'Wij zijn misschien
ver afgedwaald van de
enorme natuurlijke rijkdom
die de omgeving van de jonge
schrijver Hans Warren kenmerkte,
maar er is geen enkele reden
om niet te streven naar het
V herstel van spectaculair
III De belofte van de Delta
vijftig jaar later." Wel, dat is misschien een
tikje cynisch, maar als wij het tij niet snel
keren, dan kwinkeleren onze karakteris
tieke weidevogels straks alleen nog denk
beeldig op de plaatjes van vergeelde
Verkade-albums.
Genoeg van dit barre nieuws! Waar zit dan
de opsteker die een gemiddelde toename
van 15% verklaart? Het goede nieuws
komt uit het natte milieu van Nederland
waterland, uit moerassen, rivieren, meren
en beken. De populatiegrootte van dier
soorten in zoet water nam de afgelopen
kwart eeuw met 40% toe. Wij kunnen de
toename in belangrijke mate terugvoeren
tot de verbetering in de kwaliteit van het
oppervlaktewater. De aanleg van vispassa-
ges heeft geholpen alsmede het herstel
van natuurvriendelijke oevers. Daarvan
profiteren veel liefhebbers van vis, planten
en mosselen. Bij mij in de stadsgracht zie ik
nu geregeld krooneenden, maar ook een
purperreiger is geen zeldzaamheid meer in
Nederland. En wat dacht u van de terug
keer van otter en bever? In mijn jeugd was
het randmeer een vieze, groene, geëutro-
fieerde soep waar alleen brasem gedijde.
Nu is het een feest voor waterplant min
nende soorten als knobbelzwaan en meer
koet. Het barst er weer van de aalscholvers
en futen. En na de terugkeer van de drie
hoeksmosselen volgden tafel- en kuif-
eenden. Het is een zeer bemoedigende
ontwikkeling.
De situatie in de Noordzee is niet zo gun
stig als in het zoete water, maar mag er
niettemin zijn. De populaties van zoogdie-
ren en vissen in de Noordzee zijn de afge
lopen jaren met een kwart toegenomen.
Overigens gaat het hier om een beeld van
de gehele Noordzee. Wad, Delta en
Noordzeekust verdienen nadere bestude
ring. Gewone en grijze zeehonden doen
het goed - laten we in vredesnaam die
malle crèches afschaffen! - er worden
steeds meer bruinvissen gezien, tot in de
Oosterschelde. Van de commercieel inte
ressante vissoorten doen haring en schol
het goed, is de tong stabiel, blijft het her
stel van de kabeljauw achter en gaan zee
wolf, makreel, horsmakreel en wijting nog
achteruit. Haaien en roggen hebben het
buitengewoon moeilijk, ook al omdat de
voor hun voortplanting zo belangrijke
mosselbanken en oesterriffen goeddeels
uit de Noordzee zijn verdwenen.
Tot slot nog even een blik op de stedelijke
omgeving. Dat cijfer viel mij vies tegen.
Intuïtief was ik er als vanzelfsprekend van
uit gegaan dat het stedelijk gebied de
afgelopen 25 jaar in kwaliteit was toege
nomen. Dat is niet het geval. Soorten die
in urbane gebieden voorkomen, daalden
met nog eens 15%. Misschien betreft het
dus meer een kwestie van meer
media-aandacht. Sinds steden stadsecolo-
gen zijn gaan aanstellen, lezen we over
haringen in het IJ en slechtvalken bij de
Erasmusbrug. Allemaal leuk, maar nog
lang niet voldoende. Het blijkt dat stede
lingen met hun bladblazers en sierbestra
tingswoede de natuur nog steeds lelijk
dwars zitten.
In een rationeel universum weten we dus
heel goed wat ons te doen staat. In de eer
ste plaats de maatvoering terugbrengen in
de landbouw, de tuinbouw en de visserij.
Niet minder dan een grondige ecologise-
ring van de gehele agrarische productie
is de opgave. Dat kan want Neder
land kent uitmuntende kennisin
stituten, een professionele
agrarische stand en een wak
kere burgerij. Voor een grote
daling in de productiviteit
hoeft u niet bang te zijn. Een
verstandig en hoogwaardig
geproduceerd landbouw
product gaat al lang samen
met een prima opbrengst
en een gezond milieu. De
rest is naargeestige lobby
uit een vorige eeuw. In de
tweede plaats moeten we
die gebieden die we een beschermde sta
tus hebben verleend - circa 12% van ons
landoppervlak - ook daadwerkelijk goed
beschermen en ambitieus beheren. In de
derde plaats moeten we versneld een net
werk van beschermde natuurgebieden
aanleggen in de Noord- en Waddenzee,
inclusief delen van ons grootste natuurge
bied die geheel worden gevrijwaard van
bodemberoerende visserij. In de vierde
plaats is het verstandig de Rijksregie terug
te brengen op dit onderwerp en de balans
tussen beleids- en uitvoerende taken tus
sen Rijk, provincie en gemeente te herstel
len. Het is bespottelijk dat in een klein
landje als Nederland 12 versplinterde pro
vincies verantwoordelijk zijn voor het her
stel van de kwaliteit van onze nationale
landschappen. Zij kunnen de problematiek
niet overzien en zijn nooit uitgevonden om
nationale kwesties op te lossen. Zij dienen
zich te houden bij provinciale kwesties.
De rest is klein bier. Ik zou het bijvoorbeeld
wel fijn vinden indien we een nationaal
biodiversiteitshersteldoel overeen kwa
men. Dat helpt, maar het is niet per se
noodzakelijk. Natuurbescherming is niet
zo'n moeilijk vak. Als je maar wilt en een
beetje logisch nadenkt. Dat de politiek
vaak niet wil en zelden eer betoont aan de
wetten van de logica, is weer een heel
ander onderwerp, dat ik in het bestek van
deze lezing helaas moet laten rusten.
Wij komen aan het derde en laatste deel
van mijn betoog. De belofte van de Delta.
U heeft het grote geluk in een omgeving te
wonen die enorm dynamisch is. In de eco
logie hangt veel af van veerkracht, gradi-
enten en onderliggende processen. Enkele
decennia geleden waren wij nog heel trots
op de stand van onze civiele techniek, die
het klaar speelde om de natuur te tem
men en bijvoorbeeld een harde scheiding
aan te brengen tussen zoet en zout. Leest
u de toelichtende bordjes maar eens van
Rijkswaterstaat bij het Volkerak-Zoom
meer, nu een vieze poel met blauwalgen
gedurende warme zomers. De natuur
houdt echter niet van harde scheidingen
en moet het niet zelden hebben van gelei
delijke overgangen, zodat in het brakke
water organismen die gedijen in het zoet
ten prooi vallen aan allerhande filterende
en happende beesten die dol zijn op deze
constante aanvoer van rijk voedsel. Een
8 wantij april 2016