taken van het recreatieschap overgenomen'.
Chris de Bruin: 'Dan moet je denken aan fiets
paden, parkeerterreinen, maar ook steigers,
trailerboothellingen. Dat zijn voor een deel
zaken die we toch al doen'. Per 1 april 1999
gaat dat van start. Twee personeelsleden
komen van het recreatieschap over naar het
waterschap, inclusief een werkboot. Daarna
komt de tweede fase, de overname van wegen,
fietspaden, parkeerterreinen en oeververdedi
gingswerken van Staatsbosbeheer. Daarover
zijn nu de gesprekken gaande. Een hinkstap-
sprong binnen deze fase zijn de niet-taakge-
bonden objecten, zoals bijvoorbeeld de dagre-
creatieve terreinen, eilandjes, maar ook steigers
en boothellingen van Staatsbosbeheer. Tot nu
toe heeft het waterschap geen intensieve dag-
recreatieve terreinen in beheer en eigendom,
maar dat zal dus gaan veranderen. Uiteraard is
hierbij ook het bedrijfsleven betrokken. André
Marinisse: 'Er liggen al zoveel afspraken met de
recreatieve bedrijven; die gaan we natuurlijk
niet doorkruisen'. En hij voegt daaraan toe:
'We gaan eerst eens goed inventariseren. Wat
willen die recreatiebedrijven nu eigenlijk?
Welke voorzieningen wil men handhaven, zijn
er soms teveel of juist te weinig? Als we dat
goed in beeld hebben, kunnen we het beheer
daarop laten aansluiten. Daarin ligt wellicht
ook een efficiencywinst'. Het waterschap ont
vangt voor de bekostiging van de taken van
het recreatieschap de bijdragen van de deelne
mers aan het recreatieschap 500.000,-) en de
opbrengst van de parkeergelden (geschat op
ongeveer 300.000,-). Chris de Bruin: 'Daarmee
moet het lukken. Door de schaalvergroting kun
je meer met hetzelfde geld'. Vijf jaar lang gaat
het waterschap op deze basis het Veerse Meer
onderhouden, met een tussentijdse evaluatie
na drie jaar. Na die tijd verwacht het water
schap dat er een voortzetting zal komen. Een
convenant zal dan ook voor een periode van
vijf jaar worden afgesloten. Als vervolg op
deze twee belangrijke fasen komen er nog
twee die wat verder in het verschiet liggen:
het uitvoeren van het hele waterbeheer, dus
zowel waterkwantiteit als ook de waterkwali
teit van het Veerse Meer. Nu valt dat laatste
nog onder verantwoordelijkheid van
Rijkswaterstaat. Voorwaarde voor het water
schap is dan wel dat er een doorlaatmiddel in
de Veersedam komt. Nu laat de waterkwaliteit
regelmatig te wensen over. Het meer is sterk
geëutrofieerd en de uitspoeling van de land
bouwgronden speelt ook mee. Zonder door
laatmiddel kun je niet genoeg doorspoelen en
dat is absoluut noodzakelijk wil je de kwaliteit
verhogen. Eerst zal er een gedegen onderzoek
naar de waterkwaliteit moeten komen en zul
len alle belangen van recreatie, de agrarische
sector en van het waterschap eens goed op
een rijtje gezet worden. De vierde fase is echt
nog toekomstmuziek en nog heel onzeker. In
het masterplan 2007 wordt ook vaarwegbe-
heer genoemd als mogelijk nieuwe taak voor
het waterschap. Ook die nieuwe uitdaging zou
wellicht te combineren zijn met het Veerse
Meer en het Kanaal door Walcheren, maar op
dit moment heeft deze stap echt nog geen
prioriteit.
En nu verder
Gosselaar benadrukt dat het vanaf de eerste
fase al goed zal werken als een beheersorgani
satie de taken in het gebied uitvoert. Het is
ontegenzeggelijk efficiënter en daardoor goed
koper. Het waterschap zal zich sterk gaan
inzetten voor een goede kwaliteit van de
dienstverlening. Dus goed onderhoud aan
wegen, fietspaden, oevers, regelmatig legen
van de vuilcontainers, intensief reinigen van de
toiletten en een gecontroleerd parkeerbeheer,
ledereen weet dat er juist over die 'optische
verwaarlozing', de troep, veel ergernis is
geweest. De grote objecten zijn echter wel
redelijk goed onderhouden. Daar kun je in de
meeste gevallen echt niet van verwaarlozing
spreken. Het waterschap heeft namelijk eerst
een schouw uitgevoerd om de onderhoudsstaat
van alle objecten vast te stellen. De enige taak
van het recreatieschap die het waterschap niet
overneemt, is het recreatiebeleid. Het water
schap gaat geen actie ondernemen om meer
bootjes op het Veerse Meer te krijgen, toeris
ten naar de ligweiden te lokken of het gebied
te promoten. Dat blijft de taak van de oude
partners, de gemeenten Middelburg, Veere,
Noord-Beveland, Goes, en de Provincie Zeeland.
Het waterschap zorgt ervoor dat de recreant in
een goed onderhouden, schoon stukje Zeeland
kan vertoeven. En het Veerse Meer - daarover
horen we ongetwijfeld nog meer.