water geconstateerd. Hij heeft er foto's van
gemaakt en monsters genomen. De boer was
toen niet thuis. De regels schrijven voor dat
Ronald de man mondeling een proces-verbaal
moet aanzeggen, zodat hij een verklaring
kan afleggen. We kijken of hij vandaag wel
thuis is.
Mensen vinden het vast niet leuk Ronald op
bezoek te krijgen. 'Ik heb een paar keer met
agressie te maken gehad, maar bang word ik
niet. Ik heb mijn postuur mee.' Ronald is een
boom van een vent, gepokt en gemazeld
door het werk dat hij doet. 'Bovendien ben ik
op een boerderij opgegroeid: ik spreek de
taal van de boeren. Het is nooit tot echt mep
pen gekomen, wel dreigden sommigen met
fysiek geweld. Ik heb zestien jaar bij de poli
tie gewerkt en ben daar veel met geweld in
aanraking gekomen. Als hondengeleider liep
ik altijd voorop. Bij het waterschap zijn span
ning en actie toch ver te zoeken, al is dit een
van de meest enerverende banen binnen
Zeeuwse Eilanden. Een boze boer is wel het
uiterste wat je tegenkomt.'
Afspraken
'Ik vind dat ik een leuke baan heb. Ik kan zo
actief bijdragen in de zorg voor het milieu. Ik
kom met allerlei mensen in aanraking: van
hoog tot laag zal ik maar zeggen. Het is heel
zelfstandig werk en ik ben heel veel buiten.
Wel altijd alleen; dat is een minpunt.'
'Mensen aanspreken op hun verantwoorde
lijkheid is iets watje moet kunnen. Praten
kan iedereen, maar je moet ook stappen
durven ondernemen, waarbij je je gesteund
weet door kennis en bevoegdheid. Als ik
tegen iemand zeg dat hij binnen een week
de aanplant moet verwijderen bijvoorbeeld
en de man geeft aan dat twee weken realisti
scher is, dan is dat uitstekend. Maar na twee
weken sta ik wel weer op de stoep. Dat zijn
ze nog niet gewend. Vroeger werd toch veel
onderhands geregeld. Langzaam groeit het
begrip voor die strikte handhaving: bij het
waterschap en bij de burgers.'
Geschillen
Het werk van Ronald speelt zich voor zeven
tig procent buiten af en dertig procent van
zijn tijd zit hij op kantoor. Daar schrijft hij
processen-verbaal en overlegt hij met de
afdeling Juridische Zaken. Elke handeling die
juli 1998
Ir
Ronald van Eldik: 'Ik kan zo actief bijdragen
in de zorg voor het milieu.'
hij buiten verricht, schrijft hij op en iegt hij
vast, ook al zijn er verder geen stappen
ondernomen. Zo kan er altijd op die gege
vens teruggegrepen worden op het moment
dat er wel iets gebeurt. 'Vaak word ik ook
geroepen bij geschillen; tussen een kanton
nier en een boer bijvoorbeeld. Iemand heeft
een opslag in de berm en de kantonnier
heeft deze persoon hier al een paar keer op
aangesproken, maar de man ruimt niets op.
De kantonnier heeft dan geen middel hem te
dwingen de boel op te ruimen. Dan doe ik
mijn huiswerk op kantoor. De persoon wordt
vervolgens aangezegd de rommel op te rui
men. Vaak gebeurt dit dan ook, omdat men
weet dat uitstel geld kan kosten.'
Overmacht
Aangekomen op de boerderij is direct duide
lijk wat er loos is. Door de heftige regenval
van de afgelopen tijd stromen de putten over
en komt het afvalwater in de sloot terecht.
Het terrein is erg rommelig en vies. De schu
ren zijn oud en de koeien (het blanke, Franse
soort) staan dicht opeen gepakt. Het zijn
zoogkoeien: voor de fok. Volgens Ronald zijn
er nu veel minder koeien dan eerst, maar de
schuren lijken nog overbevolkt. De dieren
glibberen over de vloeren die glad zijn van
urine, mest en rottend voer.
Drie mannen zijn bezig een paar koeien met
hun kalveren van de ene schuur naar de
andere te verhuizen.
Ronald loopt op de oudste man af: de vader
van de overtreder. 'Hoe gaat het met u?',
vraagt hij vriendelijk. De man mompelt wat
en gaat door met zijn werk. Ronald spreekt
ook de zoon aan, maar ze hebben nu even
geen tijd. We wachten tot de koeien ver-
15
plaatst zijn en proberen ondertussen zo min
mogelijk in de weg te lopen. Wanneer de
klus geklaard is, vertelt Ronald rustig dat hij
weer een overtreding heeft geconstateerd en
vraagt hij of de boer daar een verklaring
voor heeft. De man is duidelijk gespannen en
maakt zich kwaad, maar hij blijft beleefd en
rustig. Hij doet zijn best, zegt hij. Hij beroept
zich op overmacht: aan het weer kan hij niets
veranderen. 'Maar afdekken doe je ook niet',
geeft Ronald hem als weerwoord. 'Nee, dat
klopt, dat doe ik niet', geeft de boer volmon
dig toe, 'andere boeren doen dat ook niet.'
Ronald betwijfelt dat.
Niet persoonlijk
'Jullie willen ons kapot hebben', zegt de boer
bits tegen Ronald en hij voegt er snel aan
toe: 'Met jullie bedoel ik het waterschap, niet
jou persoonlijk. Ik heb niets tegen jou. Het
waterschap en de gemeente willen mij hier
weg hebben. Maar ik blijf. Al heb ik nog
maar een vierkante meter tot mijn beschik
king: ik blijf. Er loopt nu een rechtszaak en
als het moet ga ik door. Desnoods ga ik in
cassatie bij de Hoge Raad. Dat kan wel een
paar jaar duren. Al die tijd blijf ik hier.' Zijn
verhaal is duidelijk. Ronald vraagt of hij nog
een verklaring zal noteren. 'Zet maar over
macht als je iets moet schrijven', roept de
man nog. Na een vriendelijk 'Tot ziens' stap
pen we in de auto.
Ronald heeft zijn plicht gedaan: de man is
mondeling meegedeeld dat hij een proces
verbaal krijgt en hij heeft de kans gehad een
verklaring af te leggen. Ronald zegt tevre
den: 'Er is geen verlies van relatie. Ik kan
morgen zonder probleem weer langs gaan.'