gemeente Scherpenisse. Dat vloeide door de Boezem en verdween door de uitwaterings sluis in de Oosterschelde. Als je dat maar lang genoeg doet, raakt vanzelf de bodem voor zien van een dikke voedselrijke sliblaag. Toch was er niet echt een probleem omdat de doorstroming goed was. In 1985 verviel de boezemfunctie van Boezem en Botgat, door dat het gloednieuwe gemaal Loohoek de uit watering overnam. Daarom werd in 1987 de spuisluis in de zeedijk 'geamoveerd'. Boezem en Botgat waren nu het beginpunt van een lange afwateringsweg die in noordelijke rich ting liep. Vanaf toen ging de waterkwaliteit in de inlaag hollend achteruit. Alleen de kwel en de regen zorgden nog voor extra water in de inlaag, maar dat was veel te weinig voor een frisse doorstroming. Strandgapers Op dit moment zijn langs de zuidkust van Tholen enkele gebieden opgenomen in de 'Landelijke Ecologische Hoofdstructuur'. In het Zeeuws provinciaal milieuplan 'Kerend Tij' is de inlaag te Scherpenisse aangewezen als beschermd natuurmonument en dat opent mogelijkheden om de natuurwaarden te verbeteren. Dat is hard nodig. De regen verzoette Boezem en Botgat en door het te voedselrijke slib verdween de grote schake ring aan beestjes en planten. De zoutminnen- de wormen, kreeften, schelpdieren en het zilte zeegras kregen het moeilijk in het min der zoute water en er kwamen massa's ordi naire brakwaterinsecten en -larven en een klein plukje schede-fonteinkruid voor in de plaats. Het liefst zou het waterschap weer kenmer kende zoutminnende planten willen hebben, met natuurvriendelijke oevers, een grotere watermassa in Boezem en Botgat zodat de schommeling in het chloridegehalte niet zo groot zal zijn. Nu is het water ondiep. In de zomer, bij een grote verdamping, zakt het peil teveel. Daardoor treedt een heel andere zoutconcentratie op dan wanneer er in de winter veel water staat door zware regenval. Volgend jaar zal het waterschap Boezem en Botgat op de schop nemen om zo een beter brakwatermilieu te maken. De inlaag wordt gebaggerd. Zo ontstaat dieper water en gaat ook de voedselrijke sliblaag weg. Graag had het waterschap nog vogeleilandjes aange- der boven wonder veranderde de situatie sinds 1866 niet meer. Zelfs in 1953 hield de dijk het op die plaats en bleef Scherpenisse droog. Het kan gek gaan in de geschiedenis. Vuil in de Boezem De inlaag was nuttig en mooi tegelijk. Het water was flink zout door het contact met de Oosterschelde en het wemelde er van de paling, kreeft, steurgarnalen en er groeiden echte zoutplanten. Op de droge richels had den de meeuwen, kluten en sternen volop de gelegenheid om te broeden. De sluis werd tot voor kort nog echt gebruikt. Hoewel al in 1910 iets verder een stoomgemaal was gebouwd, in 1932 vervangen door een elek trisch gemaal, spuide men ook nog via de zeesluis. Dat was goedkoper, maar het werk te niet optimaal, zodat onder-aan de inlaag- dijk in 1948 een dieselhulpgemaaltje werd gebouwd, opnieuw met een spuiboezem. Daardoor kreeg je het vreemde gezicht van twee spuiboezems naast elkaar. Eeuwenlang zijn inlagen alleen gezien als hulpmiddelen in de felle strijd tegen het water. Ze brachten nog iets op doordat ze verpacht werden. Maar schoonheid en natuurwaarde kwamen niet ter sprake. Het is de luxe van deze tijd dat we daar wel aandacht aan kunnen beste den. Maar het is ook de last van deze tijd dat zo'n natuurgebied vervuilt. Het fraaie paling paradijsje werd steeds meer verontreinigd door het ongezuiverde afvalwater van de In de volksmond heten Boezem en Botgat al de 'inlaag van Bolier' Een inlaag als natuurmonument: beeldschoon legd, om kalegrondbroeders zoals kluten te trekken. Maar waarschijnlijk zal dit een te duur plannetje zijn. Bovendien zijn er in de buurt genoeg andere prettige broedplekken te vinden. De afwatering wordt verlegd. Kwelputten moeten tenslotte meer en voedselarm zout water aanvoeren, zodat er weer een mooi brakwatersysteem ontstaat. Daardoor zullen de brakwaterkokkel, het palingbrood en de strandgaper opnieuw een plaats kunnen krij gen. En zeg maar eerlijk, strandgapers in de Boezem, wat willen we nog meer? waterwerker Toon Bolier in een schuit, de palingmand op de bodem. Op de achtergrond staan de deuren van de zeesluis te drogen voor onderhoud december 1997

Tijdschriftenbank Zeeland

Scheldestromen/de Waterwerker | 1997 | | pagina 11