'De laatste herverkaveling op Walcheren had nooit plaats mogen vinden' Aan het begin van het gesprek bevestigt Jan Zwemer zijn interesse voor geschiedenis. Hij weet dat hij en de interviewer dezelfde (bet)overgrootmoeder hebben. Zwemer is afromstig uit een arbeidersfamilie met een Gereformeerde Gemeente-achtergrond. 'Maar niet dat hele zware, want wij gingen op zondagmiddag wel een rondje wandelen of fietsen/ De Manteling Stamcafé Familieboerderijen Onherstelbare aantasting Peter Louwerse 'En er zaten verstandige mensen in de familie. Een neef had in Delft gestudeerd en een ver familielid was professor Samuel Zwemer, een bekend theoloog. Diens vader was al rond 1850 vertrokken naar Amerika maar er werd nog altijd gecorrespondeerd doorde nazaten.' De vader van Zwemer werkte als bosarbeider op het landgoed Zeeduin aan de rand van Oostkapelle. 'Wij woonden net buiten het dorp, we waren 'buutendurpers'. Ik heb m'n helejeugd in de Mantelinggespeeld en rondgewandeld. Ik was dikwijls bij mijn vader in het bos te vinden. Mijn vaderwas de laatste bosarbeider in traditionele zin, in dienst van de familie Lantsheer.' Zwemer schrijft al meer dan dertig jaar over de Zeeuwse geschiedenis. Een deel van zijn boeken gaat over gewone mensen (arbeiders) en hun werkzaamheden. 'Er zijn nog zoveel leemtes in de Zeeuwse geschiedschrijving. Ik heb erg mijn bestgedaan om de voornaamste gaten te vullen, maar heb inmiddels geconcludeerd dat ik daar beter verder van kan afzien. Zeker over de 19e eeuw is er nog een immense hoeveelheid interessant archiefmateriaal.' Over natuur en landschap heeft Zwemer niet heel veel op papier gezet. Wel in een aantal gedichten en columns en hij houdt ook voordrachten waarin hij zijn mening geeft over allerlei ontwikkelingen. 'Ik zit midden in de agrarische samenleving, maar ik ben altijd ongeorganiseerd gebleven. Voor mij zijn informele relaties mijn belangrijkste bronnen. In mijn stamcafé in Oostkapelle komen mensen uit de agrarische hoek die soms de invalshoek vormen voor mijn gedachten die ik dan later weer op papier zet.' Zwemer is een krachtig pleitbezorger voor kleinschalige landbouw. Hij heeft uitgezocht dat in Oostkapelle ongeveer de helft van de boeren in deeltijd op de boerderij werkt en daarnaast bijvoorbeeld loodgieter of kraanmachinist is. 'Prima dat op deze manier de kleine familie boerderijen in stand gehouden worden. De laatste herverkaveling op Walcheren had nooit plaats mogen vinden. Ik weet dat er boeren zijn die achteraf spijt hebben. We zien nu te veel grote percelen en prachtige landschapselementen zoals heggen, solitaire bomen en hakbosjes zijn verdwenen.' Hij slaakt een diepe zucht als de bouw van recreatieparken ter sprake komt. 'Wanneer houdt deze vreselijke aantasting van kust en landschap nou eens op? Ik ben echt niet tegen recreatie. Met de minicampings van boeren heb ik geen moeite, integendeel, het is mooi dat stadskinderen het boerenleven leren kennen. Wie wil er niet bij de boer zitten?' Als voorbeelden van de onherstelbare aantasting en vernietiging van natuur noemt Zwemer de duinen achter Berkenbosch, het Sluitershoekje en de Beekhoekspolder, allemaal in de Manteling tussen Oostkapelle en Domburg. 'De duinen westelijk van Oostkapelle naar Domburg toe, werden vroeger in natuurgidsen geprezen vanwege de langzame overgang van eikenhakhout in de duinen naar eikenbos. Uniek in Europa. Door begrazing van een 121 wantij oktober 2020

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 2020 | | pagina 12