'Er is een wonderlijke en Imper begrepen-relatie tussen levende talen en biologische diversiteit' et Zeeuwse Landschap sponsor van de Thijs Kramerlezing r> J 144 Chiel Jacobusse is ecoloog bij Het Zeeuwse Landschap, dat dit jaar tachtig jaar bestaat. Hij spreekt thuis en met zijn kinderen Zeeuws. Zijn kleinkinderen spreken geen Zeeuws meer. Verdwijnt het Zeeuws samen met de Zeeuwse natuur? Grenzen Vos en veldmuis Veldnamen HET ZEEUWSE LANDSCHAP L i*(S. ■'-■« ■-, - V Heggengebied, Zak van Zuid-Beveland v^v'-JV. ■-': rJ: Stv~w AH Willem de Weert 'Met het leggen van verbanden moet je oppassen', zegt Jacobusse. Als voorbeeld haalt hij aan dat in de vorige eeuw het aantal ooievaars in ons land zienderogen afnam en in dezelfde tijd het geboortecij fer flink daalde. 'Dat had natuurlijk niets met elkaar te maken.' Hij ziet echter wel parallellen tussen het langzaam maar zeker verdwijnen van het Zeeuws en de afname van de diversiteit van planten en dieren in de provincie. 'Overal is er schaalvergroting en vervlak king. Grenzen verdwijnen, en daarmee ook het eigen karakter, zowel van de natuur als van de taal. Voor Zeeland geldt dat de provincie door de 'verdamming' niet meer uit aparte eilanden bestaat. Zeeland heeft van origine een eilandna- tuur. Alle eilanden hebben hun specifieke natuur én dialect. De brede Wester- schelde is de grootste barrière. Het Zeeuws-Vlaams onderscheidt zich dan ook sterk van de rest van de provincie.' Als voorbeeld van de vervlakking noemt de ecoloog (die Nederlands studeerde) het oprukken van de veldmuis. 'We hebben alles met elkaar verbonden. De kosmopolieten rukken op. De komst van de veldmuis gaat ten koste van de Noordse woelmuis. Die overleeft enkel nog in een klein gebied op Schouwen. Eenzelfde invasie beleven we met de vos. En dat heeft grote gevolgen voor de Zeeuwse natuur. Vossen zijn op zich een verrijking, maar in specifieke gevallen kunnen ze een desastreus effect hebben op de weide- en kustvogels. We zijn daarom van plan om in de Zeeuwse wateren eilanden aan te leggen die voor de vos onbereikbaar zijn, zodat bijvoor beeld de grote stern er ongestoord kan broeden.' Er zijn meer oorzaken van de afname van de soortenrijkdom. De intensivering van de landbouw bijvoorbeeld: 'In mijn jeugd hoorde ik vaak drie leeuweriken tegelijk zingen. Nu moet ik kilometers door de polder lopen om er nog één te horen. Het platteland versimpelt. Je ziet het aan het verdwijnen van de veldnamen. Ik ben geboren en getogen in de Poel. Bij Kloetinge ligt het 'Kobienist' (kiekendief nest), bij 's-Gravenpolder de 'Boenksoen- valle' (bunzingval) en bij Ovezande het 'Oaievaersnist'. Veldnamen raken in onbruik waarmee weer een stukje Zeeuwse cultuurhistorie verloren gaat.' De kop boven dit artikel is een citaat uit het boek Wijsgeer in het Wild van Johan van de Gronden. Willem de Weert is eindredacteur van Wantij. 18 wantij april 2016

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2016 | | pagina 18