komen uit zichzelf al met spullen voor de verza meling in Werendijke. Dat wordt erg op prijs gesteld. Wat nog ontbreekt in de verzameling zijn de gedenkplaten die bij de bouw in een sluisje, heul of spuikom werden gemetseld. Als ze nog steeds ingemetseld zijn, dan moet dat vooral zo blijven. Maar als ze doorsloop of anders vrij komen, wil Smit ze graag naar Werendijke halen. Behouden en bewaren? Fop Smit is een gigantische Pietje Precies, of, in zijn eigen woorden: 'Ik heb een redelijk grote mate van nauwkeurigheid'. Inventariseren is nu eenmaal akelig nauwkeurig werk. De structuur van de inventaris moet op maat gesneden zijn, ieder stuk moet op z'n plaats komen en bovenal moet er heel veel weggegooid worden; niet te veel, maar vooral ook niet te weinig. Zo'n 80% haalt de eeuwige bewaardozen niet. De lijf spreuk van Fop is dan ook: 'Een echte archivaris kan goed weggooien'. Van de periode voor 1850 wordt niets weggegooid. Lastig is wel dat het materiaal uit de negentiende eeuw zo belabberd is. Het papier van voor 1800 werd van lompen gemaakt en is ijzersterk. Nadien maakte men het van hout en dat verzuurt zo dat het in de slechtste gevallen uit elkaar valt als je het aanraakt. De materiële verzorging van het archief is dan ook een wezenlijk onderdeel van het archiefwerk. Daniël Obbink houdt zich daar voor een groot deel van zijn tijd mee bezig. Gammastralen In het archief zie je de verschillende rampen in Zeeland terugkomen. Gelukkig is het archief van de polder Walcheren ontkomen aan de brand van Middelburg van 17 mei 1940. Toen is het grootste deel van het stadsarchief in vlam men opgegaan, maar het archief van de polder Walcheren lag in de brandvrije kluis in de Abdij en heeft daar de vuurzee doorstaan. Nu is dit waterschapsarchief een belangrijke bron voor de Walcherse geschiedenis. De Schouwse archieven hebben in 1953 in het water gelegen. Dankzij assistentie van het hoogheemraad schap van Rijnland is er veel gered en gedroogd. Wel is in sommige registers de inkt bijna verbleekt. Ook recent gebeuren er nog rampjes, zoals een lekkende airco bij het water schap Noord- en Zuid-Beveland waardoor het archief onder de schimmel kwam. Bestraling met gammastralen kostte een for tuin, maar heeft het archief wel gered van de verwoestende schimmels. Digitaal Een grote ontwikkeling voor de toekomst zijn de digitale archieven. Bij het waterschap werkt bijvoorbeeld de afdeling Cartografie Hydrografie volledig digitaal. De afdeling Belastingen Invordering heeft ook al nauwe lijks meer een papieren archief. Hoe bewaar je dit digitale materiaal? Sommige bulkgegevens zijn niet het bewaren waard, maartoch moet je een heel nieuwe richting uit met deze mate rie, anders heb je over vijftig jaar een enorme kennisachterstand wegens het ontbreken van digitale archieven. Maar dan moetje dus ook de programmatuur en de apparatuur van die tijd bewaren. Op het waterschap is er bijvoor beeld al geen computer meer die nog die zachte floppy's van tien jaar geleden kan lezen. Dit punt vergt nog veel aandacht, want het is nog niet uitgekristalliseerd hoe het verder moet. Voor wie? En tot slot nog: voor wie bewaren dit alles? Wie komt ernaar kijken? Gemiddeld krijgt het archief één externe bezoeker per week. Maar de grootste groep raadplegers is nog altijd de eigen dienst die de gegevens nodig heeft voor het werk. De sector Waterkeringen gebruikt het archief heel vaak: welk materiaal is gebruikt voor dat stukje dijk, hoe is het uitgevoerd, hoe zijn de peilgegevens uit vroeger tijden, wat is de ontwikkeling van de vooroever over een lange periode? Ook bij de invoering van de gegevens voor het Geografisch Informatie Systeem (GIS) is er gebruik gemaakt van oude gegevens. Oude bestekken worden nog vaak opgevraagd; vergunningen van vijftig jaar gele den zijn nog altijd van belang. Ook zijn er nog steeds mensen met oude obligaties die daar dividend op ontvangen. Zelfs tot 1784 gaan die obligaties terug. Al met al is het zonneklaar dat de eigen mede werkers de grootste klanten van het archief zijn. Fop Smit kwalificeert zijn functie daarom met de aansprekende naam informatiemanager. Sommigen hebben ondanks alles nog het idee dat een archivaris een saai, stoffig en stil beroep is. Eigenlijk is alleen al het noemen van deze volstrekt achterhaalde kwalificatie een wan daad, zoals je ook niet meer praat over de ouderwetse boerendijkgraven, de almachtige htd of de ondergeschoven griffie die alleen dienstig was aan de technische dienst. Archiefbeheer is informatiebeheer en dat is een hot item. maart 2001 15 vwaterwerker

Tijdschriftenbank Zeeland

Scheldestromen/de Waterwerker | 2001 | | pagina 15