Het Verdronken Land van Saeftinghe
Rubriek waarin Anke van der Geest de niet-levende aardkundig waardevolle natuur van Zeeland beschrijft
Anke van der Geest
Het Land van Saeftinhge is
een schorrengebied, 8x5
kilometer grootin oostelijk
Zeeuws-Vlaanderen met een
grote aardkundige waarde.
Foto: Anke van der Geest.
Onder water
In oostelijk Zeeuws-Vlaanderen
was vanaf de elfde eeuw een pol-
derlandschap ontstaan dat vero-
verd was op een schorren- en
moerasgebied. Tussen 1400 en 1570
kwam het grootste gedeelte van deze pol
ders weer onder water, onder andere
door een toename van zware stormen.
Het doorsteken van dijken in 1584 om de
Spanjaarden te weren, bracht nog meer
natte voeten. Aan het einde van de 16de
eeuw stond het water opnieuw tot waar
nu de Belgische grens ligt. Moeizaam,
maar gestaag, bracht de mens het land
weer achter de dijken. Het huidige
'Verdronken Land van Saeftinghe' is het
stuk dat buitendijks overbleef.
Slikken en schorren
Door aanslibbing ontstaan er eerst slik
ken. Als planten daarop wortelen, dan
ontstaat er snel opslibbing en spreken we
van schorren. Hoe hoger het schor wordt,
des te minder hij overstroomt.
Kreken
Kreken ontstaan in eerste instantie door
afwatering, maar kunnen zich verdiepen
en verbreden door de kracht van getij en
afslag door stuwend water bij stormen. In
Saeftinghe zijn de grote kreken wel hon
derd meter breed en hebben namen als
Hondegat, Ijskelder en Speelmansgat. Op
deze brede kreken ontwateren kleinere,
die van de hogere schorren komen. De
kreken staan bij laagtij grotendeels droog
en zijn dan min of meer beloopbaar (met
gids).
Veen
Aan de rand van het Land van
Saeftinghe, vlakbij de Westerschelde,
komt een oude veenlaag, die bij de zee
dijk enkele meters diep ligt, aan het
oppervlak. Doordat de overgang van geul
naar schor tegenwoordig nogal abrupt is,
ontstaan er door afslag kliffen en komen
grote brokken veen in het water terecht.
Deze krijgen een tweede leven door als
een soort rolstenen- zij het dan zachte- de
kreken op te sieren.
Ontpolderen of afplaggen
Het land van Saeftinghe is belangrijk
voor waterberging. Door de verdieping
van de Westerschelde komt er meer water
de zeearm in. Dat kan het smalle deel bij
Antwerpen niet aan waardoor de water
standen stijgen. Door de snelle opslibbing
van het gebied neemt het bergingsvolume
nog verder af. De aan het Land van
Saeftinghe grenzende Hertogin
Hedwigepolder is in beeld voor ontpolde-
ring. Als alternatief voor ontpolderen is
het idee geopperd om Saeftinghe af te
plaggen en de kreken uit te baggeren.
Saeftinghe is een natuurgebied
met een grote aardkundige waar
de. Het mooiste is als natuurlijke
processen daar nog vrij hun gang
kunnen gaan
Anke van der Geest is medewerkster van de
Wantijredactie.
18 WANTIJ December '08