'Wie aan de groeve komt,
komt aan mijn lijf"
Willem de Weert
Gedreven gids, gepassioneerd verteller,
alerte bewaker, 'Kautermol' Richard
1 Bleijenberg is niet voor één gat te vangen.
De aardkundig waardevolle groeve naast
zijn huis in Nieuw-Namen bewaakt hij
als een leeuw. "De groeve is als mijn lijf,
mijn ziel en zaligheid liggen in dit stukje
aarde. Mijn grafzerk is al klaar, bedekt
met het rost zand (ijzeroer) van de plek
die ik heel mijn leven lang beheerd en
bestudeerd heb.
Richard Bleijenberg is geboren en
getogen in Nieuw-Namen, een dorp
van duizend inwoners in het zuid-
tonen van Zeeuws-Vlaanderen, vastge-
tllkt aan het Belgische Kieldrecht. Aan
ie horizon heerst de Antwerpse haven.
Eflosierest
liuw-Namen- en Kieldrecht zijn
Sepouwd op een circa 3 miljoen jaar oude
iet:vel, de Kauter genaamd, van zand,
■ïelpen, gruis en ijzerhoudende rotsen,
■l is een erosierest, de omgeving spoel-
ie weg. Er bleef een natuurlijke terp over
op 6 meter boven NAP en de polders
ig1 Heel de omgeving bestaat uit klei,
Htalve de Kauter. Die was interessant
®>r het winnen van zand, roestig zand,
rast' genaamd. Het gegraaf leverde de
inwoners van Nieuw-Namen hun bijnaam
M Kautermollen. In de Middeleeuwen
nepte de plaats Hulsterloo en komt onder
lie naam in het verhaal 'Van den Vos
wynaerde' voor. Jaarlijks worden nog de
Hulsterloose Feesten gevierd waarbij de
bevolking zich vermaakt in de feesttent
op het sportveld. De schrijver mocht het
meemaken.
Groeve
Op het hoogste punt van het dorp ligt de
onder geologen vermaarde Meester Van
der Heijdengroeve. Beheerder Richard
Bleijenberg woont er pal naast, aan het
pad tussen café 't Rost Zand en de kerk.
Aan de overkant staat het huis waar hij
73 jaar geleden ter wereld kwam. Tussen
geboortehuis en woonhuis ligt, verscho
len achter een bosje, 'zijn' groeve. De
groeve is het centrum van zijn wereld, die
van Den Helder tot Charleroi reikt, de
verste plaatsen waar hij in zijn leven
geweest is.
Schrijvertjes
Achter het huis van Bleijenberg kwam in
1948 een zandwinning. Als kind liep hij
vanuit de moestuin naar het diepe gat in
Richard Bleijenberg in de groeve van Nieuw-Namen.
Foto: Willem de Weert.
de grond en nestelde zich naast de plas
die met grondwater gevuld was. Uren kon
hij turen naar de schrijvertjes die als in
het gedicht van Guido Gezelle over het
wateroppervlak scheerden. Hij ving er
salamanders die hij jonge krokodillen
noemde. "Ik denk dat daar mijn passie
begon."
De jonge Richard zat bij meester Van der
Heijden in de klas. "Ik was nogal een
dromer. Ik keek meer naar de meikevers
buiten dan naar het bord." Meester Van
der Heijden zag de aardkundige waarde
van de Kauter in en vertelde erover in de
klas. Dat boeide Richard wel, zeker als er
een fossiel de klas rondging. Maar in de
jaren vijftig werd het gat, een paar hon
derd meter lang, zestig meter breed en
een meter of tien diep met huisvuil
gedempt. Staatsbosbeheer wist de hand
te leggen op een stukje Kauter naast de
belt. Men groef een profielkuil die in
5 WANTIJ Juli '09