houder betrokken omdat het waterschap als
groot slibproducent veel belang heeft bij een
goede en betaalbare oplossing van het slib-
probleem. De Koninklijke Schelde Groep en
Delta Nutsbedrijven zijn de andere aandeel
houders.
De proefinstallatie heeft een verwerkings
capaciteit van 2000 ton droge stof per jaar.
Dat is omgerekend naar het huidige slib-
volume 7000 tot 8000 ton slib. De awzi te
Ritthem en de awzi Willem Annapolder
produceren het slib. Het is voor de proef van
belang dat de samenstelling van het te ver
werken slib constant is. Daarom voeren alleen
die twee zuiveringen het slib aan.
Met het leveren van voldoende slib door de
waterschappen, de ontwikkelde techniek én
subsidie van de Europese Unie, die door
bemiddeling van de Provincie Zeeland is
verkregen, stond niets het bouwen van een
proefinstallatie in de weg. In januari 1995
ging in het Sloegebied nabij Nieuwdorp de
eerste paal de grond in en in augustus van
hetzelfde jaar kon de installatie opgestart
worden.
Briketten
Als het slib van de awzi komt is het 'steek-
vast'. P. Loekemeyer, bedrijfsleider van de
vergassingsinstallatie, vertelt dat je weliswaar
de spa er goed in kunt zetten, maar dat het
toch veel droger kan. De slibkoek bevat nog
teveel water. Naast water zit er in het slib
ook organisch materiaal (eiwitten, vetten en
koolhydraten), dat een warmtegevend ver
mogen heeft. Het levert als het ware energie.
In een drooginstallatie wordt het binnenko
mende slib met stoom gedroogd. Er blijft
een droge stofgehalte van 85% over. Als je
nagaat dat het slib bij binnenkomst 30%
droge stof bevat, is dat een niet geringe
volumevermindering! Het water wordt opge
vangen in de condensor en vervolgens naar
de awzi in Ritthem gebracht, waar het ge
zuiverd wordt. Een restje water in het slib
dient als bindmiddel, zodat het nog nét geen
as is. In de briketpers wordt het gedroogde
slib samengeperst tot briketjes. De grootte
ervan is te vergelijken met die van de kooltjes
die voor de barbeque gebruikt worden.
Loekemeyer: 'Het enige verschil is de enorme
stank die er afkomt als je ze verbrandt. Ik
raad sterk af onze briketjes voor dat doel te
gebruiken, want bij het verbranden van orga
nisch materiaal komt nu eenmaal een zeer
penetrante lucht vrij.'
De briketten verdwijnen vervolgens in de
vergasser. Daar dienen ze als voeding voor
het vergassingsproces. Bij de vergassing ont
staat een temperatuur van 800 tot 1000°C.
Het duurt ongeveer acht uur voordat de
briketten als as onderin de trechtervormige
vergasser liggen. Slechts 10% van het slib is
nu overgebleven. De vrijgekomen gassen
worden naverbrand en de hierbij ontwikkelde
warmte wordt benut voor het stoomproces
om het slib te drogen. De rookpluim boven
de fabriek is niet meer en niet minder dan
waterdamp. Er is dus sprake van een milieu
vriendelijke oplossing van het slibprobleem.
Het slib levert immers energie voor de eigen
vergassing! Wellicht is het in de toekomst
zelfs mogelijk de as te hergebruiken.
Toekomst
Eén werktuigkundige en de bedrijfsleider
zorgen er voor dat de installatie op gang blijft,
's Nachts is één persoon genoeg om de zaak
te controleren. Omdat het hele proces geauto
matiseerd is, kan er in de toekomst gedacht
worden aan een onbemande installatie
's nachts.
Jaarlijks kan de slibvergassingsinstallatie in de
huidige opstelling 2000 ton droge stof ver
werken. De bedoeling is dat in de toekomst
de installatie 6000 a 10.000 ton kan gaan ver
werken. Dat is meer dan de hoeveelheid slib
van de awzi's van alle Zeeuwse waterschappen.
Om die hoeveelheid te kunnen verwerken
moeten er extra vergassers bijgebouwd
worden. 'Maar uiteraard moeten eerst de
nodige vergunningen van de Provincie ver
kregen worden', aldus ir. W.J. Akkerman,
directeur van de 'Slibverwerking Zeeland bv'.
Naar zijn zeggen kan als alles meezit begin
1999 alle slib van waterschap Zeeuwse
Eilanden afgevoerd worden naar de slibver
gassingsinstallatie.
Ing. L. Kasse, hoofd afdeling Zuiveringsbeheer
bij het waterschap, volgt de proef op de voet.
Kasse: 'Wat gedurende de proefperiode goed
bekeken moet worden is de storingsgevoelig
heid van de installatie. Vooral in relatie met
de continue slibstroom. Als de installatie stop
gezet wordt ten gevolge van een storing of
voor het verrichten van onderhoudswerk
zaamheden, waar gaan we dan met het slib
naar toe?' Daarnaast is het van groot belang
hoe hoog het tarief wordt voor slibvergassing.
Pas als bekend is wat het vergassen van een
ton slib kost, nu en op wat langere termijn,
kan het waterschap een definitieve keuze
maken.
Het 'steekvaste' slib wordt in deze droog
installatie met stoom verder gedroogd tot
85% droge stof.
juni 1996
13
waterwerker