sen ondergebonden en de sloten al schaat send gecontroleerd. De luchtbellen in een bepaald spoor onder het ijs kunnen wijzen op een ingang (pijp) naar een nest (de bouw) in de slootkant. Hij legt uit dat een bestrijder heel veel tijd besteedt aan het afspeuren van de sloten. Zijn getrainde oog ziet wat een leek niet ziet. Bij de wortel schuin afgeknaagde rietstengels. Paadjes (wissels) over de taluds en zwemgeulen in de sloten. Zanddrempels op de bodem bij de uitgang van de pijp. De moeilijkheid is dat de beesten zelf niet makkelijk te zien zijn. Het hol ligt weliswaar in de slootkant boven de waterspiegel, maar de ingangen ernaar toe maken ze onder water. Hoe langer ze er zitten, hoe meer gangen ze maken. Die lopen soms meters landinwaarts. Resultaat: instortende sloot kanten, versperde sloten, stukken weg die verzakkingen vertonen, ondermijnde binnen dijken. Overigens komen muskusratten niet alleen op het platteland voor. Ook in vijvers of stadssloten kunnen ze zitten. Stijfbevroren We bereiken de Meiiskerkse watergang. Loek trekt lieslaarzen aan, pakt zijn stok, de zg. Stöberstok, en stapt de sloot in. Ik volg langs de bevroren, hobbelige kant. Loek gooit me een paar rietstengels toe en zegt: 'Zie je hoe ze afgebeten zijn?' Dan komt het moment waartegen ik heb opgezien. Met zijn stok haalt hij een klem boven water met een Van provincie naar waterschap In 1986 heeft het Rijk de muskusrattenbe- strijding overgedragen aan de provincies. In het kader van het decentraliseren van een aantal taken kwam er in 1994 van de kant van Gedeputeerde Staten van Zeeland een voorstel genaamd Watercomplex. Het voor stel is een principe-akkoord op hoofdlijnen met de waterschappen in Zeeland en houdt in de overheveling van de rijksbijdrage onder houd hoofdwaterkeringen (dit is inclusief financiële compensatie oevererosie Ooster- schelde), de overheveling van de rijkssubsidies voor de muskusrattenbestrijding en de over dracht van de muskusrattenbestrijdingstaak aan de waterschappen. Provinciale Staten van Zeeland gingen in oktober 1995 akkoord met Watercomplex, de algemene vergaderingen van de Zeeuwse waterschappen in december dode muskusrat erin. Hij is stijfbevroren en ziet er tot mijn opluchting niet griezelig uit. Eenmaal op de kant gelegd bekijk ik hem eens goed en zie de zwemborstels aan de achterpoten en de lange, palingachtige staart, iets wat geen enkel ander zoogdier heeft. Loek werkt het uitgezette parcours af en haalt nog vijf exemplaren naar boven. Ik zie dat hij twee soorten klemmen gebruikt, de conibear en de grondklem. Ze worden onder water uitgezet op plaatsen waar in gangen zitten en veroorzaken een snelle dood door het samendrukken van de borst kas. Loek controleert de vangmiddelen, maakt ze schoon en plaatst ze terug. De dode ratten neemt hij mee om te begraven. Als het er veel zijn, gaan ze naar een destructiebedrijf. Ik verbaas me over de afstanden die je moet lopen. Logisch natuurlijk, de meeste sloten liggen niet langs de weg maar doorsnijden het land. 'Tien kilometer per dag is geen uitzondering', zegt Loek. Inmiddels valt er natte sneeuw. 'Buiten werken heeft ook zijn nadelen', denk ik huiverig. Een kuub grond We rijden richting Grijpskerke naar de Baaijenhovense weg. Loek heeft daar een paar fuiken uitgezet. Bestrijders plaatsen deze fuiken vaak langs de trekroutes als preventie. De fuiken zijn leeg. De voorjaars trek is ook nog niet begonnen, dan moet het eerst wat warmer zijn. 'Dat bedoel ik dus met 5 1995. De vier Zeeuwse waterschappen hebben gekozen voor een samenwerkings verband in de vorm van een gemeenschappe lijke regeling onder toezicht van een gemeenschappelijk orgaan. Dit laatste bestaat uit drie bestuursleden van het water schap Zeeuwse Eilanden en drie bestuurders afkomstig uit de Zeeuws-Vlaamse water schappen. Voorzitter is de dijkgraaf van het waterschap Zeeuwse Eilanden. De dertien medewerkers die zich met de muskusratten bestrijding bezighouden zijn in dienst ge treden van het waterschap Zeeuwse Eilanden. Vijf van hen doen hun bestrijdingswerk in Zeeuws-Vlaanderen. Het waterschap Zeeuwse Eilanden is ook het centrale punt van waar uit de organisatie en de coördinatie van de muskusrattenbestrijding plaatsvindt. Centraal meidnummer: 0113-241000 schade', zegt Loek even later, terwijl hij op een flink stuk ingestorte slootkant wijst. 'Wist je dat zo'n beest wel een kuub grond per jaar verzet?' Ik weet hoeveel een kuub zand is als je in de tuin bezig bent en kan me ineens voorstellen wat er zou gebeuren als je het aantal muskusratten niet meer in de hand hebt. We rijden verder naar de Westkapelse sprink aan de Rapenburgse weg. Loek gaat de sloot weer in en roept dat het jammer is dat er in mijn maat geen lieslaarzen waren. In mijn hart ben ik blij dat ik het koude water niet in hoef. Nog drie muskusratten haalt hij naar boven, de andere klemmen zijn leeg. Thermisch ondergoed Het is pas tien uur, hoewel we er voor mijn gevoel al een dagtaak op hebben zitten. Tijd voor koffie. Omdat ik erbij ben, gaan we in Meliskerke naar het plaatselijk café. Normaal gesproken neemt Loek koffie in een thermos fles mee, die hij in de auto opdrinkt. Ik ben door en door koud, aan Loek merk ik niets. Of hij het niet koud heeft? Nee, dit weer vindt hij wel lekker. Ik hoor dat de bestrijders thermisch ondergoed dragen, dat geeft vol doende warmte en belemmert de bewegings vrijheid niet. Uit de auto heeft hij het Hand boek Muskusrattenbestrijding meegenomen. Daaruit haalt een bestrijder zijn theoretische kennis, het vak leert hij in de praktijk. Contact met collega's? Het team bestaat uit dertien mensen: een coördinator, die het waterwerker

Tijdschriftenbank Zeeland

Scheldestromen/de Waterwerker | 1996 | | pagina 5