Zeeland verbeeld
Schilder Rob Kregting
Men noemt het een late
roeping. Rob Kregting
(Nijmegen, 1954) kwam
pas bij zijn pensionering
aan schilderen toe.
'Alles heeft altijd in mijn
hoofd gezeten. Nu laat ik
het opkomen, sudderen
en dan ineens moet
het eruit.'
Dat 'ineens' is twee tot drie maanden per
jaar. Dan trekt hij zich terug in zijn
tuinhuis/atelier en geeft hij vorm aan de
indrukken die hij de rest van de tijd heeft
opgebouwd. Hij schildert met verf, maar
werkt ook met ruwe materialen als zand,
schelpen, cement en gips. Hij durft ook
gerust een mes in zijn doek te zetten of
er een vlam onder te houden. 'Ik mag
alles. Je moet niet bang voor het doek
zijn.' Dat bracht de schilder Karel Dierickx
(zie Wantij nummer 111, april 2010) hem
bij toen hij de eerste stappen als
kunstenaar zette. Dierickx was voor Rob
Kregting van grote betekenis. In zijn huis
in Zuiddorpe, aan de grens met België,
hangen dan ook werken van deze Gentse
kunstenaar en docent aan de muur, naast
werken van Philippe Vandenberg, Eugène
Leroy en Arpaïs. Schilders waarmee hij
zich verwant voelt, zonder zich met hen
te willen meten.
Kregting is autodidact. Hij heeft niet de
behoefte om de technische kneepjes van
het vak te leren. 'Ik heb veel nagedacht
over het kunstenaarschap. De techniek is
voor mij niet zo belangrijk. Wat ik
technisch kan is op dit moment vol
doende om mijzelf uit te drukken.'
Het valt op dat de meeste werken van
Kregting zwart als ondergrond hebben en
het kruis als symbool vaak aanwezig is.
Hij praat liever niet over de diepere
betekenis van zijn werk. 'Het is zoals het
is. Zie erin wat je wilt zien.' Toch kan het
geen toeval zijn dat dit thema telkens
terugkeert. Na enig aandringen zegt hij
daarover: 'Hoewel ik zelf een vrolijk mens
ben, fascineren het Kwaad en verderf me.
Ik wil het voelen, dichtbij me halen.'
10 wantij december 2017
Willem de Weert