De noordelijke opmars van de wespenspin Sponsor van de Thijs Kramerlezing Fel geelzwart zijn de strepen op het spinnenlijf. De wespen- of tijgerspin is sinds een jaar of tien aan een opmars uit het zuiden bezig. Het is een van de tekenen van de veranderingen in natuur omdat het warmer wordt. Peter Maas, boswachter ecologie van Staatsbosbeheer Zeeland, ziet het met eigen ogen gebeuren. Grens verschuift Tien dagen Willem de Weert Wespenspin. Foto Peter Maas 'Het is moeilijk om te zien, zeker als je niet dagelijks in het veld bent. De processen gaan langzaam naar menselijke maat gezien, maar ze vinden plaats,' zegt Maas. Inmiddels zijn er duizenden wespenspinnen, jagend op sprinkhanen in het Dijkwater op Schou wen. Er zijn nog vele andere 'klimaatvol gers'; de grote en kleine zilverreiger bijvoorbeeld. De laatstgenoemde heeft het in koude winters moeilijk omdat hij geen 'trekgedrag' heeft. 'Ze vliegen niet naar het warme zuiden', zegt Maas. 'Ze raken dan letterlijk bevangen door de kou en kunnen dood uit de boom vallen.' De zuidgrens van de verspreiding van dieren en planten verschuift naar het noorden. 'Dat betekent dat we soorten kwijtraken zoals de spotvogel en som mige soorten mezen.' Is dat erg dan? Er komen toch nieuwe soorten voor in de plaats? 'Dat hangt van de snelheid af waarmee het klimaat verandert', reageert de boswachter. Als voorbeeld noemt hij de bonte vliegenvanger. 'Als de jonge vogels uit het ei kruipen, moeten er voldoende rupsen zijn die door de ouders gevoerd worden. Als dat niet synchroon loopt, komen de jongen om van de honger. Dat kan funest voor de soort zijn.' 'Uit tellingen blijkt dat het voorjaar gemiddeld tien dagen eerder begint dan enkele decennia geleden. Het groei seizoen van planten is verlengd. Daar door is er meer biomassa. Dat houdt bijvoorbeeld in dat schrale gronden, waarop de meest zeldzame flora is, verruigen. We zien dat in de duinen en op de bloemdijken. We moeten in de duinen vaker struweel kappen en plaggen om het proces van verstuiven van het zand, dat wezenlijk is voor een duinland schap, op gang te houden. Duinen moeten van struweel ontdaan worden, bloemdijken moeten een extra maaibeurt krijgen. Dat zijn kostenposten die direct samenhangen met de opwarming van het klimaat. Dat zijn voorbeelden waar we als Staatsbosbeheer nu al mee te maken hebben.' Willem de Weert is eindredacteur van Wantij. staatsbosbeheer 14 wantij mei 2018

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2018 | | pagina 14