Gemaal Boreel in 1935. toenmalige ingenieur van de Polder, jhr. J.L. Boreel, die de definitieve plannen had gemaakt, 'waarin hij zoo geheel is opgegaan'. Drie meter omhoog Tijdens de ontwerpfase in 1928 werd a! reke ning gehouden met een eventuele uitbrei ding in de toekomst. Het gebouw werd groot genoeg gemaakt om later nog een pomp te kunnen herbergen en ook werd die plek al voldoende gefundeerd (met palen van tien meter lengte). En inderdaad, in 1953 werd Boreel uitgebreid met een derde pomp, een dieselpomp van Stork. In totaal kan het ge maal nu 725.000 liter water per minuut van uit het Walcherse middengebied bijna drie meter omhoog in het Kanaal door Walcheren pompen. In het gebied van het waterschap Zeeuwse Eilanden is Boreel het gemaal met de grootste capaciteit en het grootste achter liggende te bemalen gebied (ruim 10.000 ha). Zowel pomp als dieselmotor uit 1953 functio neren nog steeds. Dat geldt ook voor de pompen uit 1929; de elektromotoren die deze pompen aandrijven, werden in 1981 vervangen. Op 30 juli 1929 werd van de eerste Wal cherse 'bemalingsinrichting' de eerste steen gelegd. Dat gebeurde door Joan Lantsheer, zoon van de toenmalige voorzitter van de Polder Walcheren, mr. H.F. Lantsheer. De jonge Lantsheer werd later dijkgraaf van het waterschap Walcheren (1979-1991). Van links naar rechts: Joan Lantsheer (met troffel) en zijn vader, Ir. Boreel en 'raad' (lid van het dagelijks bestuur) P. de Visser. maart 1996 Majestueus ledereen is het erover eens: gemaal Boreel is een fraai gebouw. De schoonheid ervan wordt ook nog versterkt door de mooie lig ging aan de Vlissingseweg. Jammer eigenlijk dat de automatische krooshekreiniger aan de westzijde (eigenlijk de achterkant en in dit geval de 'zuigzijde') het zicht op het gemaal enigszins beneemt, maar zonder dat apparaat zou het vuil zich ophopen tegen het rooster, en dat wil het oog ook weer niet. Dat rooster voorkomt dat de pompen van Boreel in storing zouden vallen door binnenstromend drijfhout en ander vuil. Het gebouw heeft een degelijke uitstraling, maar een oplettende beschouwer ziet toch tal van details die het sobere geheel ver fraaien. Boreel heeft door de symmetrisch aflopende hoogte van het dak wel wat weg van een erepodium. Direct onder de dakrand is rondom een sierrand van dezelfde steen te zien. Ook aan de oorspronkelijke entree is aandacht besteed: er is een gewelfachtig portiek ontstaan door strak inspringend metselwerk, in de rollaag boven de deur is zandsteen verwerkt en natuurlijk springt de fraaie gevelsteen met de Walcherse walvis boven de ingang in het oog. Ook de hoge ramen met de kleine ruiten geven Boreel een majestueus uiterlijk. Gemaal Boreel was niet het product van een aparte architect; vermoedelijk was het ontwerp een samenspel tussen de naamgever, ir. Boreel en de aan nemer, W. Diepstraten uit Made. Steun in de rug Gemaal Boreel functioneert nog steeds als de beste; zowel de elektropompen als de diesel pomp voldoen prima. Toch krijgt de 'grand old lady' van de Walcherse gemalen binnen kort een drievoudige steun in de rug. Aan de rand van Middelburg worden drie flinke onderbemalingen gebouwd, die het peil beheer van midden-Walcheren fijnmaziger en beter beheersbaar maken. Van deze drie vijzelgemalen, die in het kader van de Ruil verkaveling Walcheren worden gebouwd, is die aan de Veerse watergang al in werking en worden die aan de Domburgse en Sint Laurense watergang in juli van dit jaar op geleverd. Hoe onverdroten Boreel ook pompt, door dit moderne trio is de afwatering van midden-Walcheren minder kwetsbaar. En daar is het - heel lang geleden - tenslotte ook allemaal om begonnen. Het interieur van gemaal Boreel in 1996. Rechts op de voorgrond één van de elektropompen uit 1929, links daarachter de dieselpomp uit 1953 en op de achtergrond de dieselmotor, die met de hand moet worden gestart.

Tijdschriftenbank Zeeland

Scheldestromen/de Waterwerker | 1996 | | pagina 15