Brandstof uit tarweresten wordt geschikt gemaakt voor gebruik door Dow. Het chemiebedrijf is als grootgebrui ker goed voor een waterverbruik dat gelijk is aan dat van 50% van de Zeeuws- Vla mingen. Maar het blijft niet bij het water alleen. In een project in Rotterdam wordt hergebruik van onder andere fosfaat, nitraat en cellulose uit het water ver der ontwikkeld, zowel de techniek als de afzetmarkt. Denk daarbij aan vervanging van kunstmest (fosfaat en nitraat) en aan gebruik van cellulose in de papierindustrie en in de wegenbouw. Wel was mevrouw Cramer's kritische vraag hoeveel energie dit proces kost, en of dat opweegt tegen de opbrengst. 'Appels en peren', moeilijk te vergelijken, was de reactie van de zaal. En tenslotte Cargill. Dit bedrijf maakt in Sas van Gent en Bergen op Zoom op basis van tarwe en maïs alcohol, verdikkingsmidde len en emulgatoren, zoetstoffen en indus trieel zetmeel. Deze grondstoffen worden daarna verder verwerkt in toepassingen in de voedingsindustrie, diervoeding, cosmetica, farmaceutische producten en papier en karton. Cargill maakt ook bio-ethanol, uit een nevenstroom van het tarweverwerkingsproces. Een deel van de eiwitten en suikers kan niet (eco nomisch) worden gebruikt in voeding en veevoer, waardoor er geen sprake is van 'food for fuel'. Dat sluit prima aan bij de Europese wetgeving op hernieuwbare energie die een verplichting kent om tot 10% brandstof van niet-fossiele oorsprong bij te mengen, waarbij die brandstof aan duurzaamheidseisen moet voldoen. Ook andere herbruikbare producten worden bij Cargill gemaakt, zoals latex-vervangers in tapijten en iCoat® in de kartonindustrie. De masterclass had niet het circulaire ondernemen als onderwerp, maar dit thema kwam verrassend vaak naar voren. De ecofootprint van bedrijven heeft het zelfde principe als die voor consumenten: alles wat er komt kijken bij de bedrijfsvoe ring wordt uitgedrukt in oppervlakte. Bij het bedrijf kan die oppervlakte vervolgens worden toegerekend aan een producteen heid, zodat er een vergelijking mogelijk is met andere bedrijven. Elf bedrijven pre senteerden hun 'case' en kregen daarop reacties van Cramer, de andere bedrijven en ook van de ZMf. De aanwezigen bleken elkaar goed te kennen, en dat is logisch want bij circulair ondernemen is samen werking een vereiste. Ook Cramer kende menig bedrijf uit haar tijd als minister. Cargill Benelux BV: zet reststromen in voor bio-fuel en andere bestemmingen Delta: stroometiket, voor inzicht in herkomst van stroom Dow Benelux BV: efficiënter isolatie- schuim voor koelkasten EPZ: ombouw van kolencentrale naar bio-energie, met zoveel mogelijk laag waardige reststromen Evides: maakt afval geschikt voor nieuw gebruik, wint stoffen uit water voor hergebruik H4A Bouw en Infra: toepassing van reststroom van Cargill in asfalt Heros Sluiskil BV: wint vele stoffen uit afval. Past bodemas toe als vervanger voor zand en grind in beton ICL-PLTerneuzen BV: maakt flow- cells (soort superbatterijen) o.a. voor opslag van energie van windmolens Verbrugge Zeeland Terminals BV: transport van woodpulp van duurzame herkomst Warm C02: zet afvalwarmte en C02 van Yara in voor glastuinbouw Yara Sluiskil BV: reductie NOx-uitstoot in eigen bedrijf, ook het leveren van de reductietechniek Gerda Spaander is lid van de Wantijredactie. Kunnen bedrijven gebruik maken van eikaars reststromen? (Foto: Heros) 16 1 wantij maart 2015

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2015 | | pagina 16