Meer variatie Open wond De Schotsman is een voormalig schor in het Veerse Meer, dat bij de afsluiting van het Veerse Gat in 1963 voorgoed droog viel. De plaat is in de jaren zestig en zeventig voor een gedeelte ingeplant met bos. Dat gebeurde volgens de toen heersende 'mode': recht en overzichtelijk, met de bomen direct aan de wandel- en ruiterpaden. Later zijn hier en daar 'zomen' in de bosrand aangebracht. Dat zijn bochten zodat er wat warmere hoekjes ontstonden - belangrijk voor vlinders en andere insecten - en het bos wat minder rechttoe rechtaan werd. Tussen de bospercelen in zijn de grootste waarden van het terrein te vinden: de korte hier en daar nog wat zilte graslan den, waar een aantal soorten orchideeën, ratelaar, pinksterbloem, parnassia en bijzondere grassen voorkomt. Het bos herbergt met het ouder worden typische bosvogels als spechten, buizerd en havik, zwartkop en tjiftjaf, appelvink en boomkruiper en lijsterachtigen. Zoveel jaren later zie je nog steeds sporen van die ingreep. Er liggen in het bos nog boomstronken en takken van de dunning Karel Leeftink is boswachter bij Staatsbosbeheer. wantij oktober 2019 Een jaar of zes geleden is een deel van de Schotsman gedund, dat wil zeggen er is een behoorlijk aantal bomen weggehaald om andere bomen meer ruimte te geven om zich te ontwikkelen. De werkzaam heden vonden plaats na het broedseizoen in de nazomer en voor de te verwachten herfstregens- zodat er in het bos met groot materieel snel en efficiënt gewerkt kon worden. Hoe droger, hoe minder schade (sporen, verdichting) en hoe minder de bodem en bodemfauna onder de werkzaamheden lijden. Deze groot schalige ingreep zorgde in eerste instantie voor 'een open wond' in het terrein: boomresten, takken, stompen, forse open plekken, omver gevallen kleinere boom pjes en de onvermijdelijke sporen in de paden. Bovendien was het groeiseizoen voorbij, dus het bos ging kaal de winter in. Overigens is het beleid een gedeelte van de takken en boomresten te laten liggen (10-15%), want 'dood hout brengt weer leven'. Het bos is opener geworden en daarmee ook aantrekkelijker voor bijvoorbeeld reeën. Die zijn als fijnproevers gebaat bij jong opschot. Er leven nu circa 75 reeën in het gebied. Bij het herstel na een dunning of natuurlijke ingrepen zoals brand, storm en overstroming, is het zaak de natuur tijd te gunnen. Wij mensen denken vaak in termijnen van hooguit een jaar of twee, maar ontwikkelingen in de natuur krijgen veel langzamer vorm. Het duurt dus wel even voordat het bos een nieuw evenwicht gevonden heeft. En er een stabiele balans komt tussen de diverse planten en dieren, die allemaal om de nieuwe ruimte met de nieuwe mogelijkheden vechten. Uiteindelijk zullen de sterkste soorten het bos een stevige basis en een nieuwe bestendigheid geven. Voor meer informatie: www.staatsbosbeheer.nl/routes/veerse- meer/wandelroute-schotsman-groen van toen, maar een groot gedeelte ervan is inmiddels overgroeid met mossen en schimmels. Het schors en de bladeren zijn vrijwel vergaan en in het bosbed opgeno men. Op de door de dunning ontstane open plekken in het bos, hebben zich nieuwe planten gevestigd. Er zijn essen en eiken- nou ja, esjes en eikjes- opgescho ten, leverkruid laat zich volop zien, brandnetel, braam en meidoorn hebben van de gecreëerde ruimte tussen de bomen die zijn blijven staan, gebruik gemaakt. Door het weghalen van bomen is immers niet alleen ruimte, maar vooral ook licht gekomen. En dat zorgt weer voor het ontkiemen van zaden, die al vele jaren in de bodem aanwezig waren, maar zich door het gesloten bladerdek niet konden ontwikkelen. Of je het mooi vindt of niet, is een kwestie van smaak. Feit is dat er veel meer variatie in vegetatie is gekomen, zowel qua soorten als leeftijd. Dit op zijn beurt heeft zijn weerslag op het voorko men van andere levensvormen zoals insecten en vogels.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2019 | | pagina 9