fan de dijkgraaf Bespreking van het masterplan voor 2007 met andere overheden leidt wel eens tot de opmerking: 'Zeeuwse Eilanden heeft een tsjakkal-cultuur'. De term 'tsjakka!' is naar mijn idee voor tweeërlei uitleg vatbaar. De eerste is de betekenis die Emiel Ratelband er aan gaf: 'Een individu kan alles, zelfs over vuur lopen'. Tussen alle oorlogen door staat er ook wel eens een aardig nieuwtje in de krant. Ratelband heeft ontdekt dat zijn jaren ver kondigde stelling niet juist is. Het individu kan niet alles alleen, maar is onderdeel van een 'universum'. Ratelband heeft dit waar- Kolen en geiten IMu komen we bij de tweede betekenis. Als 'tsjakka!' betekent: 'Er is genoeg overlegd; er moet een besluit komen', dan willen we dat stempel graag dragen. Immers, een overlegcultuur is nodig en fraai, maar moet tot iets leiden. De discussie over bestuurlijke reorganisatie in Nederland heeft na twintig jaar niet tot resultaat geleid. De kolen zijn gespaard, de geiten zijn gespaard, maar er is geen resultaat in Nederland. En Europa dendert wel verder. Ook de discussie over een nieuwe financie ringsregeling voor de zeeweringen heeft •^pOELBÓ^ Gedegen De nieuwe algemene vergadering is ook niet kinderachtig begonnen. Neem de investe ring van ruim acht miljoen gulden waarmee een geografisch informatie systeem opgezet kan worden dat in alle sectoren kan dienen voor het uitwerken van bestaand beleid en opzetten van nieuw beleid. Het beleid met betrekking tot het grasbeheer op zeedijken is vastgesteld. Ook hier weer: 'Veiligheid voorop, maar met een brede kijk op andere belangen'. Ook is het groenstructuurplan vastgesteld, een plan dat grote invloed kan hebben op het landschap in het gebied van Tsjakka DOOR. W. A. COSSELAAR schijnlijk pas ontdekt toen zijn vrouw opstap te en het individu Emiel niet alles bleek te kunnen regelen. Hij had beter het masterplan 2007 kunnen lezen. Hierin is immers beschre ven dat Zeeuwse Eilanden een onderdeel is van de maatschappij en in die zin de taken zo goed mogelijk wil uitvoeren. Een brede kijk hoort daar bij. Als we praten over de planolo gie van de kust willen wij niet het bestem mingsplan opstellen, maar wel rekening hou den met de verschillende belangen: veilig heid, natuur en recreatie. Overleg met gemeenten is dan noodzakelijk. Hetzelfde geldt voor 'water in de stad'. Voor grondwa- terbeheer zijn weer afspraken met de provin cie nodig en voor dijkversterkingen met Rijks waterstaat. Ons mag dus niet de tsjakka-cul- tuur verweten worden in de betekenis van 'het individu kan alles'. nog niet tot veel resultaat geleid. Bouwen op stranden: Zeeuwse Eilanden heeft een helder beleid, maar het is geparkeerd en wacht nog vele discussies af. Een nieuwe financieringsstructuur voor de waterschappen: de commissie Togtema die zich hier mee bezighoudt, loopt de ene vertraging na de andere op, omdat dan de ene, dan de andere partij denkt benadeeld te worden. Tsjakka! - een knoop doorhak ken zou in alle bovengenoemde voorbeel den nuttig zijn. Het ontbreekt Zeeuwse Eilanden gelukkig niet aan besluitvaardig heid. In de algemene vergadering van 1 juli kwam het overzicht aan de orde van de beleidsnota's die het vorige bestuur behan deld heeft; in tweeënhalf jaar tijd een flinke hoeveelheid en dus flink wat beleid op de rails. Zeeuwse Eilanden. Een plan waar ook nog vele belanghebbenden in de uitvoering bij betrokken zullen worden. Als laatste punt uit de algemene vergadering van 1 juli noem ik het financieel referentiekader. De algemene vergadering heeft hiermee een handvat gekregen om de komende tien jaar beleid te maken en bij te stellen. En tevens is een doorkijkje beschikbaar naar de tarieven en de reservepositie in de komende tien jaar. De besluitvorming in deze algemene vergadering is zorgvuldig voorbereid in het dagelijks bestuur. Aan die besluitvorming is weer een gedegen voorbereiding door de ambtelijke organisatie voorafgegaan. 'Het individu kan alles' is dus zeker niet van toe passing. Doorpakken, besluiten en vooruit kijken wél. juli 1998 3 waterwerker

Tijdschriftenbank Zeeland

Scheldestromen/de Waterwerker | 1998 | | pagina 3