Noord-Beveland een heggenlandschap
wordt. De wijdsheid moet wel blijven. De
boeren moeten ook blijven. Een gezonde
landbouw is de beste garantie voor een
verzorgd landschap. Mijn ideaal is een
buitengebied met een mooie wisselwer
king tussen landbouw- en natuurgebie
den. En dan kan het best eens nodig zijn
om een polder weer terug te geven aan de
natuur. Vanuit de historie is ontpoldering
in Zeeland niets vreemds, al lagen er des
tijds andere motieven en oorzaken (oor
log, natuurgeweld) aan ten grondslag
dan nu. Het voordeel is dat je nu zelf
kunt bepalen waar het gebeurt. In moreel
opzicht moeten we respectvol omgaan
met de natuur. Dat is net zo belangrijk
als economische ontwikkeling. Nee,
belangrijker zelfs.
De familie Kramer
bij de lezing.
Foto: Jaap Wolterbeek
iy;
13 WANTIJ April'08