Experimenteren En dan is het natuurlijk nooit af 3. De energietransitie als opgave Ruimtelijke gevolgen Intussen moeten we in de delta rekening houden met gelijktijdig optreden van storm en hoge rivierafvoer. Een situatie die niet vaak voor zal komen, maar toch. Dat betekent afsluiting en overloop in de delta in dit geval het Volkerak-Zoommeer als het tegelijkertijd optreedt en door de afsluiting de rivier peilen stijgen. Aan de Vlaamse kant is dat tot nu toe anders. Daar is altijd al samenloop van storm en golfoploop in de Westerschelde. Aan de Schelde zijn nu overloopgebieden gemaakt in het zogenaamde Sigmaplan. Bij de laatste storm op 3 januari jl. is dat allemaal ook gebruikt: alle keringen in Nederland gingen dicht en in Vlaanderen zijn de overloopgebieden ingezet. Behalve met teveel water moeten we rekening houden met droge perioden en zoetwater tekorten en natte perioden in de steden met hevige zeer lokale regen buien, die de huidige rioolsystemen niet aan kunnen. De capaciteit van de riolen zal nooit genoeg zijn. In Rotterdam is recent een plein ingericht dat vol loopt in zo'n situatie. Klimaatbestendig maken van onze steden en dorpen, zorgen dat de cruciale voorzieningen niet in overstroombare of kwetsbare gebieden staan bij hevige regenval. Alle gemeenten en grote risico instellingen moeten nu in het kader van het Nationaal Deltaprogramma een stresstest uitvoeren. Er is een enorm programma uitgevoerd en nog steeds in uitvoering in de delta, gebaseerd op visies uit het verleden. Met veel van die projecten bewegen we ondanks alles mee met de natuur, en langzaam maar zeker koersen we naar een meer dynamische delta. Niet helemaal open, maar met een beheerst getij. Precies zoals voorzien in 2006. En zoals vele grote voorgangers als Henk Saeijs, Thijs Kramer en anderen al ambieerden. Daarmee is niet alles gezegd over natuur lijkheid, we moeten het ook zien als experimenteren met de ontwikkeling. Zoals in het Haringvliet, waar we de kier eindelijk dit jaar open krijgen en gaan monitoren hoe het gaat verlopen, en uitkijken naar een mogelijk vervolg door een nog verbeterde aanvoer van zoet water meer uit het oosten. Of nu voor de Grevelingen, waar we met de huidige situatie niet verder kunnen, maar ook niet alles weten over de toekomst. Dus ook daar is het experiment met de doorlaat door de Brouwersdam aan de orde. En de stap op weg naar het Volkerak. Voor dat laatste hebben we nog tijd, omdat echt eerst de zoetwatervoorziening moet worden gemaakt, daar ben je nog tien jaar mee bezig en dan kan je leren van getij op de Grevelingen. Maar je moet natuurlijk wel af gaan spreken dat je dat op termijn gaat doen. Net als de monitoring in de Westerschelde. Het is natuur, laat soms gaan, maar stel vast wat gebeurt, en laat gebeuren. Tien, vijftien jaar geleden werden er plannen gemaakt die op dat moment nog lang niet gefinancierd konden worden. Soms moet je geduld hebben, en wachten tot het juiste moment om in te koppen. Onlangs nog is dat gebeurd voor de doorlaat Brouwersdam op grond van initiatieven in Rijkswaterstaat om de toestand van de grote wateren op nationaal niveau weer eens te beschou wen, en een kabinetsformatie die middelen aanreikte. Of zoals ik eerder al meldde, West-Zeeuws-Vlaanderen waar visie uit de jaren '90 van de vorige eeuw, pas kon worden verzilverd met Vlaams geld en kustverdedigingsmiddelen van later tijd. Op termijn komt de grote vraag of we het met grotere afvoer van de rivieren en de zeespiegelrijzing gaan redden, Kunnen we rustig gaan slapen? Is een kering - zoals nu al in Rotterdam - bij Antwerpen onvermij delijk (niet tussen Vlissingen en Breskens zoals sommigen nog altijd denken) vanwege de vloed en de golfoploop in de Westerschelde? We hebben tijd om daaraan te werken. Maar er komen ook hele andere nieuw uitdagingen. We moeten de grootschalige kweek van wieren en algen gaan organiseren in de delta en de voordelta om toch aan onze eiwitbehoefte te komen omdat we minder vlees gaan eten in verband met de negatieve gevolgen voor onszelf en voor het klimaat. Een van de grootste opgaven die voor ons ligt is de energietransitie op weg naar vervangbare energie en stoppen met uitstoot van broeikasgassen. De zon is een oneindige bron; wind, waait wellicht op het verkeerde moment, maar is ook een grote bron, en alles wat beweegt onder steunt de nieuwe energie-ambities. Er is de laatste jaren veel in Nederland aan de orde gesteld. Het moet toch een heerlijk vooruitzicht zijn, zoals ik in mijn openings woord stelde, dat we echt autonoom zijn in onze energievoorziening en volledig duurzaam. In Parijs zijn afspraken gemaakt, en die vergen nog wel even wat uitwerking om het eufemistisch te zeggen. Ik laat de stappen zien. We hebben nog maar net 11% 'groene sokken', en in 2020 zou dat 25% moeten zijn en in 2030 50%. Een immense taakstelling, iets hoger dan Europa dat in 2030 op 40% wil gaan mikken. In 2050 moeten we wereldwijd op 95% zijn. En dan de opgave voor Zeeland. Relatief lijkt dat weinig, maar de verhou ding is complex, in Zeeland staan in de industrie grote gebruikers. Inmiddels zijn grote studies gedaan, zoals ik aan het begin van deze lezing al zei, naar de ruimtelijke gevolgen van deze verande ringen. En de vraag dringt zich op: 'Kan dat allemaal wel?' Er is een nationaal scenario geschetst voor de ruimtelijke gevolgen, een oefening is gedaan. Allereerst: besparen, isolatie, dan bent u zelf aan zet. Dat gaat voor hele oude huizen niet zo eenvoudig, maar voor de naoorlogse woningvoorraad lukt dat best wel. Welk beeld heeft u van de ruimtelijke gevolgen van nieuwe energiewinning? 1 PJ is een energie-eenheid die uitdrukt een hoeveelheid energie per tijdseenheid. We hebben in Nederland ca. 2.500 PJ nodig. Dus vermenigvuldig deze getallen met 2.500 en je ziet de enorme gevolgen. Gelukkig is niet alles daarmee gezegd. Wind van zee en deels op land (zonder dat komen we er niet), en warmte uit de bodem, ons nieuwe verwarmingssysteem. En in Zeeland moet dat aardig lukken, ook met aardwarmte. De enorme operatie Noordzee is al geoefend met de ministers van Energie van Europa tijdens de IABR in 2016, met een enorme maquette. Shell, Van Oord, Havenbedrijf Rotterdam hebben Lees verder op pagina 20. wantij mei 2018 f 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2018 | | pagina 17