Het noorden zuiden Van de dijkgraaf Als de tarieven van Zeeuwse Eilanden omhoog gaan, moet ik dat uitleggen aan het dagelijks bestuur en aan de journaliste van Omroep Zeeland. Het dagelijks bestuur moet het uitleggen aan de algemene vergadering. En de leden van de algemene vergadering moeten weer verantwoor ding afleggen aan hun achterban. De hoofddoel- stellinguïtonsmasterplan 'kostenreductievoor de burgers' spreekt dus iedereen aan. In de vorige Waterwerker heb ik de suggestie gedaan deze keer eens wat te schrijven over een cryptische frase in het masterplan: we moeten de blik zowel op het noorden als op het zuiden richten. Met zo'n zinsnede loopje natuurlijk het risico beticht te worden van het aantasten van de autonomie van andere waterschappen. Laat ik dat risico pro béren te verkleinen door het masterplan nog eens Wil men met Zeeuwse Eilanden samenwerken op het gebied van automatise-ring of is zelfs een ver dergaande samenwerking mogelijk? Hoe dénkt de Provincie Zeeland dat integraal waterbeheer op Goeree-Overflakkee ingevuld moet worden? Moet de waterkwaliteitszorg vanuit Zuid-Holland gedaan blijven worden of kan dit net zo goed opgepakt worden door Zeeuwse Eilanden? En als Zeeuwse Eilanden waterbeheer op Goeree- Overflakkee gaat doen, moeten de financiële con sequenties voor een algehele aansluiting bij Zeeuwse Eilanden dan niet bekeken worden? Kortom, de blik naar het noorden betekent dat we best iets willen, maar het is op dit moment een 'vragende blik'. En de blik naar het zuiden? In Zeeuws-Vlaanderen zijn de waterschappen lang tegen fusie geweest. De Drie Ambachten wilde zachten. Ik heb dat toen sterk intraden. De argu menten daan/oor waren: onvoldoende zicht op de financiële positie van Zeeuwse Eilanden (vooral ten aanzien van reserves, investeringen en tarie ven), onvoldoende zicht op de toekomstige ont wikkelingen rond Goeree-Overflakkee en de gevolgen daarvan door de tarieven van één Zeeuws waterschap. Nu ik - conform hef breed. 8 gedragen masterplan - de blik naar het zuiden j richt, vragen sommigen zich af of ik nog wel die? zelfde Wim Gosselaar van begin 1996 ben. Ja dus, met een andere pet op en dat is bij dit soort toe- komstvisies van groot belang. Maar daarnaast is de situatie van Zeeuwse Eilanden ook een stuk duidelijker. De tariefsontwikkelingen na de fusie zijn bekend. De actuele reservepositie is bekend en een toekomstvisie hierop wordt ontwikkeld. Sta door W.A. Gosselaar toe te lichten. De vraag in het masterplan was: 'Heeft de fusie voor Zeeuwse Eilanden voordelen opgeleverd?' En het antwoord kan ai even kort zijn: 'Ja, want de tarieven zijn iagojdan ze riy bij niet-gefuseerde waterschappen geweest zouden zijn'. Dan is de veryplgvraag.of samenwerking (of nóg een fusie) nog meer voordelen op kan leve ren. Orp die vraag te beantwoorden móet je de blik wel naar het noorden en het zuiden richten. Maar je zult ook nog wat meer.dingjn moeien onderzoeken: kan samenwerking of fusie daad werkelijk leiden tot efficiënter werken, verster king van je maatschappelijke positie en stabiele tarieven op langere termijn? Ook voor de afstand bestuur-bestuurdéifc in het masterplania.pdacht gevraagd. Hoe gaan We hier nu daadwerkelijk invulling aan geven? Het masterplan zal met alle betrokkenen besproken worden. Zo is het voor ons van belang te weten hoe het waterschap Goeree-Overflakkee over .zijn positie denktlrede toevoeging aan de provincie Zeeland een feit is. met vanwege de (enorme) tariefsverhoging die het ^evólgWan; een fusie zou Zijn, Hulster Ambacht en Het Vrije van Slyis wilden hun identi teit' niet prijs geven. Begin 1995 kwam de omslag in het denken over de fusie. De fusie behóórden de Westerschelde zat er aan te komen en een meerderheid in de Staten vond dat er ook bene den de Westerschelde iets moest gebeuren. Niet zonder slag of stoot en met frisse tegenzin besloot men in Zeeuws-Vlaanderen de fusie zqlf in gafig te zetten in plaats van dit te laten opleg gen. Begin 1996 lag er een voorstel op tafel, waarbij de tarieven na fusie zo dicht mogelijk moesten aansluiten bij die van De Drie Am-'^ffll bachten. In de loop van 1996 werd dit,voorstel 'nog aangepast, vooral op verznejwan de algeme ne vergadering van De Drie'Ambachten, die zich zórgen bleef maken over de toekomstige tarief ontwikkelingen. Een aantal van die hoofdingeland den pleitten toen al voor één Zeeuws waterschap om de pijn van de tarieven zóveel mogelijk fé ver- De investeringenlijst is bekend en wordt kritisch bekeken. Ook de ontwikkelingen rond Goeree- Overflakkee zijn in ieder geval verder dan begin 1996. Nu vraag ik me wel af of men in 1999 in Zeeuws-Vlaanderen zal starten met een tarief dat Izo dicht mogelijk bij dat van De Drie Ambachten zal liggen. Als dat zo is en er ligt een heldere meerjarenraming, dan hebben we gespreksstof. Een niet onbelangrijke rol zal in die discussie de categorie ongebouwd spelen. Berekeningen in het verleden hebben uitgewezen dat een water schap Zealand niet slecht zou zijn voor de tarie ven iriÉïe categorie in Zeeuws-Vlaanderen. Maar meh' was beducht voor wijzigingen in het service- fjpveau. Misschien dat men van gedachten veran- dert als men nu eens belt met 'ongebouwd' van Zeeuwse Eilanden. Overigens; als een fusie-voor- f stel leidt tot voordelen voor de Zeeuwse burger, ben ik ervan overtuigd dat meerdere categorieën zich zullen laten horen. Kortom, ook een vragen de blik naar het zuiden. oktober 1997 waterwerker

Tijdschriftenbank Zeeland

Scheldestromen/de Waterwerker | 1997 | | pagina 3