Naar meer dynamiek in de Delta \4r Ruimte voor (klimaat)verandering is een thema waar ook Natuurmonumenten mee te maken heeft. Paul Begijn, boswachter communicatie en beleving in Zeeland en het Volkerak, heeft een grote kaart bij zich om te laten zien waar Natuurmonumenten zoal mee bezig is. Zandhonger Meer dynamiek Natuurmonumenten Zuidwestelijke delta Kluut. Foto Ruud Poelstra De ligging van de Groenblauwe Delta. Kaart Natuurmonumenten Gerda Spaander De kaart toont aan de noord- en zuidkant twee grote steden, Rotterdam en Antwerpen, met daartussenin Zeeland als een groen gebied met allemaal vogels. Paul Begijn legt uit dat Natuurmonumen ten in de delta streeft naar robuuste aaneengesloten natuurgebieden, die goed zijn voor de soortenrijkdom (in het algemeen, maar zeker van vogels) en waarin de effecten van klimaatverande ring kunnen worden opgevangen. Zoals zeespiegelstijging en het gevolg daarvan dat er minder foerageerplaatsen voor vogels zijn. 'De plaatsen waar het zoete smeltwater uit de Alpen en het zoute zeewater elkaar ontmoeten, hier in de delta, hebben de hoogste natuurwaar den, hier zie je de meeste soorten. Maar ja, inmiddels hebben alle dammen deze situatie erg verstoord. De Wester- schelde heeft weliswaar geen dammen, maar die zit wel in een heel strak jasje. Door maatregelen ten behoeve van de veiligheid is de natuur uit balans.' Dat is te zien op de kaart. 'Naast het positieve 'kierbesluit' bij de Haringvliet- dam zien we 'zandhonger' in de Ooster- schelde, 'zuurstofloosheid' in de Grevelingen, en de vraag 'zoet of zout?' bij Krammer-Volkerak. Door de zandhon ger verdwijnen platen onder water en is er voor de vogels steeds minder te eten. Dat geldt bijvoorbeeld voor de Rogge- plaat, die jaarlijks 80 hectare kleiner wordt. Natuurmonumenten wil dit probleem samen met andere organisaties en overheden aanpakken door zandpla ten op te spuiten met zand uit de vollopende geulen. Dan hebben de vogels straks weer meer te eten, en het is ook beter voor de veiligheid. Met het opspuiten van de platen voor de Oester- dam is er geen onderhoud nodig aan die dam. Na zo'n suppletie kan de natuur er weer zo'n 25 jaar tegen.' Er is ook een relatie met de binnendijkse natuurgebieden. Begijn noemt vooral de gebieden die vallen onder Plan Tureluur. 'Dat is een parelsnoer van zo'n 1.300 hectare natte zilte natuur, in de buurt van de buitendijkse zandplaten. Hier krijgen kustvogels de ruimte om te rusten en te overtijen, totdat de voedselrijke zandpla ten in de Oosterschelde weer droog vallen. De delta is evenals de Wadden een van de 'stepping stones' voor trekvogels die van de toendra's naar Afrika vliegen en omgekeerd. Dat schept verplichtingen. Vroeger zorgden we goed voor onze eigen natuurgebieden, tegenwoordig kijken we verder, naar de hele delta, en dus ook internationaal. Het belangrijkste doel is om meer dynamiek te krijgen in de grote wateren. Een groene kustverdediging en open verbindingen tussen zee en rivier leidt tot herstel van de ecosystemen. Trekvogels en -vissen varen er wel bij. Een Groen blauwe Delta is een toeristische trekpleis ter, dus ook goed voor de economie.' Gerda Spaander is lid van de Wantijredactie. 18 wantij mei 2018

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2018 | | pagina 18