Het nut van acht idealisten Gesprek met Joan de Visser en Marco de Feiter over de Ondernemingsraad door Arend van der Wel Op 5 juni is het weerzover: verkiezingen voor de ondernemingsraad. Maar daarvoor zijn kandidaten nodig. Tot nu toe melden die zich nog niet in rijen van vier. Dat baart de voorzitter van de OR én de secretaris-directeur van het waterschap best zorgen. Dus: in de Waterwerker maar 's vertellen hoe nuttig zo'n OR voor het waterschap is. En: je wordt er heus niet op afgerekend wan neer je als OR-lid kritisch bent. Joan de Visser en Marco de Feiter zijn het behoorlijk met elkaar eens. Is dat erg? Zeeuwse Eilanden telt momenteel ongeveer 415 medewerkers (395 fte) en een Onder nemingsraad van acht personen (momenteel één vacature). Wanneer wordt de OR door de werkgever bij de besluitvorming betrokken? Joan de Visser: 'Formeel is dat na bespreking van een onderwerp in het managementteam en vóór de definitieve besluitvorming in het dagelijks bestuur. Maar informeel gebeurt het tegenwoordig telkens vaker - en daar ben ik heel blij mee - dat er overleg tussen werkge ver (in mijn persoon) en OR plaatsvindt vóór het managementteam er over vergadert. Dan speelt in zo'n mt-vergadering dus een belang rijke rol hoe de OR erover denkt, met andere woorden of er draagvlak is'. Marco de Feiter kan zich goed vinden in zowel de formele als de informele plek van de OR in het besluitvor mingstraject. 'Hoe eerder, hoe liever. Dat er wel 's verschil in het OR-standpunt kan zijn tussen het eerste, informele overleg en het definitieve besluit tot instemming, is niet te vermijden. Is ook niet erg. Je krijgt in ieder geval de kans ergens eens een nachtje over te slapen. Dat heeft een mens nog nooit kwaad gedaan en een achtkoppig personage zoals deze OR al helemaal niet. Je wilt tenslotte constructief meedenken en mee-ontwikkelen.' Eigenbelang Vraagje aan de secretaris-directeur: zo'n OR, is dat nu lastig of nuttig? Graag een eerlijk en niet al te diplomatiek antwoord. De Visser: 'Dat kan je krijgen. In de eerste jaren, dus zo ongeveer van 1996 tot 1999, vond ik het bestaan van de OR vooral lastig. Het was iets nieuws, ook voor mij, dus dat is altijd wennen, maar ik vond het vooral lastig omdat de OR toen vaak van samenstelling wisselde en ook in enkele jaren drie voorzitters 'versleet'. Er was geen goede wisselwerking en ik merkte bij het personeel ook weinig betrokkenheid bij de OR. En wat me in die periode vooral opviel: de OR-leden waren haast uitsluitend met de eigen belangen bezig, met het veilig stellen van een goede rechtspositie; het func tioneren van het waterschap als geheel boeide ze beduidend minder. Dat alles bij elkaar maakte dat ik in die jaren niet echt plezier had in de vergaderingen met de OR. En dat is inmiddels anders, gelukkig. Ik vind de OR zoals die de laatste jaren functioneert vooral nuttig. De samenstelling is een stuk constanter geworden, de voorzitter heeft het deze keer wel een volle periode van drie jaar volgehou den en dat komt de betrokkenheid van de OR bij Zeeuwse Eilanden en - voorzover ik dat kan zien - ook de betrokkenheid van het personeel bij de OR ten goede. De besprekingen met de OR gaan niet alleen meer over vrije dagen, salarissen en kerstgratificatie, er wordt ook gepraat over de rol van het waterschap in de maatschappij, over onze toekomstplannen en over ons imago, om maar wat te noemen. Dus - ik ben nog steeds eerlijk - ik vind de OR nu heel nuttig.' Kan beter Is de OR kritisch genoeg? De Visser: 'Ja hoor, al beperkt dat kritische zich nog vaak tot P&O- Secretaris-directeur Joan de Visser: 'Ik zal ze er niet op afrekenen. waterwerker 8 april 2002

Tijdschriftenbank Zeeland

Scheldestromen/de Waterwerker | 2002 | | pagina 8