Hans van der Meuten ken en de vier Zeeuwse dijkgraven de uitein delijke beslissingen nemen. De kern van het projectbureau Zeeweringen bestaat uit vaste medewerkers van Rijks waterstaat, aangevuld met medewerkers van de Zeeuwse waterschappen. Zij zijn praktisch rond met de voorbereidingen voor de aan passing van de vier dijkvakken aan de Westerschelde die als eerste aan de beurt komen: de Borsselepoider in Zuid-Beveland en de Wilhelmus-/Kruispolder, de Klein Huissens/-Eendragtpolder en de Hans van Kruiningenpolder in Zeeuws-Vlaanderen. Start van het werk: meteen na afloop van het stormseizoen, dus 2 april. Het werk moet klaar zijn voor het volgende stormseizoen, dat 1 oktober begint. Hoe je zo'n karwei aan pakt, vertellen op deze pagina's drie mensen, die er vanaf het begin bij betrokken zijn. Bouwdienst Utrecht, Rijkswaterstaat maart 1997 belang voor de betrokkenheid van alle partij en. Ja, en hoe begin je dan? Je gaat eerst samen met de waterschapsmen sen de bestekstekeningen van de dijken, zoals ze destijds zijn gemaakt, bekijken. Klopt de tekening met de situatie van nu of zijn er aanpassingen geweest? Dan ga je ter plaatse kijken. Hoe ligt alles erbij, hoe is de situatie onder de bekleding, je doet metingen, je maakt foto's. Heb je alle gegevens verzameld, dan kun je met de computer uitrekenen hoe de huidige sterkte is. Je laat het RIKZ uitreke nen wat voor waterstanden en wat voor gol ven het dijkgedeelte moet kunnen doorstaan om aan de normen van de Wet op de water kering te voldoen. Dat zijn de hydraulische randvoorwaarden. Is de huidige situatie insta biel, zoals bij deze vier dijkvakken het geval is, dan ga je berekenen wat er moet gebeu ren om de juiste stabiliteit te krijgen. Geleidelijk wordt dan duidelijk wat er moet veranderen in constructie en materiaal en begin je met het maken van bestekken. Natuurlijk zijn er diverse mogelijkheden wan neer je een dijkgedeelte gaat versterken. Daarom worden er eerst criteria opgesteld om tot keuzes te komen: welk materiaal kies je, is het geschikt voor die plek, wat kost het, is het snel beschikbaar, heeft het effecten op het milieu, is het onderhoudsgevoelig, stem men de waterschappen ermee in? Al deze overwegingen en het voorgestelde ontwerp worden opgenomen in een ontwerpnota voor de opdrachtgever, in dit geval Rijkswaterstaat Directie Zeeland. Wanneer de opdrachtgever akkoord is, wor den de bestekken gemaakt en gepubliceerd in de Staatscourant. Dan kan er tot aanbeste ding worden overgegaan. Het werk dat het eerst van start gaat, is op 5 maart aanbesteed voor een bedrag van 7.673.000,- excl. BTW. De andere drie aanbestedingen volgen bin nenkort. We kunnen dus meteen na het stormseizoen op 2 april beginnen! Overigens zijn we inmiddels met een stuk of vijftien man, afkomstig uit verschillende diensten van Rijkswaterstaat zoals de Bouwdienst in Utrecht, de Dienst Weg- en Waterbouw uit Delft en Directie Zeeland.' 'Meteen nadat het besluit gevallen was, dat de meest urgente dijkvakken in Zeeland in 1997 aangepast moesten worden, heeft Rijkswaterstaat vast een paar mensen, waar onder Hans Johanson van de DWW uit Delft en mij, in Goes gedetacheerd om de werken voor te bereiden. Dat was eind november. Hoe de conditie van de dijkvakken was, was al bekend uit de inventarisaties. Op grond hiervan en met de wetenschap dat de voor bereidingstijd krap was, wil je 1 april kunnen beginnen, hebben we in overleg met de waterschappen vier dijkvakken aangewezen waar dat ook kon. Dat die vier gedeelten ook in de vier Zeeuwse waterschappen liggen, was niet doorslaggevend, maar wel van groot

Tijdschriftenbank Zeeland

Scheldestromen/de Waterwerker | 1997 | | pagina 6