Brak is uniek
Brakke wateren vragen om bescherming
door Anne Fortuin en Claudia Klaassen
De enige provincie waar nog veel karakteristieke brakke wateren voorko
men, is Zeeland. Brak water wordt namelijk steeds zeldzamer; dit geldt
zowel voor Nederland als daarbuiten. Om de nog resterende unieke brak
waterlevensgemeenschappen te kunnen behouden, zal er door allerlei
organisaties ook in de nabije toekomst actie moeten worden ondernomen.
sluitend voorkomen in brakke wateren. Deze
karakteristieke brakwatersoorten hebben zich
in de loop van de evolutie aangepast aan het
leven bij een wisselend zoutgehalte. Dit wis
selende zoutgehalte is een belangrijk ken
merk van brak water. De grenzen waarbin
nen de schommelingen in het zoutgehalte
zich afspelen zijn in sterke mate bepalend of
een organisme zich kan handhaven in het
betreffende water. De verhoogde zoutcon-
centratie heeft als belangrijk voordeel voor
de planten en dieren in dit milieu dat het lan
ger duurt voordat het water dichtvriest.
Tot voor kort kwamen er in Nederland nog
op grote schaal brakke wateren voor (voor
beelden van binnendijkse brakke wateren zijn
onder andere kreken, welen en inlagen). De
open verbinding tussen de Zuiderzee en de
Waddenzee droeg hier in belangrijke mate
toe bij. Na de afsluiting van deze verbinding
is het aantal brakke wateren aanzienlijk afge
nomen. Op dit moment komt het meeste
brakke water voor in Zeeland en op het
eiland Goeree-Overflakkee (Zuid-Holland).
Verder komen er alleen nog plaatselijk enkele
brakwatergebieden voor, zoals bijvoorbeeld
in de Wieringermeer (Noord-Holland) en op
de Waddeneilanden.
In zijn ontstaansgeschiedenis heeft laag
Nederland onder sterke invloed gestaan van
de zee. Nu nog steeds komt er (zout) zeewa
ter door de eb en vloed-beweging het (zoete)
rivierwater binnen, waardoor er buitendijkse
gebieden met brak water ontstaan. Het zoute
water in deze gebieden zakt dan de grond in
en kan vervolgens via de grondwaterstroming
vanuit de ondergrond aan de oppervlakte
komen in een binnendijks gebied. Als het
zoute water daar in aanraking komt met het
(zoete) oppervlaktewater ontstaan er binnen
dijkse gebieden met brak water. Door het
contact tussen het zoete water dat landin
waarts gelegen is en het zoute water dat van
uit de ondergrond opkwelt, ontstaat er
bovendien een grote verscheidenheid aan
mengverhoudingen tussen zout en zoet
water. Het zoutgehalte (chloridegehalte) kan
hierbij varjëren van minder dan 100 mg per
liter tot meer dan 17.000 mg per liter.
Extreem milieu
Het brakwatermilieu kan worden beschouwd
als een extreem milieu voor planten en die
ren. Zowel in zout zeewater als in zoet bin
nenwater leven planten en dieren, die aange
past zijn aan de specifieke eigenschappen van
het hun omringende water. De meeste dieren
en planten hebben aanpassingen die het
leven óf in een zout óf in een zoet milieu
mogelijk maken. Er zijn slechts enkele orga
nismen die zowel in een zout als in een zoet
milieu kunnen overleven. De samenstelling
van de levensgemeenschap in dit relatief
zeldzame en vaak wisselende milieu is dan
ook zeer uniek.
Er bestaan soorten die optimaal of zelfs uit-
Uniek karakter
De levensgemeenschappen in brakke wateren
hebben een uniek eigen karakter. Bij vrijwel
alle groepen organismen treft men vertegen
woordigers aan die karakteristiek zijn voor
brakke milieus.
Het voorkomen van hogere waterplanten in
brakke wateren is nu vaak beperkt als gevolg
van een slechte waterkwaliteit. Algen vormen
daarom vaak een belangrijk deel van de
vegetatie. Het betreft hier draadvormige
soorten, die in belangrijke mate structuur
geven aan de vegetatie, en microscopisch
kleine soorten. Deze microscopisch kleine
soorten veroorzaken de groene kleur in veel
brakke wateren.
De vegetatie in brakke wateren bestaat
meestal voor een belangrijk deel uit riet in de
oeverzone en schedefonteinkruid meer in het
midden van het water. Deze beide soorten
zijn niet exclusief aan het brakke milieu
gebonden. Een soort die dat wel is, is bijvoor
beeld de zilte waterranonkel.
De macrofauna (met het blote oog zichtbare
oktober 1998
waterwerker