neer je echt stormschade krijgt. Soms heb je een zware storm en heb je nergens last van, en andere keren is het bij een geringe storm al raak. 'Het komt altijd onverwacht'. Ko en Chris hebben allebei de steenzetters- school in Stellendam bezocht. Een halfjaar lang zetten de leerlingen alle mogelijke soor ten steen op de kunstmatige dijkjes op het schoolterrein: rechte glooiingen, bochten, kribben, strekdammen, koppen, alles werd gezet. Reijnoudt: 'In het begin heb je meer steen vast dan dat je steen zet'. Op den duur haalde je wel zo'n tien vierkante meter per dag. Als het werk klaar was, braken de leer lingen alles weer af en gingen vrolijk met een nieuwe klus beginnen. Na dat half jaar werkte men op een werkplek, aan de dijk. Onder begeleiding werd nu het echte werk gedaan. Als afsluiting maakten de leerlingen gezamenlijk een stuk glooiing bij Kats, bij de Oesterput. Omdat het al oktober was, mocht men niet meer in de primaire waterkering aan het werk. Maar omdat voor dat dijkvak de oude haven lag, kon deze plaats geen kwaad. Nog altijd mag men niet in het storm seizoen aan de dijk werken. De ervaring met alle mogelijke steensoorten kwam Chris goed van pas. Op Noord- Beveland ligt nog alles wat je maar kunt l/l/af is een waterschap zonder goede steenzetters? Het is een tandeloze mond, het is het noodlot tarten. Toch heeft het waterschap niet meer zoveel steenzetters als vroeger. Maar die er zijn, weten waar ze het over hebben... In het district Walcheren/Noord-Beveland werken nog maar drie mannen die de echte steenzettersopleiding hebben. Daar is zelfs niemand uit Westkapelle bij. Nog maar kort geleden is weer een Westkappelaar be noemd tot kantonnier voor de waterkerin gen; wellicht dat hij ook weer tot steenzet ter opgeleid gaat worden. Vroeger werkte het overgrote deel van de Westkappelse mannelijk bevolking aan de dijk. In 'benden' van dertig man, onder lei ding van een dijkbaas, zetten ze de zware basaltblokken zo strak als het maar kon. Omstreeks 1845 werkten ongeveer vierhon derd man op de dijk, waardoor bijna het hele dorp afhankelijk was van de dijk. Een dijkwerker verdiende toen meer dan een landarbeider. Maar in de winter, als er geen stormschade was, zat hij thuis zonder inkomsten en draaide de diaconie op voor zijn onderhoud. Het verhaal gaat dat moeder de vrouw vast koeken ging bakken als het flink stormde. Dan was er weer werk en dus inkomen. Nog lang zijn steenzetters beter betaald dan andere arbeiders. Het werk was ook zeer zwaar en men werkte alleen maar van april tot oktober. Strak Tegenwoordig zijn de glooiingen veel beter. Zeker de met asfalt ingegoten stukken in de aangevallen getijdezone vertonen zeer zel den stormgaatjes. Toen de Westkappelse zee dijk tussen 1986 en 1988 verhoogd en ver zwaard werd, zag men voor het laatst hele horden steenzetters aan het werk. Tot uit Groningen toe waren de vaklieden hierheen gehaald. Maar sedertdien is er niet zo heel veel werk meer aan de dijken. 'Enkel wat gaatjes stoppen', zeggen de steenzetters Chris Reijnoudt en Ko Barentsen, die de dij ken in het district Walcheren en Noord- Beveland onderhouden. Als er echt veel werk is, wordt een stuk glooiing aanbesteed en doen de mannen het ook niet meer zelf, In Zeeland is eigenlijk alleen Jeremiasse uit Wemeldinge nog een aannemer die dit soort karweitjes met eigen steenzetters kan aanne men. En je kunt er geen peil op trekken wan waterwerker 14 april 1998

Tijdschriftenbank Zeeland

Scheldestromen/de Waterwerker | 1998 | | pagina 14