Van argwaan naar vertrouwen De ZMf en de relatie met de chemische industrie Chemie en milieu: water en vuur? Een bedrijf als Dow Benelux had het in het verleden regelmatig aan de stok met de ZMf. Dat kon hoog oplopen tot aan de rechtbank toe. Hoe gaan deze 'natuurlijke vijanden' tegenwoordig met elkaar om? We vragen het aan Frans Kempenaars, eerst werkzaam bij Dow Benelux en tegenwoordig directeur van Trinseo Netherlands, een chemisch bedrijf dat op het terrein van Dow in Terneuzen gevestigd is. 'Het zou jammer zijn als we door bezuinigingen straks geen gesprekspartner meer hebben' Opgeheven vingertje Milieuconvenanten Overeenkomsten Willem de Weert Op een kast in zijn werkkamer staat een rij met potjes gevuld met plastic korrel tjes in alle kleuren van de regenboog. Het zijn monsters van de halfproducten die Trinseo maakt voor de auto- en witgoed fabrikanten en de verpakkingsindustrie. Daarnaast fabriceert het latex voor de papier- en tapijtindustrie. Kempenaars heeft tijdens het interview twee petten op. Hij is ook voorzitter van Portiz, de vertegenwoordiger van de haven- en industriebedrijven in het Sloegebied en de Kanaalzone. Frans Kempenaars 16) wantij november 2015 Frans Kempenaars windt er geen doekjes om: 'We beleefden vorige eeuw de mili eufederatie als lastig, onredelijk in onze ogen. De ZMf maakte bezwaar tegen aller lei projecten waar de chemische industrie mee bezig was. Steeds weer dat opgehe ven vingertje bij een vergunningsaanvraag. De industrie en de milieufederatie lagen mijlenver uit elkaar. We konden absoluut niet door één deur. Er was veel argwaan bij beide partijen. We hielden afstand, zagen elkaar als gevaarlijk, zochten de confronta tie. Aan het einde van de rit waren er twee verliezers, want een compromis is voor geen van beide partijen ideaal. In plaats van een win-win was er een loose-loose situatie.' Zo'n ben jaar geleden kwam de omme keer. Kempenaars was intussen bij Dow directeur veiligheid, gezondheid en milieu geworden. Hij vertelt: 'Er kwamen vrijwil lige milieuconvenanten, afspraken tussen bedrijven en de overheid. De ZMf zat er bovenop, wilde de convenanten en het toezicht erop zo scherp mogelijk krijgen. In die tijd is volgens mij de kiem gelegd voor het model waar we nu mee werken. Bij de chemische industrie was intussen ook wat veranderd. De tijd van de jaren zeshg en zevenhg dat er chemicaliën door de goot gespoeld werden, was voorbij. Het milieu bewustzijn was sterk gegroeid. We sloten ons aan bij Responsible Care, een charter waarin de chemische industrie zich wereld wijd verplicht op een verantwoorde manier met het milieu om te gaan.' De chemische industrie en de ZMf groei den langzaam van een conflict- naar een consensusmodel. Kempenaars: 'Beide par- hjen realiseerden zich dat met samenwer ken meer te bereiken is. Dat je je niet op tegenstellingen, maar op overeenkomsten moet richten, bijvoorbeeld over veilig en schoon werken. Dan kun je resultaten boe ken. De contacten met de milieufederahe intensiveerden en werden persoonlijker. Het gebrek aan vertrouwen en de scepsis die er over en weer waren, verdwenen. We doen tegenwoordig ons best om elkaar te begrijpen. Er zijn reguliere vergaderingen tussen de industrie en de ZMf, vaak op een informele manier en op basis van vertrou wen. Natuurlijk blijven er verschillen. Wij hebben onze bedrijfsbelangen. De ZMf heeft haar eigen belang en een achterban met vogels van verschillende pluimage. Dat begrijpen en respecteren we.'

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2015 | | pagina 16