Vergroenen in het rood
Digitale dinosaurussen
e hersenen zijn nog steeds ingesteld op een bestaan in
ingen, en hebben daarom moeite om de overdaad aan
e moderne omgeving te verwerken. Foto: Loes de Jong
6 J wantij april 2014
genoeg zijn om zich aan te passen. Deze
kinderen vertonen onrustig en druk gedrag
waardoor ze het label ADHD of een andere
stoornis krijgen opgeplakt, terwijl ze in een
natuurlijke omgeving probleemloos zou
den kunnen functioneren. Volgens auteurs
zoals Richard Louv kan ADHD dan ook
beter worden beschouwd als een natuur-
tekortstoornis in plaats van een aandacht-
tekortstoornis9. Ook de sterke toename van
andere welvaartsziekten, zoals obesitas,
COPD en depressie wordt door pessimisten
gezien als een voorbode dat de verstedelij
king en toenemende vervreemding van de
natuur hun tol beginnen te eisen.
Optimisten zoals de Amerikaanse ecoloog
Keith Tidball10 denken dat het allemaal
niet zo'n vaart zal lopen. Mensen heb
ben een grote flexibiliteit en veerkracht,
die zich vooral openbaart in extreme
omstandigheden, bijvoorbeeld tijdens
een ramp of een crisis. In zo'n situatie krij
gen mensen een dringende behoefte om
contact te leggen met de natuur. In New
Orleans ontstond er na de orkaan Katrina
bijvoorbeeld een spontane actie om oude
eiken te redden en nieuwe bomen aan te
planten. Deze neiging van mensen om in
tijden van crisis de natuur te omarmen
is door Tidball omschreven als 'greening
in the red zone', en komt volgens hem
zowel voort uit een biologisch instinct om
de band met de natuur te versterken als
een psychologische behoefte om de bete
kenis van een plek te bevestigen. Tidball
baseert zich voornamelijk op het gedrag
van mensen in gebieden die door oorlog
en natuurrampen zijn getroffen, maar zijn
theorie lijkt ook goed van toepassing op
de 'rampsituatie' van ernstige verstedelij
king en vervreemding. Zoals beschreven
door natuurfilosofen en historici, is ons
huidige, positieve beeld van de natuur ook
pas ontstaan tijdens de industriële revo
lutie, als reactie op de overvolle en ver
vuilde leefomstandigheden in de steden.
De geschiedenis leert dat vervreemding
inspireert tot verbeelding en romantise
ring van natuur, en daarmee eerder een
motor dan een bedreiging vormt van
natuurbescherming en natuurbeleving11.
Optimisten maken zich ook weinig zorgen
over de toenemende invloed van nieuwe
technologieën zoals internet, gamecom
puters en smartphones. Ze benadrukken
dat de natuur alom vertegenwoordigd
is in computerspelletjes en andere digi
tale vormen van vrijetijdsbesteding. Uit
onderzoek blijkt dat contact met de nage
bootste natuur vrijwel dezelfde positieve
effecten heeft op mensen als een bezoek
aan de echte natuur. Afgelopen jaar heb ik
zelf nog meegewerkt aan zo'n onderzoek
in het Virtual Reality centrum in Gronin
gen12. We lieten tachtig proefpersonen
eerst schokkende beelden van de honger
in Afrika zien om gevoelens van verdriet
en angst op te wekken. De ene helft van
de proefpersonen ging vervolgens naar
een virtuele vlindertuin om te herstel
len van deze ervaring, de andere helft
ging naar een virtuele woonwijk zonder
groen. De proefpersonen in de virtuele
vlindertuin waren na zeven minuten al
hun verdriet kwijt en voelden zich een
stuk blijer, terwijl de proefpersonen in de
virtuele woonwijk nog steeds last hadden
van verhoogde gevoelens van verdriet en
verminderde gevoelens van blijheid. Los
van het directe, positieve effect van virtu
ele natuurbeleving is er mogelijk ook een
indirect effect. Nieuwe technologie stelt
IV*-