Windmolens versus
vogels en natuur
'De ZMf staat achter een snelle omschakeling naar
hernieuwbare energie', zegt Robbert Trompetter,
beleidsmedewerker bij de ZMf. 'Maar tegelijkertijd
zijn de steeds hoger wordende turbines een
aantasting van het landschap en veroorzaken ze
slachtoffers onder vogels. Het is heel lastig om hier
voor iedereen aanvaardbare oplossingen voor
te vinden.'
Kleine turbines
Gevaarlijk voor vogels
Onzichtbaar
Lokale natuur
Kust(broed)vogels
Peter Louwerse
In reactie op het Omgevingsplan Zeeland
2018 zegt de ZMf dat juiste locaties voor
windturbines gevonden moeten worden
in goed overleg met de omgeving. Het
Omgevingsplan geeft aan dat naast de
aangewezen concentratiegebieden (op of
bij grootschalige industrieterreinen en
grootschalige infrastructurele werken) er
ruimte geboden wordt voor extra
projecten wanneer deze aansluiting
zoeken bij grote infrastructuurlijnen
als bijvoorbeeld keringen langs de
grote wateren.
Toch leeft er ook de wens van dorpsraden
en actiecomités om bij een woonkern
een solitaire windturbine neer te zetten.
Dat past niet in het provinciale beleid,
maar voor kleine turbines (maximale
tiphoogte van 20 meter) verwijst de
Provincie door naar de gemeentes. Teus
Baars is directeur van de coöperatie
Zeeuwind. Hij zegt: 'Voor de overheden
telt de energietransitie heel zwaar.
Doelen moeten gehaald worden.
Zeeuwind vindt dit natuurlijk ook heel
belangrijk, maar stelt voorop dat de
bezwaren van omwonenden serieus
afgehandeld moeten worden.' Dat
betekent dat plannen aangepast worden
door het verschuiven van windturbines.
Uiteraard wordt de regelgeving voor
slagschaduw, geluid en maximale
hoogte gerespecteerd.
Hoe gevaarlijk zijn windturbines voor
vogels? In het algemeen wordt gesteld
dat minder dan 1% van alle
vogelslachtoffers wordt veroorzaakt door
windturbines. Bij het bepalen van nieuwe
locaties voor windparken wordt gekeken
naar het effect op de omgeving. Door bij
de locatiebepaling rekening te houden
met vluchtroutes en/of in de omgeving
rust- en nestelgebieden in te richten kun
je slachtoffers voorkomen of sterk
verminderen. 'Bij grotere windparken
zoals Krammer wordt een radardetectie
systeem ingezet', vertelt Teus Baars.
'Dit werkt volledig geautomatiseerd.
Vliegbewegingen van zwermen vogels en
van grotere solitaire vogels worden door
het systeem waargenomen en turbines
kunnen worden stilgezet voordat er
slachtoffers vallen.'
Kees van der Vlugt is beleidsmedewerker
bij Stichting Het Zeeuwse Landschap.
'Landschappelijk staat Zeeland grote
veranderingen te wachten door de
energietransitie. Zo was energie
opwekking in het verleden relatief
onzichtbaar doordat het ging om enkele
(grote) centrales, al dan niet in Zeeland.
Tegenwoordig zijn windmolens in Zeeland
niet meer te missen door hun hoogte,
aantal en verspreiding in de provincie.
Dit maakt de landschappelijke inpassing
van groot belang: als het landschap
onevenredig wordt aangetast kan dat ten
koste gaan van het draagvlak voor
windmolens en andere vormen van
duurzame energie.' Van der Vlugt noemt
ook de verplichte verlichting op hoge
windturbines voor het vliegverkeer een
probleem voor bewoners en recreanten.
Gelukkig worden er al proeven gedaan
met radardetectie om deze verlichting
alleen aan te zetten als dit nodig is.
'Over het algemeen worden windmolens
zo ver mogelijk van woonhuizen
geplaatst, waardoor ze snel in/langs
natuurgebieden terecht komen,' zegt
Van der Vlugt. 'Hierbij is het afhankelijk
van de lokale natuur in hoeverre
windturbines verstorende al dan niet
dodelijke effecten hebben op de lokale
vogel- en vleermuispopulaties.
Tegenwoordig zitten wij regelmatig
vooraf aan tafel met organisaties als
Zeeuwind om gezamenlijk te kijken hoe
we op specifieke locaties optimaal
kunnen inzetten op het behalen van de
energieopgave én op het minimaliseren
van de effecten op Zeeuwse natuur. Want
we moeten niet vergeten dat Zeeland
ook een cruciale schakel is voor diverse
kust(broed)vogels.'
Het Zeeuwse Landschap is met name
kritisch op de natuureffecten van
windturbines. Kees van der Vlugt:
'De druk op kust(broed)vogels is al hoog.
Zo vertonen veel soorten al een (sterke)
negatieve trend en het aantal geschikte
broed- en rustgebieden neemt af.
Ook zijn nog niet alle effecten van
16J wantij oktober 2018