mm Isi
bedenken: Petit graniet, Doornikse blokken,
Vilvoordse steen, basalt, koperslakblokken en
de al niet eens meer moderne Haringman-
blokken. Nog altijd vinden de kantonniers
een dijk mooi als hij strak dicht zit. 'Strak hè,
da's pas mooi'. En over een basaltdijk raken
steenzetters niet uitgepraat: mooi, donker,
sterk en strak.
Klomp
Om de verhalen van vroeger lacht men nu
maar wat: vroeger zeiden de oude steenzet
ters dat je je portemonnee boven een dijk
met basalt moest kunnen leeggooien, zonder
dat er een muntje tussen de blokken ver
dween. Ko Barentsen: 'Nu zou je je klomp
nog verliezen tussen de basaltblokken.
Vroeger hadden ze veel betere basaltzuilen.
Die we nu hebben zijn vaak zo krom en
slecht, die kun je niet strak tegen elkaar zet
ten; vroeger zouden ze zo'n scheepslading
hebben afgekeurd'. Vroeger stopten ze die
gaatjes ook wel dicht, maar die waren zo
Ko Barentsen: basalt kan eindeloos mee.
klein, dat er niet veel stopwerk nodig was.
Nu gaat er een laag losse steenslag over en
die valt in de kieren. Maar wat er gemakke
lijk ingaat, gaat er ook weer makkelijk uit.
Regelmatig vult Ko die steenslag weer bij.
Het probleem is dat de basaltgroeven eigen
lijk niet meer uitgebreid mogen worden. Er
komt vrijwel geen basalt meer uit Duitsland
en wat er komt is krom, scheef en slecht.
Wegens milieueisen wil men de groeven niet
verder vergroten. De bemaling van die groe
ven legt ook een grote last op aan de omge-
april 1998
Eind jaren '60: het leggen van een vlijlaag van bakstenen, waarop de basaltzuilen werden gezet.
ving die daardoor last heeft van verdroging.
Wel zijn er in Tsjechië nog steengroeven met
goede basalt in gebruik, maar daar kunnen
slechts scheepjes van driehonderd ton komen.
Dat is te weinig. Meestal halen we basalt per
duizend ton, zegt Ko. Daardoor is die
Tsjechische basalt veel te duur. Toch heeft
het waterschap nog basalt nodig voor repara
tie, en liefst geen al te slechte. Voor dit jaar
is er niet eens meer basalt besteld. Wat we
nu proberen, zegt Ko Barentsen, is alle basalt
die vrijkomt van glooiingen die we met ande
re steen versterken, bewaren. In principe kan
die steen bijna eindeloos mee. Soms is de
bovenkant nogal afgesleten. Dat gebeurt
vooral als er veel grind over de glooiing heeft
geschuurd. Daar gaan de scherpe kantjes
ervan af, maar verder is die nog goed bruik
baar.
Krom op de dijk
Steenzetten is zwaar werk. En zeker basalt
zetten, dat is het zwaarste dat er is. Nog
altijd is het handwerk: zware basaltzuilen til
je en zet ze rechtop in je stuk. Je moet echt
'het oog' krijgen om op het zicht te zien
waar een zuil het beste past. Hoe beter je
zicht is, hoe sneller je kan werken. Want
iedere steen is verschillend en iedere steen
past het best op z'n eigen plekje. Zuilen van
25/30 cm en 30/35 cm worden veel gebruikt.
Die zijn dus 50/60 kg zwaar. Als je dan ander
halve vierkante meter basalt zet, heb je wel
een ton door je handen laten gaan. Maar
ook gebruikt men wel een langere zuil, 40/50
15
cm. Die moetje rollen, want honderd kilo
draag je niet even onder je arm. Alleen op de
Westkappelse dijk liggen die heel zware zui
len. 'Als je last hebt van je rug, vlieg je er zo
uit,' zegt Ko. 'Een slechte rug kun je niet heb
ben in dit vak'. Het bekende beeld van de
dijkwerker in Westkapelle laat ook zien dat
het zwaar werk is: een gebogen man die een
zuil basalt tilt. Toch zijn Ko en Chris blij met
hun buitenwerk. 'Je bent zo vrij als een
vogeltje', zeggen ze. 'Je maakt tenminste
wat, je knapt wat op'. Het is heel zelfstandig
werk. 'Het zou een straf voor me zijn als ik
binnen moest werken'.
Chris Reijnoudt: blij met buitenwerk.