Zandplaten komen, zandplaten gaan Anke van der Geest Aardkundige waarden zijn objecten in of delen van het landschap, maar bepaalde pro cessen kunnen ook aardkundig waardevol zijn. Het ontstaan van op- en aanwassen kan ook tot de aardkundige waarden gerekend worden. Daarmee kun je in Zeeland een breed scala aan zandplaten, slikken en schorren met de aardkundi ge bril bekijken. Het grootste deel van het vaste •J: land van Zeeland is voormalig plaat, slik of schor. Dit artikel gaat over de dynamiek van zandplaten. Op sommige plekken in Zeeland dreigen zandplaten te verdwijnen, op andere wor den ze juist nieuw gevormd. Verdwijnen De Oosterschelde komt tegenwoordig regelmatig in het nieuws vanwege het begrip zandhonger. Door de aanleg van de Oosterscheldekering is er veel veranderd in de dynamiek van de Oosterschelde. Door de kleinere hoeveelheid water die in- en uitstroomt met de getijden komt er minder zand de Oosterschelde in. De geu len zijn nu te diep voor deze hoeveelheid water en worden geleidelijk opgevuld met zand dat van de platen waait. Er komt in dit proces geen nieuw zand meer op de plaat. Men is niet blij met dit nieuwe evenwicht en gaat ingrijpen. Zandplaten zijn wezenlijk voor de natuur in het Nationaal Park Oosterschelde. Rijkswaterstaat is in augustus begonnen met het opspuiten van de Galgeplaat in een poging om de zandhonger te beïn vloeden. De zandhonger is zo groot dat halverwege deze eeuw de Oosterschelde geen platen meer zal hebben als het pro- Zonder ingrijpen van de mens verdwijnen de zandplaten in de Oosterschelde. Foto: Jaap Wolterbeek. Voor de kust van Walcheren ontstaan nieuwe zandplaten. Foto: Anke van der Geest. ces zo doorgaat. De Tweede Deltacom missie heeft daarom geadviseerd om op termijn de Oosterschelde weer volledig open te maken. Nieuwe platen Er ontstaan ook nieuwe zandplaten. In de zee aan de zuidwestkant van Walcheren zijn een paar diepe geulen die gretig gebruikt worden door de scheepvaart. Het zijn van west naar oost: Oostgat, Galgeput, Sardijngeul. De laatste twee zijn vijftien tot twintig meter diep, het Oostgat is meer dan 35 meter diep. Deze geul wil hier eigenlijk verder naar het land verschuiven, maar dat wordt door de kustverdediging tegengehouden. De ener gie die niet landwaarts kan, gaat de diep te in. Aan de westkant van de geul ont staat juist een plaat (opwas): bij laag water is duidelijk al een branding te zien en ook bij flinke storm en hogere waterstanden is de branding zichtbaar. Hier is een zandplaat in de maak Anke van der Geest is lid van de Wantijredactie. 16 WANTIJ Oktober '08

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2008 | | pagina 16