te breken met strekdammen. De familie Warren woonde op de uiterste punt van de zeedijk, een gevaarlijke plek. Je keek er, tussen Vlissingen en Zeeuws-Vlaanderen door, zo de Noordzee op. Vader Warren was diekboas. Op zijn vooruitgeschoven post moest hij de bewoners hoeden voor overstromingen. Overigens waren er ook binnendijks in de loop der eeuwen al tal van maatregelen genomen om de water overlast te bestrijden. Daar danken we mooie woorden aan in onze taal als 'sla perdijken' of 'inlaagdijken'. De jonge Hans Warren is een trouwe bezoeker van de inlagen, een gebied vol plassen en moe rassen ontstaan door afgravingen voor de omliggende dijkversterkingen. Ik realiseerde mij pas bij het herlezen van Warren's natuurdagboek wat voor een doldrieste risico's wij als volkje soms nemen. Hoe snel staan wij niet met onze kritiek klaar om onverantwoorde overhe den elders te kapittelen, als zij bijvoor beeld hun plannen voor de bouw van een kerncentrale doorzetten in een aardbe- vingsgevoelig gebied? Mijn hemel, het aantal overstromingen dat Borsele in de loop der eeuwen heeft geteisterd is niet gering, de plek was lange tijd zelfs een eiland en is pas in 1616 herdijkt. Wij heb ben soms wel erg veel vertrouwen in onze polderkunsten. Maar daar is het mij in dit verband niet om te doen. Hans Warren beschrijft een verloren para dijs. Niet zozeer een lieflijke idylle - de oorlogsdreiging en later de oorlogshande lingen hangen voortdurend als inktzwarte wolken boven de regels - maar een natuurlijke rijkdom zoals wij deze niet meer kennen. Hij groeit op in een eldorado voor vogels en is als puber getuige van de voor- en najaarstrek. Het hoog op de dijk gelegen ouderlijk huis en het nabijgelegen kustlicht vormden bakens van oriëntatie voor de trekvogels. En hij heeft het geluk om op de middelbare school een enthou siaste leraar plant- en dierkunde te treffen, dr. Ernst Jacobi, de latere directeur van Artis. Deze aanstekelijke docent sleept de leerlingen voortdurend mee naar buiten. De jonge Warren is idolaat van het werk van Jac. P. Thijsse en zoekt zijn held zelfs op in Bloemendaal. Als zijn eerste stukjes in De Levende Natuur worden gepubli ceerd, ondertekent hij deze met Joh. A.M. Warren.' Bij het lezen van het natuurdagboek heb ik nergens de indruk dat de aantekeningen afkomstig zijn van een debuterende, amper twintig jaar oude schrijver. De stijl is buitengewoon beheerst, precies en trefze ker. Het lijkt wel of hij zich voortdurend inhoudt, al het overtollige uitfiltert, zoals een gelauwerd auteur uiteindelijk leert om meer weg te laten dan op te schrijven. Een natuurtalent. In het ruim een halve eeuw later geschre ven voorwoord deelt de auteur zijn aarze lingen met de lezer om een selectie van deze jeugdige aantekeningen alsnog als natuurdagboek uit te geven. Het gaat immers om 'weinig mensenproblemen en veel vogelavonturen.' Hij verwijst naar de nog tot op de dag van vandaag doorklin kende woorden van J.C. Bloem: 'natuur is voor tevredenen of legen.' Warren vreest de minachting van de literaire kritiek. Ten onrechte, weten we inmiddels. Het boekje is subliem geschreven en de aantekenin gen bevatten juist door hun nauwkeurig heid een schatkamer aan gegevens. Warren waakt nadrukkelijk voor sentimen taliteit. Hij is weemoedig over alles wat er sinds zijn jeugdjaren is verdwenen, maar niet sentimenteel. Soorten verdwijnen, soorten verschijnen. Wat hem lokt, is het aanpassingsvermogen van de natuur. Het is de kunst om wat maar even duurt zin te geven, een houding die hij zelf in één van zijn dichtregels omschreef als 'zolang het duurt een eeuwigheid gelukkig' zijn. Ik kan de aandrang niet weerstaan om zelf anno 2016 een bezoek te brengen aan zijn geboortestreek. Met het door Ronny Bogaart en Eric de Rooij samengestelde boekje 'Hart van mijn land, ik ben terug. Een literaire wandeling door het Zeeland van Hans Warren' in mijn binnenzak betreed ik op een milde ochtend in maart het strand van de Kaloot. Duizenden minuscule druppeltjes in de atmosfeer fil teren het licht tot een melkwit schijnsel, dat generaties Zeeuwse kunstenaars eer der in vervoering bracht. Een groepje ber geenden brengt kleur aan in het palet van zand, zilver en zee. En toch slaat de schrik mij meteen om het hart. Een eeuw gele den telde deze slufter honderd hectare aan slikken en schorren. Daarvan zijn er drieënnegentig verdwenen. The story of my life. Wie het vak kiest van natuurbe schermer, kan maar beter wennen aan dramatische cijferreeksen. Achter mij rijst het industriële complex op van de verou derde kerncentrale van Borssele. Aan de horizon de havens en fabrieken van Vlis singen. Harder kun je een jeugdherinne ring niet uitwissen, denk ik. Door de kreek wantij april 2016 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2016 | | pagina 5