ven, dwergsterns en plevieren voor. Kortom, nodig. En ziedaar, de basis voor de latere
een prachtig natuurgebied. wateroverlast was gelegd.
Basis
Vóór 1900 was de Kop één groot duingebied,
dat op natuurlijke wijze was ontstaan. De
mensen woonden allemaal in de vier dorpen;
er waren alleen nog zes duinboerderijen te
vinden. Deze boerderijen heetten Torenhoeve,
Duinhoeve, Wilhelminahoeve, Julianahoeve,
Prinsenhoeve en de Schouwse Boer. Ze zijn
nog altijd in volle glorie te bewonderen. Om
bij de boerderijen te komen, waren er wegen
aangelegd en voor de ontwatering konden de
landbouwers gebruikmaken van twee natuur
lijke waterlopen. Duingreppels zorgden voor
een betere afwatering naar de twee waterlo
pen. In die tijd was er reeds sprake van land
bouw en was een goed beheer van het water
van belang. Het toenmalige polderbestuur
vond in de 19' eeuw echter dat de gronden
hoog genoeg lagen en het beheren en onder
houden van de sloten vond het bestuur niet
Zoetwaterbei
In de eerste jaren van de twintigste eeuw
werden volop woningen en zomerwoningen
gebouwd in het gebied en werd er een zoet
waterbei in de duinen nabij de Blinkert ont
dekt. De bewoners maakten grif gebruik van
de bei en in 1930 kwamen de eerste drink
waterleidingen in beeld. Eerst werd alleen
de Kop voorzien van drinkwater uit deze
zoetwaterbei, later werden drinkwaterleidin
gen in de rest van Schouwen-Duiveland aan
gelegd. Het duingebied groeide uit tot een
echt waterwingebied. De zoetwaterbei was
groot genoeg om de bewoners keer op keer
van nieuw drinkwater te voorzien. En omdat
het inwoneraantal in die jaren niet sterk toe
nam, bleef de grondwaterstand gelijk. De
mensen genoten met volle teugen van de
voordelen van zoet water; zo konden zij tij
dens een strenge winter zelfs schaatsen op de
watertjes in de duinpannen.
In de jaren twintig werd een vliegveld bij de
vuurtoren aangelegd met de daarbij benodig
de wegen. Bij die aanleg hield men ook reke
ning met de infrastructuur van het water. Er
werden meer sloten en greppels gegraven om
de ontwatering te verbeteren. Daarna ging
het echter snel bergafwaarts met het waterbe
heer, want de waterlopen werden niet onder
houden. Ook was het onduidelijk wie verant
woordelijk was voor het onderhoud van de
duinstrook.
Onder water
Het poldergebied ten oosten van de Kop ligt
gemiddeld één meter onder NAP. Dat geeft
een verschil van minstens vier meter met het
laagste gebied in de Kop. Toen in 1953 de dij
ken doorbraken, kwam de polder Schouwen
onder water te staan. De dorpen Renesse,
Haamstede, Burgh en Westenschouwen aan
de rand van de polder en de Kop bleven
droog. Mensen uit het ondergelopen gebied
zochten hun toevlucht in de hogere duinen.
De Watersnoodramp liet met 531 slachtoffers
op Schouwen-Duiveland diepe sporen na,
Een stuk natte infrastructuur ergens anders op Schouwen-Duiveland. De duiker functioneert hier
optimaal; een goed voorbeeld voor de Kop van Schouwen.
r-Y
-