Wie kent niet de dichtregel: 'Er stonden
drie kruisen op Golgatha, maar de boer hij
ploegde voort'. Oorlog, vrede, democratie,
dictatuur, welvaart, armoede, slecht weer,
goed weer, recht, onrecht - onverstoorbaar
gaat het boerenleven door. Maar behalve die
onverstoorbaarheid en het (schijnbaar) niet
sterk onder de indruk zijn van alles wat er
rondom hem gebeurt, geeft die dichtregel
ook aan: 'Wat er ook gebeurt, er moet brood
op de plank blijven en dat kan alleen als de
boer voortploegt (en soms 'voortploetert')!
De agrarische sector was, is en blijft belang
rijk, ook in het waterschapsgebeuren.
Eeuwenlang domineerden de boeren en dan
met name de grondeigenaars het water
schapsbestuur. Zo sterk soms, dat er hier en
daar (wat overdreven) gesproken werd over
'boerenrepublieken'. Mede als gevolg van
de Waterschapswet, is er aan die hegemonie
naar tussen de 30 en 40. (Ik ben een groot
voorstander van 40.) Daardoor is er een dis
cussie losgebarsten: moeten pachters en
grondeigenaren (ongebouwd) elk een aparte
categorie blijven of moeten die twee groepen
worden samengevoegd? Dat bleek echter
jammergenoeg een onzalige discussie.
Immers, de Waterschapswet is gefundeerd op:
belang, betaling, zeggenschap. En hoewel het
belang van de pachters onmiskenbaar is, is in
het waterschap Zeeuwse Eilanden hun 'beta
ling' te gering om als aparte categorie ge
handhaafd te blijven, met name als - terecht -
wordt vastgehouden aan basisbelang en kies
districten.
Ik betreur dat zeer en heb me in alle bochten
gewrongen om de pachters toch als aparte
groep te behouden. Maar om dat te bereiken
heb je de wettelijke middelen nodig en een
meerderheid in de av en in het db. Die beide
En de boer,
een eind gekomen. Maar toch zijn ook in
dat vernieuwde bestel 'de boeren' een bij
zondere groep gebleven en dat moet mijns
inziens zo blijven. Zij immers voelen dagelijks
aan den lijve de gevolgen van de water
schapsbeslissingen. Of het nu de zorg voor de
waterkeringen betreft, het peilbeheer, het
wegenbeheer, het onderhoud van waterlo
pen en sloten, het dammenbeheer, het
milieuvriendelijk maken van de oevers, de
muskus- en beverratbestrijding, enzovoorts,
enzovoorts - we kunnen nog veel meer verha
len. Maar steeds is de agrarische sector zèèr
direct betrokken of - sterker gezegd - direct
afhankelijk. Van de bestuurders komend uit
de andere categorieën mag dan ook ge
vraagd worden om ook een 'brede kijk'
naar de agrarische sector!
In het waterschap Zeeuwse Eilanden zijn de
pachters en de grondeigenaren (het onge
bouwd) tot op heden aparte categorieën. Dat
kan ook, want Zeeuwse Eilanden heeft een
algemene vergadering van 62 leden. Dat aan
tal moet met ingang van voorjaar 1998 terug
DOOR D RS H. EVERSDIJK
ontbraken (het tweede uiteraard als gevolg
van het eerste). Ik heb me toen sterk ge
maakt om er voor de agrarische sector als
geheel mèèr uit te slepen dan 6 van de 39
(dat was de omvang van de nieuwe av in eer
ste instantie) hoofdingelanden. Door op 40
hoofdingelanden over te gaan, kan die extra
zetel naar de agrarische sector. Die sector
moet dan onderling uitmaken hoe die zetel
bezet gaat worden en dan ga ik er vanuit dat
op tenminste één van die zeven zetels een
pachter komt!
Zeven van de veertig hoofdingelanden dus
op een agrarische zetel. Geen meerderheid!
En dus moet met anderen samengewerkt
worden in het algemeen belang. In water
schapszaken vallen 'algemeen belang' en
'boerenbelang' heel vaak samen. Daar moet
de hele av zich van bewust zijn, dan kan de
boer voortploegen in aller belang. Want de
boer (ik kies bewust voor dat woord; ik vind
het een erenaam) is tegenwoordig ook een
vakman, met een brede kijk!
december 1996
3
waterwerker