Jonge boer zoekt inkomen
(en natuur)
O
Het bedrijf van maatschap Janse ligt op een bijzondere plaats: buitendijks
op de voormalige schorren en slikken langs het Veerse Meer in
Wolphaartsdijk. De grond is vruchtbaar en nodigt uit tot akkerbouw, maar
is ook een ideale locatie voor kampeerders en watersporters met het meer
aan de overkant van de weg. En wat te denken van de natuur? De zeekraal
groeit spontaan langs de slootkant, de kiekendief nestelt in het graszaad.
Akkerbouw
Camping
Landschapscamping
Zeegroenten
Willem de Weert
Boer Maarten Janse is met 29 jaar een
jonge ondernemer die nieuwe wegen zoekt.
Hij combineert het akkerbouwbedrijf met
recreatie, natuur en de teelt van zilte zee
groenten. Zo worden alle kansen die de
locatie biedt, benut. Het bedrijf ontstond
toen in de jaren zestig het Veerse Meer werd
afgedamd en de schorren ingepolderd. Sinds
dien worden op 63 hectare drooggelegde
grond aardappelen, suikerbieten, tarwe en
graszaad verbouwd. Traditionele gewassen
die nog steeds de basis van het bedrijf zijn.
Maar de hedendaagse marges zijn smal.
Goede en slechte jaren wisselen elkaar af.
Als je van je huis uit op het water kijkt en de
bootjes voorbij ziet varen, is het idee snel
geboren. Van de opslag van surfplanken en
het stallen van bootjes kwam allengs de
vraag naar overnachtingsmogelijkheid. De
eerste caravan kwam op het erf. Het duurde
weliswaar vier jaar voordat de vergunning
voor vijftien staanplaatsen rond de boe
renschuur afkwam, maar in 1987 was de
minicamping een feit. Dat was destijds een
nieuw fenomeen dat daarvoor eigenlijk al
leen op Walcheren voorkwam. Toen zoon
Maarten het bedrijf overnam, ging hij op
zoek naar nieuwe wegen: 'Als ik toch voor
de kampeerders thuis moet blijven, kan ik
het ook wel groter aanpakken. Daar kwam
nog bij dat ik in een drukriolering moest in
vesteren en naar rendement zocht.'
Het plan 'Rondom het Veerse Meer' bood
de ondernemer ruimte. De gemeente Goes
ging akkoord met een 'landschapscamping'.
Hij mocht de camping uitbreiden van vijftien
naar zestig plaatsen mits hij de staanplaat
sen inpaste in het landschap en bij wijze van
compensatie een natuurgebied aanlegde.
Geen bos, maar een overgang naar het
moerasgebied op de grens van zijn akkers.
In overleg met een landschapsarchitect
plantte Maarten inheemse struiken rond
de (ruime) kampeerplaatsen, groef sloten
met natuurvriendelijke oevers, schiep met
de vrijgekomen grond hoogteverschillen
en legde een drinkpoel aan. Hij laat de na
tuur zoveel mogelijk haar gang gaan, maait
enkel paden, spuit alleen distels. Op drie
hectare campinggrond staan maar vijf lan
taarnpalen zodat de nacht de nacht blijft.
Zonnepanelen op het toiletgebouw en her
gebruik van grijs water is nog een wens.
Aan animatie en een campingkantine doet
hij niet. De opbrengst van de kippeneieren
is voor het goede doel: Brooke Hospital for
Animals (gratis veterinaire verzorging voor
werkdieren in ontwikkelingslanden). Zijn
belangstelling voor heemkunde uit zich in
de naamgeving van het bedrijf: 'Heerlijkheid
Wolphaartsdijk'. Nog een aardigheidje: de
plattegrond van de camping heeft de vorm
van het vroegere eiland Wolphaartsdijk dat
tussen Veerse Gat en Schenge lag (zie foto).
Het kwelwater is zo brak dat langs de na
tuurvriendelijke oevers van de sloten spon
taan zeekraal groeit. Ook daar zag Maarten
een kans. In 2006 zette hij samen met zijn
broer een nieuwe stap. Hij begon met het
binnendijks telen van zeekraal en lamsoor
(zeeaster). Voor de agrarische wereld is dit
zeer innovatief (in 2006 won Maarten de
tweede prijs bij een verkiezing tot meest in
novatieve jonge boer van Europa). Normaal
groeien deze zeegroenten op de schorren.
In Wolphaartsdijk worden ze nu op het land
geteeld. Ze krijgen de karakteristieke zilte
smaak door het kwelwater uit de bodem
én door de inlaat van water uit het Veer
se Meer, aan de overkant van de weg. De
verkoop is aan huis, in de boerderijwinkel.
'Maar', zegt Maarten, 'we verkeren nog in de
pioniersfase. De opbrengst is commercieel
niet interessant. We moeten heel veel uit
vinden. Over de verbouw van suikerbieten
bijvoorbeeld is zoveel kennis datje bij wijze
van spreken de datum en de opbrengst van
de oogst kunt voorspellen. Wij moeten met
vallen en opstaan leren hoe we de zeekraal
en lamsoor groot krijgen. Ik zie de teelt
meer als een uitdaging om mettertijd een
mooi streekproduct op de markt te zetten.'
De overstap naar biologische landbouw
is voor boer Janse een brug te ver. 'Dat
vergt een totaal andere manier van wer
ken, is veel arbeidsintensiever en kent
heel andere afzetkanalen. Ik zoek het in
de combinatie landbouw, recreatie en het
innoveren van streekproducten.'
Voor meer informatie:
www.heerlijkheidwolphaartsdijk.nl
www.routebureauzeeland.nl/kiekendief-
pad.lp
Willem de Weert is eindredacteur
van Wantij.
wantij juli 2011 ((13