In 1875 was notaris Prumers de ambachtsheer
en na hem zijn schoonzoon J.C. van Hattum.
Deze twee hadden al eerder, in 1868 op een
openbare veiling te Goes, het nabijgelegen
schor de Zuidgors voor f3000,- gekocht.
Uiteindelijk kreeg Van Hattum in 1881 zowel
het hele schor als de gehele ambachtsheerlijk
heid en daarmee ook het aloude recht van
aanwas. Nog in 1957 heeft de familie gebruik
gemaakt van dit recht. Bij de dijkverzwarin
gen is de nieuwe dijk over het schor gelegd
om de bocht af te snijden, waardoor 50 ha
werd ingepolderd. De familie eiste die grond
op wegens hun ambachtsheerlijk recht van
aanwas. Tegenwoordig heet dit stukje nog
informeel het Van Hattumpoldertje.
De familie Van Hattum heeft veel voor het
dorp betekend en ze waren ook prominent
aanwezig. Johan Christiaan van Hattum was
een telg uit een Sliedrechtse baggeraars- en
aannemersfamilie en was rijk geworden door
zijn werk bij de aanleg van het Suezkanaal.
De pracht en praal die hij in Egypte gezien
had, wilde hij ook in Ellewoutsdijk tentoon
spreiden. Hij liet daarom een prachtig, wit
paleisje in Moorse stijl bouwen, Zorgvliet, dat
helaas in 1944 door beschietingen van de
geallieerden geheel verwoest is. Van Hattum
schonk het dorp een gemeentehuis, stichtte
een fonds voor behoeftige kraamvrouwen,
waaruit tegenwoordig bejaarden en school
kinderen reisjes maken.
Zilvermeeuwen
De inlaag vormt samen met het Zuidgors een
prachtig natuurgebied. Tussen deze twee in
ligt het negentiende eeuwse fort Ellewouts
dijk, gedeeltelijk nog in zijn natte gracht,
gebouwd na de Belgische opstand om de
Westerschelde te kunnen beheersen en vijan
delijke schepen te beschieten. Met de jongste
dijkversterkingen is ervoor gekozen de ach
tergelegen inlaagdijk op Deltahoogte te
brengen, zodat het fort zelf gespaard kon
blijven en niet volledig achter een te hoge
dijk verscholen werd. In 1980 is het fort aan
gekocht door de Vereniging tot Behoud van
Natuurmonumenten, die ook al de inlaag en
het Zuidgors in haar bezit had.
Het water in de inlaag is vrij zout door de
kwel en dat bepaalt welke soort planten er
kunnen groeien. Zoutwaterplanten vinden
zout water eigenlijk helemaal niet zo lekker,
maar ze zijn (net als cactussen) erop gemaakt
om zo min mogelijk te verdampen. Ze kun
nen lang doen met het kleine beetje zoet
regenwater dat ze hebben. In de inlaag staan
zeekraal, zeeaster, slijkgras, rood zwenkgras,
zilte rus en heen. Ook zeealsem en gesteelde
zoutmelde tref je er aan, terwijl er vroeger
nog echt lepelblad en engels gras bloeiden. In
het voedselrijke water tref je insectenlarven
(muggen), slakjes, wormen, zoals de veelkleu
rige zager, en kreeftachtigen aan, zoals de
langsprietgarnaal en de brakwatersteurgar
naal. Ook palingbrood is er gezien. Tot nu
toe heeft het waterschap een paar keer mon
sters genomen van het water, maar er is
(nog) geen speciaal plan om de waterkwali
teit te verbeteren.
De inlaag is een broedplaats voor vogels en
dient ook als hoogwatervluchtplaats. Bij
vloed kunnen de vogels in de inlaagfourage-
ren onder de electriciteitsmast, die het
gezicht van de inlaag helaas bepaalt. De
belangrijkste inlaagbroeders zijn kokmeeuw,
zilvermeeuw, kluut en tureluur. Maar er heb
ben ook wel andere soorten gebroed, zoals
de zomertaling, patrijs, kemphaan, grutto en
noordse stern. Ook de visdief heeft er een
paar jaar lekker gebroed, maar de laatste tijd
is hij een zeldzaamheid geworden. De ruige
vegetatie en de grote overmacht van de
meeuwen hebben hem waarschijnlijk ver
jaagd. Die meeuwen zijn brutale gasten in de
inlaag. Voor de dijkverzwaring van 1982 was
er een kolonie van tussen de 300 en 900
broedparen kokmeeuwen, daarna waren er
door alle onrust nog maar enkele tientallen
paren over. Intussen is dat weer wat op peil
gekomen. Het aantal zilvermeeuwen mag
echt niet te groot worden omdat ze anders
de andere vogels geen kans meer geven. De
meeste zilvermeeuwen blijven hun hele leven
binnen honderd kilometer van hun geboorte
kolonie. Geen nieuwe kolonies in de inlaag is
de oplossing. Want een gemengde bevolking
is uiteindelijk toch het leukst.