Ti Natuurmonumenten
sponsor van de
Thijs Kramerlezing
'Een gezegde dat zeker opgaat voor Zeeland', beaamt Michiel
Purmer van Natuurmonumenten. 'En voor heel Nederland', voegt
hij eraan toe. 'Er is geen vierkante meter grond in ons land die niet
door mensenhanden beroerd is. Overal hebben wij onze sporen
achtergelaten, ook in de natuur.
Zak
Rattekaai
Plompe Toren
Willem de Weert
Over deze sporen gaat zijn functie bij
Natuurmonumenten: senior beleidsme
dewerker cultuurhistorie en landschap.
Hij adviseert over erfgoed, archeologie en
historisch groen. Met een kleine woord
speling: natuur én monumenten, zijn
werkveld.
In Zeeland vindt hij de Zak van Zuid-Beve
land hét voorbeeld van een cultuurhisto
risch landschap. Vooral omdat het niet
door overstromingen en weinig door
ruilverkavelingen beroerd is. 'De Zak
vertelt het verhaal van het oude Zeeuwse
land met zijn heggenlandschap, bloemdij-
ken, vliedbergen en drinkpoelen. Het is
door de kleinschaligheid rijk aan soorten.
Vooral rond Nisse kun je de eeuwen in
het landschap aflezen. Als je bij elke dijk
een bordje met het jaartal van aanleg zet,
zie je de opeenvolging van de landaan
winningen.'
Nog zo'n historische locatie is de Ratte
kaai in Reimerswaal. Het getijdehaventje
aan de Oosterschelde dateert van 1856.
Een oude kreek werd van kades voorzien
voor het transport van suikerbieten over
water naar Brabant. In 1912 werd de
kade opgehoogd met de zogenaamde 'De
Muraltmuurtjes' om bij extreem hoog
water overstroming te voorkomen.
De Zeeuwse historie is ook in het
landschap af te lezen rond de Plompe
Toren in Haamstede. De toren herinnert
aan een verdronken dorp, was daarna
een baken voor de scheepvaart en dient
tegenwoordig als uitkijktoren over de
inlagen van Plan Tureluur. In dit plan zijn
weinig rendabele landbouwgronden
omgezet in 'nieuwe natuur'. Dit brengt
Purmer op het spanningsveld tussen
natuur en cultuurhistorie. 'Eind vorige
eeuw domineerde de graafcultuur. Tot
mijn spijt moet ik zeggen dat er bij de
aanleg van nieuwe natuurgebieden niet
altijd even zorgvuldig met het historisch
erfgoed en de archeologie is omgegaan.
In mijn optiek is vaak een tussenweg
mogelijk waardoor een landschap toch
leesbaar blijft, bijvoorbeeld door het
behoud van de historische verkavelings
structuur.
Tot slot wijst Purmer erop dat er bij
Natuurmonumenten ook aandacht is
voor de recente geschiedenis. Als
voorbeeld noemt hij de Atlantikwall langs
de Zeeuwse kustlijn. 'De betonnen
bunkers waren kort na de oorlog een
doorn in het oog. Ze herinnerden aan de
Duitse bezetting. Nu kijken we er anders
tegenaan. Ze maken deel uit van een
geschiedenis die niet vergeten mag
worden. In de bunkers overwinteren
vleermuizen en er groeien zeldzame
korstmossen op. De Commandobunker in
de Zeepeduinen is een prachtig uitzicht
punt geworden, pal langs het fietspad.
Natuur, geschiedenis en recreatie gaan
hier samen.'
De kop boven dit artikel is een citaat uit
het boek Wijsgeer in het Wild van Johan
van de Gronden.
Willem de Weert is eindredacteur
van Wantij.
wantij april 2016 17